- Tijdens de WOI had Amerika een oorlogseconomie = de economie van een land in oorlog is
dan nagenoeg helemaal gericht op het ondersteunen van het leger (was ongebruikelijk in
Amerika) -> overheid had iets te zeggen over de economie
- 1920 (2 jaar na wapenstilstand) – Republikein Hariding komt aan de leiding en wil dat de
economie terugkeert naar de omstandigheden voor de oorlog (veel kritiek tegen beleid van
Wilson (oorlogseconomie)) -> isolationisme = buitenlandse politiek van de VS waarin dit land
afzijdig wilde blijven van conflicten buiten het eigen continent -> Roaring twenties = bijnaam
voor de jaren 20 waarin veel modernisering plaatsvond
Vooruitstrevend
Modernisering (jaren 20) VS -> minder mensen op het platteland, meer mensen in de stad
-> lage sterftecijfers
-> binnenlandse migratie – Great Migration = periode van 1919 tot
1930 waarin veel Afro-Amerikanen vanuit de zuidelijke staten naar de
steden in het noorden trokken
GROEIENDE BEVOLKING -> VEEL WOLKENKRABBERS EN
BUITENWIJKEN
-> meer gebruik van machines/lopende band, dus kosten lager
-> consumptiemaatschappij = samenleving waarin mensen hun
status ontlenen aan het bezit en het kopen van producten
HEEL VEEL PRODUCTEN WERDEN GEKOCHT EN ER WERD FLINK
GEÏNVESTEERD DOOR DE REGERING
Behoudend
Mensen op het platteland waren niet blij met de modernisering -> drooglegging = periode tussen
1920 en 1933 waarin in Amerika alcoholische dranken verboden waren (met als doel verkleinen van
criminaliteit) -> juist extra criminaliteit en handel in alcohol
-> iedereen moet de christelijke normen en waarden accepteren, anders werd je veroordeeld
-> Segregatie = Het scheiden van blanke en zwarte Amerikanen door aparte voorzieningen aan te
bieden (dit gebeurde dan ook veel) -> KKK bestond uit blanke mensen die tegen de zwarte
Amerikanen waren (vooral in het zuiden) -> Red scare = heksenjacht op communisten in Amerika
, 5.2 De grote depressie
Vrijemarkteconomie
Tijdens de jaren 20 kwamen alle presidenten uit de Republikeinse partij – ze waren grote
voorstanders van het kapitalisme en de vrijemarkteconomie (ondernemers zo veel mogelijk vrijheid)
-> belastingen voor bedrijven omlaag / stakende arbeiders hard aangepakt / minimumloon
afgeschaft / wetgeving voor kinderarbeid teruggedraaid
Overheid moet zich zo min mogelijk bemoeien met het dagelijks leven en de economie / politiek
steunde grote ondernemers -> arbeidsomstandigheden van arbeiders konden nu ook verbeterd
worden -> geen overheid nodig voor vrijemarkteconomie
Er waren grote financiële verschillen tussen Amerikanen -> grote bedreiging voor de economische
groei
De grote illusie
Hoover kwam aan de macht en beloofde een goede toekomst voor elke Amerikaan -> aandelenbeurs
stort in -> ingrijpende economische crisis
Zwakke plekken die de economische groei bedreigden;
- Overproductie in de landbouwsector -> mechanisatie, prijzen lager, geen productie voor EU
-> boeren konden schulden van de WOI nauwelijks terugbetalen / boeren hadden zelf minder
te besteden
- Door consumptiemaatschappij zijn veel financiële risico’s genomen (veel producten gekocht
op afbetaling) -> niet goed gecontroleerd door banken -> burgers met grote schulden
- Speculatie met aandelen -> veel Amerikanen kochten aandelen met geleend geld op de hoop
om winst te draaien -> deze winst kwam niet en het geld was geleend
Beurskrach en crisis
- De verkoop van consumptiegoederen daalde -> markt verzadigd
- De rijke Amerikanen hadden veel spullen / arme Amerikanen hadden heel veel schulden
- De vraag naar nieuwe huizen daalde
- Beurshandelaren gingen aandelen verkopen op de hoop dat ze nog iets opleverden -> Zwarte
donderdag = de dag waarop de aandelenbeurs van Wall Street instortte -> speculanten
verliezen veel geld door de beurskrach = gebeurtenis waarbij de koers van de aandelen
ingrijpend daalt -> geleende aandelen konden niet terug betaald worden aan de bank ->
banken failliet -> banken gingen bezuinigen om te voorkomen dat ze failliet gingen
Jaren 30 – crisis slaat over naar Europa
Amerika treft maatregelen -> beschermen van eigen economie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evagehoel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.