6.1 de relatie tussen de handelsbalans en de betalingsbalans
6.1.1 de handelsbalans
De handelsbalans van een land geeft een overzicht van de uit- en invoer van goederen en diensten in
dat land. Het handelsbalanssaldo is het verschil tussen de twee.
Handelsbalanssaldo = waarde van de
export – waarde van import
De handelsbalans drukt het overzicht van de waarde en de in- en uitvoer van goederen en diensten
in een land binnen een bepaalde periode.
Nationale concept: exportbeweging waarbij inwoners betrokken zijn. Dus alle bewegingen
geregistreerd van goederen en diensten die bestemd zijn voor of afkomstig zijn van de lokale markt.
(= betalingsbalans (BoP))
Communautaire concept: alle goederen die over de nationale grens gaan. (= europese concept)
6.1.2 de betalingsbalans
De betalingsbalans is geen klassieke boekhoudkundige balans maar wel een overzicht van de waarde
van alle transacties die in een bepaalde periode plaatsvonden tussen het land en andere landen.
4 delen:
De lopende rekening: handel in goederen en diensten, inkomens uit grensoverschrijdende
arbeid en buitenlandse beleggingen, ontwikkelingshulp en de bijdrage aan de EU-begroting.
De kapitaalrekening: aan- en verkopen van niet-geproduceerde, niet-financiële activa als
goodwill, gronden of patenten, en de aan- en verkoop van uitstoot- en broeikasgassen.
De financiële rekening: bevat de directe investeringen, de handelskredieten en de
portefeuillebeleggingen, plus de veranderingen in de reserves van de centrale bank.
Vergissingen en weglatingen.
De som van de 4 delen is altijd gelijk aan nul.
In lopende rekening: dienstenrekening en goederenrekening.
6.1.3 de handelsbalans van de EU tegenover de rest van de wereld
Tekort op de handelsbalans oorzaken:
Meer importeert dan exporteert
Niet competitief genoeg
, Een te grote binnenlandse vraag
Gevolgen overschot of tekort op de betalingsbalans
Bij overschot op de handelsbalans: de voorraad aan vreemde munten zal toenemen als de
export groter is dan de import. Het gevolg is dat de binnenlandse geldhoeveelheid groter
wordt, wat op zijn beurt inflatie kan veroorzaken.
Bij een tekort op de handelsbalans: zal de hoeveelheid aan monetaire reserves afnemen. Het
kan zelfs zo zijn dat leningen in het buitenland noodzakelijk worden en dat het vertrouwen in
het economische beleid van het land minder wordt. Er komt meer druk te staan op de munt,
en dat kan leiden tot een verhoging van het rentepeil. Daardoor wordt het dan weer minder
interessant voor bedrijven om te gaan investeren. De kans is dan groot dat de werkloosheid
toeneemt.
6.1.4 de organisatie van de wereldhandel
WTO = world trade organization
Taken WTO: de wereldhandel stimuleren, landen te laten onderhandelen over het verlagen van
invoertarieven, het afschaffen van regels die de hoeveelheid handel beperken, en het laten gelden
van gelijke regels voor alle landen.
-> de WTO probeert spelregels voor de internationale handel vast te leggen en te laten respecteren
door de aangesloten landen.
Valdis Dombrofskis = EU-commissaris voor handel.
CETA= handelsverdrag EU-Canada
6.2 overheidsingrijpen bij buitenlandse handel.
Invoercontingent (=invoerquotum) : ingevoerde hoeveelheid beperken.
Importheffing (= invoertarief): prijsverhoging bij ingevoerde producten.
Exportbelasting (= uitvoerbelasting): belasting op geëxporteerde producten.
Uitvoersubsidie: export subsidiëren
Productsubsidie: elk product subsidiëren
Niet-tarifaire belemmeringen: het opleggen van ‘normen’
Wisselkoersbeleid: eigen munt verzwakken/versterken
Gevolg van devaluatie voor de import van een land:
Eigen munt wordt minder waard
Import wordt duurder
Andere munten worden relatief duurder
Buitenlandse producten worden duurder.
Gevolg van revaluatie van een munt:
Eigen munt wordt meer waard op wereldniveau
Andere munten worden relatief goedkoper
Buitenlandse producten worden goedkoper
Import wordt goedkoper
Protectionisme leidt op korte termijn tot bescherming van de eigen economie en op lange termijn tot
belemmering van de wereldhandel.
, 6.3 buitenlandse vestiging
Bedrijven vestigen zich in het buitenland omwille van: (delokaliseren)
Lagere lonen - lagere belastingen - minder na te leven normen en wetten
Nabijheid van grondstoffen - lagere grondstofprijzen - lagere productiekosten
Redenen om in België te blijven:
goede scholing van werknemers, hoge koopkracht, capaciteit om te innoveren.
Voor het gastland is de inbreng van geld in de economie positief. Of de sociale rechten van de
inwoners erop vooruit of achteruit gaan, hangt af van het investerende bedrijf en van de lokale
overheid.
Marketing
H1 marktonderzoek en -analyse pg9-32
1) marktonderzoek: begrip en belang
Elke onderneming heeft relevante marktinformatie nodig, die kan je verkrijgen d.m.v.
marktonderzoek.
Marktonderzoek omvat het verzamelen, filteren, analyseren en interpreteren van alle relevante
informatie voor het voorbereiden, evalueren en bijsturen van de bedrijfsvoering.
2) soorten marktonderzoek
1) Verkennend, beschrijvend of verklarend onderzoek
a) verkennend onderzoek: dient vaak als vooronderzoek, om een productie idee uit te
werken of om een informatiebehoefte te definiëren. Een verkennend onderzoek is erg
geschikt om de risico’s van marketingbelastingbeslissingen van bij het begin te verkleinen.
Verder verhoogt het de efficiëntie en de effectiviteit van latere beslissingen.
b) beschrijvend onderzoek: beschrijft de markt. Een greep uit de vragen die je daarbij zoal kan
stellen: hoe ziet de markt eruit, wie zijn de consumenten, wat verwachten zijn,….
c) verklarend of voorspellend onderzoek: zoekt naar oorzaken en gevolgen. Dit soort onderzoek
gaat na waarom een bepaalde verandering een ander verandering in gang zet. Als je dit kan
verklaren, dan stijgt de kans dat je die veranderingen ook kan voorspellen. Een verklarend of
voorspellende onderzoek kijkt voornamelijk naar de factoren die de markt kunnen
beïnvloeden.
2) Kwalitatief of kwantitatief onderzoek
a) Kwalitatief onderzoek verzamelt diepgaande informatie over wat er leeft en waarom. Het
gaat u op de motivaties, meningen, wensen en behoeften van een relatief kleine
onderzoeksgroep. Door de beperkte grootte van die groep zijn de resultaten van zo’n
onderzoek niet representatief. Het wordt vaak uitgevoerd aan het begin van het
marktonderzoek om een eerste beeld te krijgen en eventueel de onderzoeksvraag bij te
stellen.
b) Kwantitatief onderzoek: is gericht op de hoeveelheid. Het bestudeert een grotere groep en
verwerkt de resultaten statistisch, bv. in gemiddelden. De meest gebruikte methode bij
kwantitatief onderzoek is een vragenlijst of enquête.
3) Deskresearch of fieldresearch
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amber15. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.