Inleiding tot handels- en ondernemingsrecht (A000896A)
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
bedrijfseconomieugent
Reviews received
Content preview
Inleiding tot het ondernemingsrecht – samenvatting
Situering van het ondernemingsrecht
Recht -> objectief en subjectief
Objectief recht : gaat over de regels
Uiterlijke menselijke gedragingen : gedachten zijn vrij, handelingen zijn gebonden
Gelinkt aan maatschappelijke context : evolueert mee met maatschappij
~ verbonden met rechtsfilosofie -> hierdoor zijn regels niet universeel, maar gebonden aan context
Opgelegd door een bevoegd orgaan (democratisch verkozen door volk in België) -> afdwingbaar
≠ Subjectief recht : rechten van de burgers / rechtssubjecten
Legitieme aanspraken die u heeft als burger
Vloeien voort uit het objectieve recht!
Voorbeeld : u koopt iets, dan krijgt u eigendomsrecht, wat een subjectief recht is. Wanneer u iets
huurt krijgt u subjectieve rechten t.a.v. verhuurder...
Bronnen van het recht
1. Wet + decreet, ordonnantie, KB, MB
Terug te vinden in het Belgisch Staatsblad
Wet : regelgevende akte uitgevaardigd door parlement = wetgevende macht (~ scheiding der machten)
Decreet : door deelstaten (Vlaams GW + Vlaamse GM / Waals GW / Franstalige GM / Duitstalige GM)
Ordonnantie : door Brussels Hoofdstedelijk Gewest
KB & MB : op federaal niveau door uitvoerende macht. KB is verduidelijking van recht die reeds gemaakt is
door wetgevende macht. KB wordt getekend door koning. Indien nog onduidelijkheden kan KB verder worden
gedetailleerd door MB, wat uitgevaardigd is door één minister
Andere niveaus : besluit van Vlaamse regering of besluit bepaald minister
2. Recht-spraak
Beslissingen door rechtbanken helpen mee vorm te geven aan recht. Geen precedentenwerking (!) : rechtbank is
niet gebonden door wat een andere rechtbank eerder heeft besloten ( common-law landen). In België kunnen
problemen anders beoordeeld worden -> geen eenheid van recht, maar wel vorming van recht waarop
wetgevende macht dan kan inspelen. Een regel kan nooit 100% sluitend zijn.
Belangrijkste hierbij : arresten van hoogste rechtscolleges (Hof van Cassatie, Grondwettelijk Hof en Raad van State)
aangezien de teksten van de arresten daar zoveel mogelijk via gratis databank terug te vinden zijn.
3. Rechtsleer
Analyse en besprekingen van rechtsteksten door mensen die het recht bestuderen.
4. (Gewoonte)
Wanneer bepaald iets niet gereguleerd is kan rechtbank kijken naar gewoontes en praktijken uit die sectoren.
5. (Billijkheid)
We weten het niet en er is een objectieve bron van recht, dus oplossing zoeken die fair, eerlijk en redelijk is.
Maar wat billijk is voor rechter a kan niet billijk zijn voor rechter b : eigen waardencontext.
1
,Rechtbanken van België
Politierechtbank : allerlichtste strafrechtelijke inbreuken. Dit is ook de verkeersrechtbank.
Vredegerecht : zou dichtste bij burger moeten staan. Zetelt 1 magistraat en 1 à 2 secretariaatsmedewerkers.
Gaat over kleine geschillen tot €5000. Makkelijk toegankelijk en kan zonder advocaat.
Rechtbank van eerste aanleg : strafrechtelijke geschillen en geschillen boven €5000. Grootste rechtbank van
het systeem. Bestaat uit drie delen :
Correctionele rechtbank : strafrechtelijke zaken (levensdelicten, diefstal, drugsdelicten...)
Familie- en jeugdrechtbank : hoederecht, echtscheidingen...
Burgerlijke rechtbank : overschot
Beslist ook over beroepen van beslissingen van de lagere rechtbank. Er is namelijk recht op dubbele aanleg!
Hof van Beroep : dit zijn serieuzere zaken. Niet tevreden met beslissing? Cassatieberoep mogelijk.
Hof van Cassatie : klassiek het hoogste, maar er zijn er drie. Cassatie bemoeit zich niet met feiten, maar
bemoeit zich met de invulling van het recht.
Nicheproblematieken :
Hof van Assisen : allerergste misdrijven. Werkt met een lekenjury samen met beroepsmagistraat.
Ondernemingsrechtbank : sinds Napoleon -> ondernemers moeten eigen rechtbank hebben die sneller,
flexibeler en via minder strikte regels functioneren. Hier gaat het over geschillen tussen ondernemingen (zelfs
al is het lager dan €5.000). Beroep aantekenen? Terug naar klassieke stelsel : hof van beroep.
Arbeidsrechtbank : geschillen tussen werknemers en werkgevers. Eigen beroepsinstantie : Arbeidshof
Hogere niveau nog twee belangrijke rechtbanken :
Grondwettelijk Hof : toetst wetten aan de grondwet (federale wetten en wetten van deelstaten).
Bevoegdheidsverdeling wordt hier in acht genomen -> toezicht op wetgevende macht.
Raad van State : toetst uitvoerende handelingen (KB’s en MB’s) aan wet en grondwet -> toezicht op
uitvoerende macht. Voorbeeld zomerbar X mag wel van gemeentebestuur maar zomerbar Y niet in zelfde
gemeente, dan naar Raad van State : deze gaat nagaan of gelijkheidsbeginsel gerespecteerd wordt.
2
,Vlaanderen heeft ook eigen hoogste Vlaams rechtscollege! Ontstaan door discussie over bouwvergunningen : veel
te veel klachten bij RvS waardoor heel traag. Twee opties : meer centjes in RvS of eigen instelling : Raad voor de
Vergunningen betwistingen -> heeft deel uit bevoegdheid RvS gesneden.
Ander orgaan : Raad voor Betwistingen omtrent Studievoortgangsbeslissingen
Vindplaatsen Belgische recht -> wet staat in Belgisch Staatsblad, pas na verschijning van kracht. Rechtspraak zelf
is niet vrij toegankelijk : je kan in RB gaan luisteren, maar wat RB beslist wordt enkel aan betrokken partijen
gegeven, dit doordat er geen precedentenwerking is. ≠ bronnen van recht
Meergelaagde rechtsorde -> bovenop federaal, Vlaams, provincies en lokaal bestuur komt Europees niveau.
Europees recht heeft voorrang op Belgische recht in hiërarchie van normen.
Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU) = grondwet van de EU
Verordeningen : wetten door Europees Parlement -> rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten
Richtlijnen : geen directe werking -> eerst nog omzetten in nationaal recht vooraleer van kracht
Rechtspraak
Europese Hof van Justitie : beroepsinstantie en beslist over belangrijkste zaken
Ger. : Europees Gerecht van Eerste Aanleg
Er is ook Europees Hof voor de Rechten van de Mens, maar staat los van de EU. EHRM houdt zich bezig met
toepassing EVRM, wat gecoördineerd wordt door Raad van Europa.
O B J E C T I E F B E L G I S C H R E C H T
Publiek recht -> recht tussen overheid en burger (verticale verhouding).
Grondwettelijk recht : absolute basisafspraken tussen burger en OH
Administratief recht = bestuursrecht : hoe OH ons bestuurt (bevoegdheidsverdelingen, werking provincies,
vergunningen...)
Sociaal recht = socialezekerheidsrecht : op welke aanspraken u als burger recht hebt ten aanzien van sociale
zekerheid en sociale zekerheidsorganisaties die door OH zijn gemaakt.
Fiscaal recht : belastingen (grondslag belastingen, percentages...)
Strafrecht : misdrijven en straffen. Meest verregaande straf is vrijheidsberoving.
Economisch recht : deels publiek en deels privaat. In België is er vrijemarkteconomie waar er in principe geen
overheidsinterventie is, maar soms moet overheid toch ingrijpen, vb. wanneer prijzen in een sector niet
correct zijn... Maar ingrijpen van OH kan enkel onder strikte voorwaarden.
Privaat recht -> burgers onderling (horizontale verhouding).
Burgerlijk recht : goederenrecht, contractenrecht, schaderecht, familierecht...
Gerechtelijk recht : regelt hoe een juridische procedure wordt gevoerd (termijnen, zaken respecteren...)
Arbeidsrecht : verhouding werkgevers – werknemers
Handelsrecht = ondernemingsrecht : ondernemingen versus andere ondernemingen en niet-ondernemingen
Vennootschapsrecht : hoe burgers samenwerking kunnen organiseren in de vn
Economisch recht : vb. over reclame, solden... -> ingrijpen OH op markt + OH die regels oplegt aan bedrijven
3
,Handels- vs. ondernemingsrecht
Handelsrecht : wetboek van koophandel (W. Kh.) 1807 (opgeheven 1/11/2018). Afwijkend & aanvullend
handelsrecht ten opzichte van burgerrecht (inzake bewijs, kennelijk onvermogen, gerechtelijke procedures...)
Handelsrecht stamt uit tijd van Napoleon, door ouderdom enkele problemen -> daarom vanaf jaren ’60 nieuwe
regeltjes die men niet in oude wetboek toevoegde -> °ondernemingsrecht : veel ruimer dan handelsrecht en alle
mogelijke regels die buiten wetboek van koophandel vielen.
Ondernemingsrecht gaat over alle mogelijke regels die met het ondernemingsleven (commerciële leven) te maken
hebben en die stelselmatig naast het oude handelsrecht zijn gecreëerd. Hier gaat men uit van ruimere
ondernemingsbegrip (waartoe Europese reglementeringen ook hebben bijgedragen).
Dus ondernemingsrecht = vroegere handelsrecht + vennootschapsrecht + insolventierecht + handelscontracten +
economisch recht.
Economisch recht : geheel van rechtsregels die economische activiteit beheersen. Tussen ondernemingsrecht en
economisch recht bestaat grote overlap! Vaak wordt economisch recht hier als publiekrechtelijk van aard aanzien.
Vestigingsrecht = reglementering waaraan onderneming moet voldoen om ondernemingsactiviteit te
kunnen starten. Staat slechts deel in WER, rest staat in decreten, dit door bevoegdheidsverdeling.
Prijzenreglementeringen & mededingingsrecht & marktpraktijken en consumentenbeschermingen.
Bron economisch recht :
Wetboek van economisch recht (WER) : gaat over ondernemingsrecht!
Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV) : aangezien WER al te dik was, is het apart deel.
Basisbegrippen
Zorgen ervoor dat wet van toepassing is of niet.
Handelaar
Dit is strikt juridisch en gaat over natuurlijke personen (kijken naar werkelijke activiteit) en rechtspersonen (kijken
naar activiteit in statuten). Dit begrip zorgt dat het handelsrecht toepasselijk is of niet, ondertussen afgeschaft!
“Kooplieden zijn zij die daden uitoefenen, bij de wet daden van koophandel genoemd, en daarvan, hoofdzakelijk
of aanvullend, hun gewoon beroep maken.”
Daden van koophandel
= aankopen om te verkopen + industrie (m.u.v. landbouw en ambacht) + vervoer + openbare schouwspelen
(toneel, concerten, fuiven...) -> ONLOGISCH!
-In 17de eeuw werden verrichtingen i.v.m. grond (landbouw, mijnen, groeven...) aan handelsrecht onttrokken :
boer die enkel producten van grond gebruikt en verkoopt is geen handelaar, maar gebruikt die meststoffen van
een derde dan wel. Verhuring onroerende goederen is burgerlijk recht, maar immobiliënhandel is handelsrecht.
Bijkomende voorwaarden om écht van een handelaar te spreken (naast bovenstaande activiteiten) :
Beroepsmatig : op grond van een uitgebouwde organisatie. Belegger handelt uit eigen vermogen niet, maar
handelt in professioneel verband wel.
Winstoogmerk : het is een vermoeden dat weerlegbaar is -> het is toegelaten om het tegenbewijs te leveren
dat de handeling niet met de subjectieve bedoeling winst na te streven is, maar uit onbaatzuchtige
overwegingen werd verricht. Voorbeeld pastoor bouwt zwembad = handelaar, MAAR doet dit om religieuze
werken te financieren = geen handelaar.
Voor zichzelf : de hoedanigheid van de handelaar zal worden toegerekend aan de handelaar, werkgever of
opdrachtgever. Winkelpersoneel is dus geen handelaar, bestuursleden vn zijn geen handelaar.
4
,Onderneming
= een zelfstandige en duurzaam georganiseerde groep van mensen die met behulp van materiële en immateriële
middelen, goederen of diensten produceren of distribueren tegen betaling, door afnemers van die goederen en
diensten, van een vergoeding welke ertoe strekt en erop berekend is om evenveel of bij voorkeur meer inkomsten
op te leveren dan er uitgaven nodig zijn voor de werking van de organisatie.
Feitelijk : wat ik denk dat het is juridisch : wat recht zegt dat het is.
Klassiek ondernemingsbegrip (sinds jaren ’60)
“Iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die op duurzame wijze een economisch doel nastreven.”
Natuurlijke en rechtspersonen = rechtssubject.
-> dragers rechten & plichten, hebben eigen vermogen en treden los van deelnemers op via vertegenwoordigers.
Voorbeeld rechtssubject is vennootschap : wordt op gelijke voet behandeld als een natuurlijker persoon.
Ze hebben eigen vermogen en bankrekening en treden los van deelnemers op : als RP iets koopt dan is het van RP
en niet van personen die RP hebben opgericht. Echter moeten er vertegenwoordigers zijn die in naam van RP
handelingen uitvoeren.
Ze moeten op duurzame wijze economisch doel nastreven, het is dus niet éénmalig of occasioneel, maar repetitief.
Er moet ook economische activiteit zijn, dus er moet iets op de markt aangeboden worden.
Nieuw “formeel” ondernemingsbegrip
Vanaf 1/11/2018 : centraal ondernemingsbegrip WER (mits uitzonderingen)
Natuurlijke personen (NP) zelfstandig beroepsactiviteit : vb. zelfstandige met éénmanszaak
NP : mensen van vlees en bloed. Geen juridische constructies nodig om handelsactiviteit te voeren.
Zelfstandig : niet als ondergeschikte van baas en zonder arbeidsovereenkomst (geen dienstverband).
Belangrijk dat zelfstandig in sociaal recht en in ondernemingsrecht los van elkaar staan.
Beroepsactiviteit : niet elke activiteit is beroepsactiviteit (vb. les volgen via zoom)
⬧ Regelmaat – organisatie : éénmalig iets verkopen op 2dehands niet, maar webshop wel
⬧ Niet louter occasioneel of normaal beheer privévermogen
⬧ Irrelevant : aard activiteit of winstoogmerk -> wat je doet maakt niet uit
⬧ Met oog op behalen van een inkomen (om in levensonderhoud te voorzien)
Toepassingen
⬧ Niet-handelaar
Vrij beroep = gereglementeerde beroepen met tuchtorganen (juridische,
medische en cijfermatige sfeer). Huisarts voldoet aan de voorwaarden
onderneming, echter als die onder contract in ziekenhuis werkt niet...
Landbouw : boer
Ambacht : doen zuiver materieel werk
⬧ Deeleconomie? Ik verhuur kamer in huis op Airbnb dan ben ik niet zelfstandig, maar ik
verhuur meerdere kamers / appartementen dan wel.
⬧ Bestuurder vennootschap? Vb. Jef Colruyt zit in bestuur Colruyt NV, hij doet dit op
zelfstandige basis (volgens vennootschapsrecht), hij doet zijn activiteit regelmatig en krijgt
hiervoor loon, dus eigenlijk is Jef Colruyt een onderneming... Stel ik zit in bestuur
leerlingenraad op school, dan ben ik dit niet, want niet regelmatig en geen winstdoel.
5
, Rechtspersonen (RP) = juridische fictie
Algemeen concept
Rechtspersoon van privaatrecht : ondernemingen opgericht door bedrijven
⬧ Vennootschappen -> doel : winstverdeling
Vroeger meer vn dan met komst WVV. Doel is winst maken en verdelen onder de
aandeelhouders, deze zijn de NP die achter de vn zitten, vaak de oprichters. Vroeger was er
een pluraliteitsvereiste van vn aanwezig : contract op grond van twee of meerdere
personen die iets overeenkomen (gestructureerde manier van samenwerken), maar nu kan
vn ook opgericht worden door één persoon alleen.
⬧ Verenigingen -> doel : belangeloos
Verenigingen zonder winstoogmerk (vzw’s) kunnen bepaalde gebouwen hebben, ze mogen
winstgevende activiteiten doen, maar mogen deze niet uitkeren. De winst moet gebruikt
worden voor hogere belangeloze doel van de vereniging. Bij opdoeken van uw vzw moet u
de overgebleven winst bestemmen aan een andere vzw die een gelijkaardig belangeloos
doel heeft.
Rechtspersoon van publiekrecht : ondernemingen opgericht door overheid
⬧ Politieke RP : de staat, de gewesten, de gemeenschappen... Worden exclusief gerund door
verkozen leden.
⬧ Publiekrechtelijke RP : taak van algemeen belang, vb. staatsbedrijven (NMBS, De Lijn),
intercommunales (Ivago)...
Concreet m.b.t. ondernemingsbegrip
Private RP zijn allemaal ondernemingen
NIET gezien als onderneming :
⬧ Politieke RP
⬧ Publiekrechtelijke RP die geen goederen of diensten op een markt aanbieden -> vb.
intercommunale (u kan hier geen diensten bij bestellen). Maar wetgever is proactief voor
publiekrechtelijke RP die wel goederen of diensten op een markt aanbieden : ze zijn
onderworpen aan ondernemingsrecht maar vrijstellingen (geen faillissement mogelijk...)
Organisatie zonder RP : groeperingen die toch als ondernemingen worden beschouwd
Vennootschap zonder RP -> DUS vennootschap ≠ RP
Vennootschap = opgericht bij een rechtshandeling door één of meer personen, vennoten genaamd,
die een inbreng doen. Zij heeft een vermogen en stelt zich de uitoefening van één of meer
welbepaalde activiteiten tot voorwerp. Één van haar doelen is aan haar vennoten (on)rechtstreeks
een vermogensvoordeel uit te keren of te bezorgen.
⬧ Maatschap : meest eenvoudige vorm van een vn
⬧ VOF : vennootschap onder firma
⬧ Comm. V. : commanditaire vennootschap
NIET vereniging zonder RP (= feitelijke vereniging)
Vzw heeft RP, maar sommige feitelijke verenigingen hebben geen RP. Voorbeeld ik en enkele
studenten willen iets gaan drinken : je bent feitelijke vereniging want je hebt doel, maar je bent niet
onderworpen aan ondernemingsrecht.
6
, Enkele basisregels van het ondernemingsrecht
Regelen gemeen aan alle ondernemingen
Inschrijven in de KBO (kruispuntbank van ondernemingen) (°16/1/2003)
Doel : unieke gegevensverzameling en administratieve verplichtingen opgelegd aan ondernemingen
vereenvoudigen en werken van de overheidsdiensten efficiënter organiseren.
Via ondernemingsloket : kan digitaal, maar niet rechtstreeks. Een ondernemingsloket is een bedrijf
dat diensten aanbied aan ondernemingen, houden zich ook vaak bezig met sociale zekerheid voor
zelfstandig (vb. Partena, Securex...). De ondernemingsloketten helpen bij het inschrijven in KBO, gaan
na of aan alle voorwaarden zijn voldaan...
Inschrijven in ondernemingsloket moet bij oprichting onderneming, alsook bij opening nieuwe
vestigingseenheid. Als je stopt worden gegevens nog 30 jaar bewaard.
Belangrijk : ook organisaties zonder RP (vb. maatschap) moeten zich inschrijven in KBO, anders
kunnen ze niet deelnemen in rechtsverkeer en geen rechten en verplichtingen aangaan met derden.
Uniek ondernemingsnummer : identificatie ten aanzien van overheid ~ BTW-nummer
Echter moet u zich nogmaals registreren bij BTW-administratie in controlekantoor van woonplaats
en dan krijg je BTW-nummer (maar dus zelfde als ondernemingsnummer).
Ondernemingsnummer moet overal gebruikt worden (communicatie naar derden, op gebouwen...)
-> doel is dus achterliggende informatiestroom toegankelijk te maken.
Indien je werknemers tewerk stelt moet je dit onmiddellijk aangeven zodat sociale
zekerheidsbijdragen door RSZ-diensten kan worden vastgesteld -> déclaration immédiate –
onmiddellijke aangifte = Dimona-aangifte
Bijkomende publiciteitsverrichtingen : voor ondernemingen in vn-vorm moeten alle bescheiden met
betrekking tot de oprichting, interne organisatie en statutenwijziging worden opgenomen in
vennootschapsdossier dat bijgehouden wordt op griffie van ondernemingsrechtbank. Voor vzw’s en
private stichtingen noemt dit een stichtingsdossier, wat ook bij ondernemingsrechtbank moet.
KBO public search : tijd van Napoleon -> als je een onderneming wilt zijn moet het publiek kunnen
beslissen vooraf of ze in zee willen gaan en moet men achteraf kunnen kijken hoe het zit met de
financiële zaken. Privacy is ten dele opgegeven ten aanzien van het publiek. De gegevens vermeld op
de uittreksels van de KBO hebben bewijskracht tot het bewijs van tegendeel.
De kruispuntbank legt een link tussen verschillende databanken : algemene info onderneming, RSZ,
balanscentrale (JR), publicaties van vn in Belgisch Staatsblad (enkel bij vn)...
Vermoeden onderneming te zijn : eens u beslist hebt om u in te schrijven in KBA, dan wordt er van
uitgegaan dat u een onderneming bent en dus dat je onderworpen bent aan ondernemingsrecht. Dit
wettelijke vermoeden heeft geen enkele constitutieve werking wat de hoedanigheid van de
onderneming betreft : deze volgt enkel uit vervulling van voorwaarden onderneming, waarbij
inschrijving in KBA niet één van deze voorwaarden is.
Uitzonderingen : sommige ondernemingen moeten zich niet inschrijven in KBO
⬧ Bestuurders van vennootschappen : Jef Colruyt is geen onderneming want is bestuurder
van Colruyt NV die wel is ingeschreven in KBO
⬧ Mensen actief in deeleconomie : mensen mogen tot bepaald bedrag bijverdienen zonder
belasting in deeleconomie (mits voorwaarden)
7
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bedrijfseconomieugent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $14.54. You're not tied to anything after your purchase.