Samenvatting recht
Hoofdstuk 1
Regels zijn rechtsregels als ze worden erkent door rechters en andere autoriteiten
worden toegepast en afgedwongen. Deze regels worden juridisch relevant en
rechtens afdwingbaar genoemd. VB: Wie iets koop moet daarvoor de koopprijs
betalen. Het recht op bijstand.
Regels die niet in het Nederlands recht (niet juridisch relevant) staat zijn regels van
moraal en fatsoen. VB: Men eet met mes en vork.
Bij dwingend recht mag men niet van de rechtsregels afwijken. Overtreed je dit, dan
is de rechtshandeling nietig. De regels van publiek recht zijn altijd dwingend
voorgeschreven. Aanvullend en regelend recht is van toepassing als partijen zelf
geen regeling hebben getroffen. De regels van privaatrecht kunnen zowel dwingend
of aanvullend en regelend worden voorgeschreven. VB: Dwingend recht in het
privaatrecht, huwelijkse voorwaarden. Als ze niet in een notariële akte worden
vastgelegd zijn ze nietig.
Materieel recht zegt iets over de inhoud van de rechtsregel. VB: wanneer komt een
overeenkomst tot stand of wanneer deze moet nagekomen.
De regels van formeel recht geven aan hoe de regels van het materiële recht
worden gehandhaafd. Het formele recht is procesrecht.
Objectief recht is het geheel van de geldende rechtsregels in Nederland. Het
objectief recht omschrijft de bevoegdheden waarop personen recht kunnen hebben.
VB: art. 610:7 BW een werknemer die arbeid heeft verricht heeft recht op loon.
Als je het over subjectief recht hebt, heb je het over het recht van jezelf. VB: recht op
mijn loon en mijn recht op de koopsom.
Rechtsobject is de inhoud van het subjectief recht, het object heeft economische
waarde.
Rechtsbonnen:
- De wet
- Internationale regelingen
- Jurisprudentie
- Gewoonterecht
- Ongeschreven recht
De inhoud wet in materiële zin
De wijze van totstandkoming wet in formele zin
Rangorde
- Hogere regelingen gaat boven lagere regelingen
- Jongere regelingen gaan boven oudere regelingen
- Regelingen die voor een bijzonder geval gegeven zijn, gaan voor de
algemene bepalingen.
,Onder jurisprudentie of rechtspraak wordt het geheel van de rechterlijke uitspraken
verstaan.
Gewoonterecht wordt door mensen zelf ontwikkeld. Het moet aan twee voorwaarden
voldoen: gedurende lange tijd in een bepaalde kring worden gevolgd en moet door
dat gebruik gedurende lange tijd de overtuiging zijn ontstaan dat men zich
overeenkomstig deze regel moet gedragen.
Redelijkheid en billijkheid is een ongeschreven regel, de rechter kan dit als
aanvulling gebruiken bij de bepaling van de inhoud van hetgeen partijen zijn
overeengekomen. Er staat nergens wat dit precies inhoud, dat hangt van de
omstandigheden af. Een ander voorbeeld van ongeschreven recht zijn de algemene
beginselen van behoorlijk bestuur, die in bestuursrecht een rol spelen.
Rechtssubjecten zijn dragers van rechten en plichten en zijn rechtsbevoegd.
Hoofdstuk 5
Een rechtshandeling is een handeling van een rechtssubject die het rechtsgevolg
heeft dat de bedoeling (beoogd) was van het handelende rechtssubject en dat ook
erkend wordt door het recht. VB: Directeur Jongbloes van JB B.V. geeft architect
koks en aannemers Brands de definitieve opdracht van de bouw van het nieuwe
kantoor van JB B.V. tegen door hen aangeven aanneemsom.
Bij een eenzijdige rechtshandeling kan de wil van een persoon het rechtsgevolg in
het leven roepen. Er zijn twee soorten eenzijdige rechtshandelingen:
1. Eenzijdig ongerichte rechtshandeling VB: Het opmaken van een testament. De
verwerking van een nalatenschap. Het afstand doen van een
huwelijksgemeenschap. Het plaatsen van een advertentie in een weekblad.
2. Eenzijdig gerichte rechtshandeling VB: Het verlenen van een volmacht. Het
opzeggen van een huur- of arbeidsovereenkomst. De bekrachtiging van een
rechtshandeling. De ontbinding van een overeenkomst. Een ingebrekestelling. Een
aanbod. Een verrekeningsverklaring.
Om een meerzijdige rechtshandeling komt tot stand te laten komen is de wil van twee
of meer rechtssubject nodig om het door hen beoogde rechtsgevolg te doen intreden.
Een verbintenisscheppende overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling die
gericht is op het scheppen van verbintenissen. De verbintenis is dan het
rechtsgevolg van deze meerzijde rechtshandeling. De meeste
verbintenisscheppende overeenkomsten doen twee verbintenissen ontstaan.
1. een wederkerige (verbintenisscheppende) overeenkomst
VB: machine handel TNW huurt voor 5 jaar een loods van Onroerendgoed
maatschappij peter bakker B.V. voor 225€ per vierkante meter. Koopovereenkomst.
Arbeidsovereenkomst. Reisovereenkomst. Verzekeringsovereenkomst.
2. eenzijdige (niet-wederkerige verbintenisscheppende) overeenkomst.
VB: Dik geeft Coen een camera cadeau. Schenking.
Vereisten totstandkoming van een rechtshandeling.
1. Een handelingsbekwaam rechtssubject
Je bent handelingsbekwaam als je in staat bent (onaantastbare) rechtshandelingen
te verrichten. Natuurlijke en rechtspersonen kunnen handelingsbekwaam zijn.
2. Een rechtsgevolg gerichte wil
Met wil wordt bedoeld de subjectieve wil: de verklaring is de uiting van die wil.
3. Een verklaring waarin de op een rechtsgevolg gerichte wil is geopenbaard.
, Vertrouwensbeginsel is dat je erop kan vertrouwen dat als iemand zegt dat hij
iets wil, dat diegene dat ook echt wil. VB: Firma bestelt 5 bureau stoelen voor
€200 ex btw. Meneer de poep ziet in de etalage een camera voor €725,- de verkoper
deelt mee dat er sprake is van een vergissen en dat het €825,- moet zijn. Nu krijgt
meneer de poep de camera voor €725,- om hij kon vertrouwen dat wat in de etalage
staat juist was.
Bij onderzoeksplicht heb je de plicht te onderzoeken of de wederpartij werkelijk wil
wat hij verklaart.
De rechtshandeling komt pas tot stand als de verklaring de persoon tot wie zij gericht
is heeft bereik. Ontvangst theorie is het moment dat de rechtshandeling tot stand
komt. Soms komt er toch een rechtshandeling tot stand ook al heeft hij de aanbieder
nog niet bereikt dat is als:
1. als de aanbieder zelf of degene voor wie hij aansprakelijk is, de oorzaak is
van het feit dat de verklaring niet of niet tijdig heeft bereikt.
2. wanneer er sprake is van andere omstandigheden die zijn persoon betrekken
en die rechtvaardigen dat hij het nadeel draagt. Persoonlijke omstandigheden
behoren namelijk altijd tot iemands eigen risico.
VB: Piet bied een partij knollen aan. Hans faxt ik aanvaard je aanbod, het woord niet
is hier weggevallen. Maar dit is wel een geldige overeenkomst omdat hans zelf de fax
wilde gebruiken.
VB: Piet doet een aanbod en verzoekt het per e-mail te antwoorden. Ook hier is het
woordje niet weggevallen. Hier is het niet geldig omdat piet het communicatiemiddel
heeft uitgekozen.
Degene die het communicatiemiddel heeft gekozen draagt ook het risico van een
eventuele gemaakte fout.
Intrekken van een bepaalde verklaring moet om haar werking te hebben die persoon
eerder dan of gelijktijdig met de eerste verklaring bereiken. VB: BGA doet Frans een
schriftelijk aanbod voor een computer, BGA wil het aanbod intrekken. BGA moet nu
zorgen dat de tweede verklaring Frans eerder bereikt dan de eerste.
Rechtshandeling kan nietig zijn of vernietigbaar.
Nietig is als het:
1. Als de inhoud of strekking in strijd is met de goede zeden of openbare orde,
of in strijd is met dwingende wetsbepaling.
2. Als de persoon handelingonbevoegd is.
3. De eenzijdige ongerichte rechtshandeling van een handelingsonbekwame of
met een geestelijke stoornis.
Vernietigbaar:
1. Als het verricht is door een handelingsonbekwame (muv de eenzijdig
ongerichte rechtshandeling)
- minderjarige en ondercuratelestelling.
2. Als het verricht is door iemand met een geestelijk stoornis. (muv de eenzijdig
ongerichte rechtshandeling)
3. Als er bij de totstandkoming sprake is geweest van een zogenoemd
wilsgebrek.
- bedreiging
- bedrog
- misbruik van omstandigheden
- dwaling (de eigenaar wist niet dat het vaasje nep was)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ambersnikkers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.