Al het onderwijs (hoorcolleges, werkcolleges, vaardigheidslessen,aantekeningen en artikelen) uit de Minor Revalidatie van de Bovenste Extremiteit, zowel van het blok Schouder/Elleboog als Hand/Pols
Samenvatting Minor BE - Hand- en polsregio
Hand- en polsregio
H1 – Introductie Hand
Botten
- Carpale botten
- Metacarpalen
o MCP
- Phalanges
o PIP
Volaire plaat = bindweefselplaat aan de volaire zijde van het PIP-gewricht
o DIP
o Collaterale ligamenten: voorkomen zijwaartse bewegingen
Pezen extensoren
- Extensor hood
- Centrale slip: aanhechtingsplaats
middenhand
Innervatie
- Guyon ’s kanaal: tunnel n. ulnaris
o Gevormd door pisiforme en
hamatum
- Digitale zenuwen
Intrinsieke handspieren
- Thenar spieren (duimzijde) n. medianus
o M. abductor pollicis brevis
o M. flexor pollicis brevis
o M. opponens pollicis
- Hypothenar spieren (pinkzijde) n. ulnaris
o M. abductor digiti minimi
o M. flexor digiti minimi
o M. opponens digiti minimi
- Lumbicrale spieren
o Deels n. ulnaris deels n. medianus
- Intrinsieke spieren
o M. adductor pollicis muscle
Duim adductor
o Dorsale interossei spieren
o Palmaire interossei spieren
6 compartimenten van extensoren
1. EPB (extensie duim), APL (abductie duim)
De Quervain: last van extensie; test van Finkelstein
2. ECRL (Maak een vuist en maak radiaal deviatie)
ECRB (Maak een vuist en maak dorsaal flexie)
Intersectie syndroom; roeierspols (pro en supinatie maken en extensieloge palperen)
3. EPL (Hand op de tafel en til alleen je duim op)
4. EDC (buig je vingers en extendeer je knokkels)
EIP (Maak een vuist en strek je wijsvinger uit)
,5. EDM / EDQ (maak een vuist en strek de pink)
6. ECU (maak een ulnairdeviatie, palpeer ulnair
distaal van ulnaire gewricht). 6e loge: tendinitis of
luxatie
Intrinsieken
- Interossei dorsales, Interossei palmares &
o Flexie MCP, extensie DIP/PIP
- Lumbricales
o Flexie MCP, extensie PIP/DIP
EDC vanaf MCP = centrale slip tot net distaal van PIP
Pezen van de intrinsieken heten vanaf ongeveer DIP de
laterale band
Manual Muscle Testing van de Hand
- 0 = geen contractie/paralyse
- 1 = zichtbare spiercontractie, geen beweging
- 2 = enige beweging, geen volledige ROM
- 3 = volledige ROM
- 4 = enige weerstand
- 5 = normale weerstand (links = rechts)
- Limitatie
o Geïsoleerd testen van spieren is vaak niet mogelijk
o Vastgestelde punten terwijl hier tussen in ook waarden/mogelijkheden liggen
o Te weinig sensitiviteit en precisie om spieractiviteit netjes te meten, goed toepasbaar
bij zwakke spieren graad 1,2,3
Dynamometer
- Te brede schaal voor het meten van spierkracht van kleine spieren, terwijl dit wel belangrijk
is bij o.a. neuropathie beoordelen
o Hiervoor: RIHM = Rotterdam Intrinsic Hand Myometer
Spieren vinger
- Extrinsiek: twee flexoren en 1 extensor
- Intrinsiek: dorsale en palmaire interosseous en lumbricales
o Interossei heeft 3 typen inserties
Alle palmaire interossei hebben insertie type 2, dorsale bestaan uit 1 type 1
en de rest type 3
o Zonder interossei zou er een klauw positie van de hand ontstaan, primaire functie =
MCP flexie/stabilisatie met extensie van de (vooral P)IP gewrichten
, Zwakte interosseous: Mannerfelt sign
Een ander teken van zwakte van de interosseous is het flecteren van de pols
bij een poging tot het openen van de hand, wat zorgt voor meer
hyperextensie in MCP en het ontstaan van een klauwhand juist faciliteert =
Thomas Sign
Interossei werken samen met flexoren FDP en FDS, maar bij de PIP is met
name de FDS de flexor en zijn de interossei antagonisten.
Bij flexie van de pols kunnen de interossei werken als extensor van het MCP,
dit kan bij een laesie van de n. radialis (en dus de EDC)
o Geen abductie/adductie bij verlies van functie interossei, maar meer beperking door
verlies flexie MCP en PIP hierdoor hyperextensie MCP
o Factoren die bijdragen aan het krijgen van een klauwhand: hand dominantie,
repeterende bewegingen van de hand, oefeningen tegen gewrichtsstijfheid niet
uitvoeren, (nacht)spalken
o Langdurige paralyse interossei
PIP continue in flexie, hyperextensie DIP Boutonnière deformiteit
Pees van de EDC kan door constante spanning en hierdoor laxiteit van de
sagittale banden luxeren naar de groeve tussen de MCP’s = guttering
o Verkorting interossei
Door o.a. trauma kan zwelling ontstaan, wat voor druk kan zorgen op de
compartimenten, wat tot verminderde bloedcirculatie met daardoor dood
van spiervezels en zo fibrosering en verkorting veroorzaakt
IT test:
Passieve PIP flexie met MCP extensie, daarna passieve PIP flexie met
MCP flexie. Wanneer er een groot verschil zichtbaar is, is er sprake
van verkorting, dit kan leiden tot een zwanenhalsdeformiteit
o Interosseous plus
, Hoe meer de patiënt de vinger wil buigen hoe meer de PIP in extensie gaat
Bij sterke greep: hoe meer de flexoren trekken, hoe meer PIP gaat
stabiliseren, wat bij een zwakke flexor zorgt voor PIP extensie (PIP >
flexor)
Bij patiënten met bijv. n. medianus letsel of flexorpeesletsel.
o Testen interosseous
Ewaga sign: ontbreken van zijwaartse beweging middelvinger bij n.ulnaris
letsel
Weerstand tegen flexie MCP en extensie PIP
o Therapie
Spalk waarbij MCP in flexie en IP’s in extensie voorkomen PIP flexie
contracturen en hyperextensie MCP
Knucklebender hulp bij PIP in extensie brengen overdag
Indien geen spalk assisted oefeningen met blokken van de MCP met de
handen en zelf masseren voor extensie IP’s
Oefeningen zoals: een boek/bord/fles pakken (flexie MCP en extensie IP’s)
Stretchen flexoren
o Lumbricales
Efficiënter dan interossei bij extensie IP’s
Dragen veel bij aan proprioceptie door hoge concentratie spierspoeltjes
Belangrijk bij snelle, alternerende bewegingen als typen en het bespelen van
muziekinstrumenten
o Lumbricales pathologie
Paralyse bij laag n. medianus letsel, lastig op te merken in het klinisch beeld
o Testen lumbricales
Geïsoleerd testen kan alleen bij n. ulnaris letsel (dan alleen lumbricales voor
extensie IP’s)
Testen in haast onmogelijk en ook weinig relevant omdat de spier
samenwerkt met de andere structuren
o Therapie lumbricales
Geen specifieke therapie mogelijk, krachttraining is gelijk aan die van de
interossei, mogelijk met meer snelheid en coördinatie
H2 – Klinisch onderzoek van de hand
Lumbricales ontspringen van de flexorpezen
Sagittale band: houdt EDC op zijn plek
Differentiatie ECRL/ECRB: radiaaldeviatie
Interossei geïnnerveerd door n. ulnaris
- Bij ulnaris laesie krijg je een klauwhand (niet gelijk maar duurt weken-maanden)
Centrale slip scheurt af
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller frederiqueschram. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $22.31. You're not tied to anything after your purchase.