De samenvatting bevat alles wat je moet weten voor het tentamen JAE. Alle colleges en bijbehorende informatie is samengevat. Topics: belastingrecht, ondernemersrecht, vennootschapsbelasting, loonbelasting en inkomstenbelasting.
Bij belastingheffing speelt draagkrachtbeginsel en profijtbeginsel een rol.
Profijtbeginsel: alleen mensen met een auto betalen wegenbelasting.
Draagkrachtbeginsel: de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten.
De overheid (centrale overheid en/of decentrale overheid) kan alleen belasting heffen (opleggen),
omdat het formele wetten zijn waarin de belasting is vastgelegd.
FIOD De fiscale inrichtingen en opsporingsdienst is een controledienst voor de burgers. Zij
controleren de burgers naar aanleiding van een onderzoek. Ze mogen invallen doen
bij zowel bedrijven of particulieren. Ze kunnen alles in beslag nemen bij het niet
betalen van de belasting.
Belastingontwijking is niet strafbaar, maar onwenselijk.
Belastingrecht valt onder publieksrecht, omdat het verankerd ligt in de wet. De overheid treedt
hierin op tegen de burgers.
1. Belastingwetgeving
2. Uitvoeringsregelingen en -besluiten
3. Richtlijnen
4. ABBB (Algemene beginselen van het behoorlijk bestuur)
5. Europese regelgeving
6. Jurisprudentie (belangrijke uitspraken van rechters)
7. KvK (Kamer van Koophandel)
8. Literatuur
Soorten belastingen
1. Inkomstenbelasting (IB)
Belasting over inkomsten van natuurlijke personen. Afhankelijk van de hoogte van het
inkomen, maar ook persoonlijke omstandigheden spelen een rol.
2. Vennootschapsbelasting (VPB)
Wordt betaald over de winst van rechtspersonen. Regelgeving te vinden in de wet op
vennootschapsbelasting.
1
, 3. Loonbelasting (LB)
Wordt berekend over loon van een werknemer. Loonbelasting wordt in minder gebracht op
het brutoloon. Loonbelasting is een voorheffing op de inkomstenbelasting.
4. Omzetbelasting (OB)
BTW. Wordt in rekening gebracht door ondernemers. Wordt geheven over goederen en
diensten. Dit is de wet op de omzetbelasting (Wet OB).
5. Dividendbelasting (Div)
Betalen over de winstuitkering op aandelen, oftewel dividend. dividendbelasting is een
voorheffing op de inkomstenbelasting.
6. Erfbelasting
Erfbelasting moet worden betaald over de erfenis. Dit staat in de successiewet (SW).
Oneerlijk, want je betaalt meerdere keren over een bepaald bedrag belasting.
7. Schenkbelasting
Schenkbelasting betalen we als we een schenking krijgen. Ook schenkbelasting is opgenomen
in de successiewet.
8. Kansspelbelasting
Deze belasting betalen we over gewonnen prijzengeld.
9. Overdrachtsbelasting (OVB)
Overdrachtsbelasting betalen we bij de verkrijging van onroerend goed. De wet op
belastingen van rechtsverkeer geeft de regelgeving voor de overdrachtsbelasting.
10. Motorrijtuigenbelasting
Belasting wordt betaald bij het hebben van een auto of motorrijwiel.
11. Belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM)
BPM betalen we bij registratie van een auto of motorrijwiel.
12. Accijnzen
Accijns worden geheven op bijvoorbeeld alcohol en tabaksproducten.
13. Milieuheffingen
Waterbelasting en energiebelasting zijn milieuheffingen.
14. Provinciale belastingen en gemeentelijke belastingen
Rijksbelastingen. Gemeentelijke belastingen.
Bij aanslagbelasting van inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting wordt er na aangifte een
bedrag vastgesteld in een aanslag.
Bij aangiftebelasting loonbelasting, omzetbelasting en dividendbelasting moet je direct bij aangifte
betalen en je moet dit zelf uitrekenen.
2
, Heffing = betalen!
Belasting aangifte
In art. 6 AWR is vermeld dat de inspecteur degene die belastingplichtig is kan uitnodigen (verplicht)
tot het doen van een aangifte. Hierin vraagt de belastingdienst gegevens die van belang zijn voor het
vaststellen van de te betalen belasting. aan het doen van aangifte is pas voldaan als alle gevraagde
gegevens duidelijk, stellig en zonder voorbehoud worden ingevuld en elektronisch ondertekend zijn
verzonden (art. 7 en 8 AWR).
In art. 9 en 10 AWR is te lezen dat het termijn van deze aangifte na uitnodiging een maand is. In de
praktijk moet dit voor 1 mei gedaan worden. Op verzoek kan dit termijn worden verlengd.
Aanslagen
Inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting zijn aanslagbelastingen. Uit de gegevens die in de
aangifte zijn vermeld, zal blijven welk bedrag aan belasting dient te worden betaald. Dit te betalen
bedrag wordt vastgelegd in een aanslag.
Omzetbelasting en loonbelasting zijn aangiftebelastingen. Gelijk met het doen van aangifte moet ook
de omzet- en loonbelasting worden betaald. De belastingplichtige rekent dit dus zelf uit en er hoeft
niet eerst een aanslag te volgen.
Aanslagbelastingen
De aanslag is het bedrag dat moet worden betaald wat uit de belastingaangifte komt. Art. 5 AWR &
art. 11 lid 1 AWR.
Ambtshalve: bevoegdheid tot vaststellen van een aanslag. Wanneer aangifte niet zelf wordt ingevuld
door een persoon kan de inspecteur dat alsnog doen.
LET OP: in art. 11 lid 3 AWR staat dat wanneer een aanslag later dan drie jaar wordt opgelegd, dit te
laat is. belastingschuld staat in art. 11 lid 4 AWR.
Voorlopige aanslag wordt altijd opgelegd binnen enkele weken na indienen van aangifte
inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting. Dat mensen een voorlopige aanslag aanvragen heeft
te maken met belastingrente. Hoe later we betalen, hoe hoger de rente wordt. Wanneer een aanslag
negatief is, krijg je belasting terug.
Definitieve aanslag krijg je binnen 3 jaar. Je krijgt gelijk een voorheffing voor inkomstenbelasting en
vennootschapsbelasting voor het komende jaar. Belangrijk = vroeg aanvragen!
Navorderingsaanslag kan alleen worden opgelegd na een definitieve aanslag als blijkt dat die toch
niet helemaal juist was. Ze kunnen alleen opgelegd worden bij aanslagbelastingen (inkomsten- &
vennootschapsbelasting). Art. 16 AWR. Navorderingsaanslag moet binnen 5 jaar komen (art. 16 lid 3
AWR). Er moet sprake zijn van een nieuw feit, dus die niet bekend was. Er hoeft geen sprake te zijn
van nieuw feit als belastingplichtige te kwader trouw was opgezet.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romyberkhof. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.17. You're not tied to anything after your purchase.