Pathologie P4
College 1 – perifeer motorische stoornissen
Literatuur
Uit: Kuks, J. & Snoek, J. (2016) Leerboek klinische neurologie (18e, herziene druk). Houten: Bohn
Stafleu van Loghum:
• §4.1.4 (m.b.t. de spierrekkingsreflexen bij een centrale versus perifere verlamming)
• §12.1 (m.b.t. de indeling van neuro-musculaire aandoeningen)
• §13.1 t/m 13.1.3 (m.b.t. de indeling en symptomen van zenuwaandoeningen)
• §13.4 (m.b.t. mononeuropathie)
• §13.7 t/m §13.7.1 (m.b.t. polyneuropathie)
College
Centraal versus perifeer motorisch neuron
Centraal motorisch neuron: in het centraal zenuwstelsel afdalende motorische systemen die
uiteindelijk de perifeer motorische neuronen aansturen. Het zijn uiteindelijk de perifeer motorische
neuronen die met zijn axonen naar de periferie toe gaan.
Maar meestal wordt met het centraal motorisch neuron de piramidebaan bedoeld.
Niveaus van perifeer-motorische stoornissen
,Differentiële diagnostiek van perifeer-motorische stoornissen
Een symptoom van een perifeer motorische stoornis is het
wegvallen/minder worden van de spierrekkingsreflex.
Spierrekkingsreflex: de spierspoel is een sensor die gevoelig is
voor rek. Als je die spier passief rekt dan reageert die spierspoel
daarop en die verzend dan meer prikkels via de achterwortel
naar het ruggenmerg. Daar heb je een synaps met een
motorische voorhoorncel en die wordt daardoor geprikkeld.
Daardoor zal dezelfde spier die gerekt werd samentrekken.
Als er ergens een kink in de kabel (dit geldt voor een reflexboog, maar niet automatisch voor een
multisegmentale baan) komt, zal deze reflex wegvallen of verminderen. Deze kink in de kabel is op
veel plekken mogelijk, zowel afferent als efferent (en centraal). Het centraal motorisch neuron kan in
de acute fase ook zorgen voor een slappe verlamming, maar in de chronische fase zet dit door in een
ontremming en krijg je juist een hyperreflexie.
Symptomen perifeer-motorische stoornissen
Indicatief indien aanwezig: dit betekent dat dit symptoom aanwijzend is voor een bepaald niveau
Fasciculatie
De aanwezigheid van fasciculatie doet al snel denken aan de aanwezigheid van een stoornis op het
niveau van de motorische voorhoorncel.
Fasciculatie:
- Onwillekeurige kleine spiertrekking (muscle twitch)
- Van een groep spiervezels die behoren tot een enkele motorische eenheid (motor unit):
worden door een enkele motorische voorhoorncel geïnnerveerd
- Ontstaan ten gevolge van een spontane actiepotentiaal
- Zónder bewegingsuitslag van de spier
, - Goedaardig (b.v. in kuiten of ooglid)
• Oorzaak: ?; grote inspanning, stress, overdosis cafeïne, vermoeidheid, slaapgebrek,
droog oog
- Pathologie (vooral, maar niet alleen, van
voorhoorncel)
Reïnnervatiefenomeen: spiervezels worden opnieuw
geïnnerveerd na eerdere uitval
- Na uitval voorhoorncel: (in eerste instantie
denervatie) reïnnervatie van gedenerveerde
spiervezels door collaterale ‘sprouting’ vanuit axonen
van nog intacte voorhoorncellen (vorming grotere
motor units)
• Deze nieuwe tak is nog niet goed gemyeliniseerd
en daarin kan spontaan een actiepotentiaal
ontstaan
Myotonie en verhoging CK
De aanwezigheid van myotonie en een verhoogde CK (creatinekinase) gehalte duidt op de
aanwezigheid van een stoornis op het niveau van de spier. Dus een myopathie, oftewel een
spierziekte.
Myotonie:
- 3 – 10 seconden durende nacontractie van spier
- Na percussie of willekeurige contractie
• Bv. na ballen vuist of dichtknijpen ogen: moeilijk om snel weer te openen
- Voorkomend bij bepaalde spierziekten
CK (creatinekinase):
- Enzym, vooral in spiercellen voorkomend
- Is betrokken bij de energiehuishouding
Lokalisatie van uitval bij radiculopathie versus neuropathie
Kenmerken:
- Mononeuropathie: stoornissen treden op in de door de
betreffende zenuw geïnnerveerde structuren:
• Specifieke spieren en huidgebieden etc.
- i.t.t. radiculopathie, waarbij stoornissen optreden in de
door de betreffende wortel geïnnerveerde structuren:
• segmentale uitval (myotoom, dermatoom, etc.)
Mononeuropathie
Kenmerken:
- somatische motorische stoornissen:
• spierzwakte/-uitval
• spieratrofie
• hypo-/atonie
• hypo-/areflexie
- autonome motorische stoornissen: (de periferie heeft enkel het sympathisch systeem)
• vasomotorische stoornissen
, • trofische stoornissen:
o bv. glossy skin, afbrokkelende nagels
• uitval zweetsecretie (anhidrose)
- sensibele stoornissen:
• bij partiële zenuwlaesie eerder optredend dan motorische symptomen
• paresthesieën (dove, prikkelende gevoelens)
• hyp-/anesthesie:
o uitbreiding: gnostisch (de fijne aanrakingszin, bewegingszin, proprioceptie) >
vitaal (pijn, temperatuur)
o (i.t.t. radiculopathie: vitaal > gnostisch)
• A.g.v. overlap van huidzenuwgebieden: vaak anesthetisch gebied omgeven door
hypesthetisch gebied
Oorzaken:
- Trauma
- Compressie:
• Direct a.g.v. druk op zenuw
• Indirect a.g.v. vascularisatiestoornis door druk op bloedvat
- Primaire vascularisatiestoornis (b.v. door diabetes mellitus)
Polyneuropathie
Bij een polyneuropathie is er sprake van een diffuse algemene aandoening van het perifere
zenuwstelsel. Waarbij de langere vezels meer zijn aangedaan, daardoor is distaal meer aangedaan
dan proximaal. Eerder sensibele verschijnselen dan motorische verschijnselen.
Kenmerken:
- Motorische en sensibele symptomen: zie mononeuropathieën
- Symmetrisch (omdat het hele perifere zenuwstelsel diffuus is aangedaan)
- Distaal > proximaal (sok-/handschoenpatroon)
- Bij axonale polyneuropathie:
• Uitval sensibel > motorisch
- Bij demyeliniserende polyneuropathie:
• Uitval motorisch > sensibel
- Vaak pijn bij druk en rek
- Bij zwakte van teen-/voetspieren: uitval extensoren > flexoren
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller julissavandenberg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.