Samenvatting tentamen Hoofdlijnen Nederlands recht, ISBN: 9789001593193 Hoofdlijnen Nederlands Recht (REC13)
5 views 0 purchase
Course
Hoofdlijnen Nederlands Recht (REC13)
Institution
Hogeschool Rotterdam (HR)
Book
Hoofdlijnen Nederlands recht
Deze samenvatting heb ik gemaakt naar aanleiding van mijn tentamen recht. (van mijn opleiding facility management). In dit document zijn de hoofdstukken 1,2,4,5,6,8,10 en 12 concreet beschreven en hiermee is jouw tentamen voor REC13 heel erg goed te maken!
Normatieve functie
rechtsnormen die nageleefd moeten worden
Geschil Oplossende functie
geen eigenrichting, dus niet het heft in eigen hand nemen, maar een rechtelijke macht dit
laten doen.
Additionele (aanvullende) functie
als er niets is afgesproken (qua rechtsregels), dan worden deze regels als nog toegepast
Instrumentele functie
de wetgever hakt de knoop door. Het heeft hier niets te maken met normen. Bijvoorbeeld
de verkeersregels.
Al het recht kunnen we vinden in rechtsbronnen. Er zijn in totaal vier rechtsbronnen:
De wet
Het verdrag
De jurisprudentie
De gewoonte
De wet (geschreven rechtsregel)
Bij de wet is er sprake van verschillende rechten, zoals privaatrecht en publiekrecht. Daarnaast kun je
de wet ook verdelen in:
Materieel recht
gaat om de inhoud, dus de regels zelf = Burgerlijk Wetboek
Formeel recht
de manier waarop regels gehandhaafd worden (dus de buitenkant) = Wetboek van
Burgerlijke rechtsvordering
Bovendien is er altijd een wetgever als we het hebben over de wet. Er zijn drie soorten:
De nationale wetgever (wetgever op centraal niveau)
dit is de regering en de Statengeneraal, zij voeren eigenlijk altijd recht uit in formele zin.
, De decentrale wetgever
provincies en gemeentes, hun regels heten geen wet maar een vordering. Zij voeren het
recht uit in materiele zin.
Andere instanties
Wet in materiele zin
Een wet die voor iedereen bedoeld is; iedere regeling van een wetgever die geschreven is voor
een onbepaald aantal
Wet in formele zin
komt tot stand door de hoogste wetgever
Op bladzijde 26 staat een schema om te weten welke van de twee je moet gebruiken.
Privaatrecht (civiel recht of burgerlijk recht)
recht dat geldt tussen burgers onderling
Vermogensrecht
geld waardeerbare handelingen tussen burgers onderling waaraan juridische gevolgen verbonden
zijn. Je kunt deze onderverdelen in:
Goederenrecht
Verbintenissenrecht
overeenkomstenrecht, bijzondere overeenkomsten (arbeid en koop) en onrechtmatige en
rechtmatige daad
Personen- en familierecht
geboorte, huwelijk, adoptie, partnerschap en regeling van vermogen tussen echtgenoten.
Ondernemingsrecht
alles wat ondernemingen en bedrijven betreft
Burgerlijk procesrecht
de persoon moet zelf naar de rechter stappen, zodat het recht uitgevoerd kan worden
Publiekrecht (recht dat geldt tussen overheid en burger)
Strafrecht
Staatsrecht
Bestuursrecht
Strafrecht
de staat die doormiddel van het OM actief optreedt om sancties te eisen bij overtreding van de
normen
Staatsrecht
dit recht regelt de wijze waarop het Nederlandse staatsbestel wordt vormgegeven en de invloed
die de burgers daarop kunnen uitoefenen (bijvoorbeeld de Grondwet)
, Bestuursrecht
dit recht heeft betrekking op de mogelijkheden die de overheid heeft om regulerend op te treden
ten aanzien van de maatschappij (bijvoorbeeld de Algemene wet bestuursrecht)
het verdrag
het verdrag is een overeenkomst tussen twee of meer staten
Bilateraal verdrag
tussen twee staten
Multilateraal verdrag
tussen meer dan twee staten
De jurisprudentie (de rechtsspraak)
De beslissingen van rechters worden het volgende genoemd:
Vonnis (gegeven door de rechtbank)
Arrest (gegeven door het gerechtshof en de hoge raad)
Verschillende interpretatiemethoden en redeneerwijzen zijn te vinden vanaf bladzijde 28
De gewoonte
De gewoonte is een herhaling van feiten in gelijksoortige verhoudingen. Er zijn echter wel twee
voorwaarden voordat een gewoonte onder het recht valt, namelijk:
Vaste gedragslijn
Rechtsplicht
Handige begrippen
Procederen: naar de rechter gaan om een geschil te laten beslechten
Dwingend recht: je kunt niet van dit recht afwijken
Aanvullend recht: recht waarvan burgers mogen afwijken
Objectief recht: positief recht, recht dat uit de geldende rechtsbronnen voortvloeit
Subjectief recht: recht dat een rechtssubject heeft (natuurlijke persoon bijvoorbeeld)
Rechtssubject: een drager van rechten en plichten
Hoofdstuk 2 en 4 (lesweek 3 & 4)
(hoofdstuk 2)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller joellevanerkel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.