,Communicatie basics 2 Hoorcollege 1,2 en 3
Communicatiebasics hoorcollege 1
Vanaf jaren 20 veel onderzoek naar massacommunicatie en de invloed ervan op mensen.
- Komt door de snelle opkomt van radio en later televisie, enorme investeringen in
advertenties in de media en succes van politieke propaganda in dictatoriaal
geregeerde landen, waar massamedia in handen regering zijn.
Eigen aan massacommunicatie is dat de zender bij het versturen van de boodschap niemand
bij voorbaat van ontvangst uitsluit. In principe kan iedereen bij gevolg ontvanger zijn. Massa
betekent dus zoiets als openbaar. Massacommunicatie is openbare communicatie en
massamedia zijn media die zich hiertoe lenen. Het slaat op de hoeveelheid ‘mogelijke’
ontvangers.
7 kenmerken van de media-explosie
1. Enorme groei van massamiddelen en communicatie aanbod
2. Diversificatie, toename verscheidenheid aan mediaproducten
3. Digitalisering van de media
4. Convergentie, het ineenvloeien van informatiedragers
5. Uitbreiding zintuigelijke ervaring in multimediale contacten
6. Verdwijnen van de scheidslijn tussen interpersoonlijke communicatie en
massacommunicatie
7. Professionalisering, toename aantal professionele communicatiebanen en beroepen.
Quiz vragen:
1. Klassieke communicatie geeft de zender weinig indruk van het bereikt effect.
2. Fascistische landen kennen een strenge censuur van omroep en pers.
3. Burgerjournalistiek is nieuws dat buiten de gevestigde media verzameld, geschreven
en gepubliceerd wordt.
4. Televisie kan normbevestigend werken.
5. Het internet zet het klassieke zender-ontvanger model op losse schroeven.
6. Massacommunicatie kwam op door de uitvinding van de boekdrukkunst.
7. Wat maakt een verhaal tot nieuws: nabijheid, de gebeurtenis moet dichtbij zijn in
geografische of psychologische betekenis en bekende hoofdpersoon, een verhaal
over een bekend persoon is ‘eerder’ nieuws.
8. De injectienaaldtheorie stelt dat het publiek passief en kritiekloos is.
9. Propaganda is bedoeld om de publieke opinie te beïnvloeden.
10. Een maatschappelijke functie van massacommunicatie kan zijn problematieken die
onder de bevolking leven op de politieke agenda krijgen.
11. Kenniskloofhypothese stelt dat iemand met een hogere sociale status sneller
informatie opneemt en daardoor een voorsprong op anderen krijgt.
12. Met de komst van sociale media maken mensen minder gebruik van hun ruimtelijk
netwerk.
13. Wanneer speelt massamedia de belangrijkste rol als het gaat om de aanvaarding van
nieuwe ideeën? In de eerste fases: bewustwording en belangstelling.
14. Quasi massacommunicatie vindt plaats als veel mensen dezelfde boodschap met
elkaar delen via interpersoonlijke communicatie.
, 15. Waarom kunnen we aan massacommunicatie moeilijk een proces of patroon
toeschrijven? Er is doorgaans een vertraagde, afwezige of onduidelijke reactie van de
ontvangers.
16. Opinieleiders lijken op de mensen die ze beïnvloeden qua sociale positie, beroep,
interesses enz.
17. Welke kenmerken zijn typerend voor de massamaatschappij? Een optelsom van
collectiviteiten die vooral gebruik maken van traditionele media en face-to-face
contact.
18. Nieuwe media hebben ervoor gezorgd dat de traditionele massamedia evenveel
uitzenden, maar zich op een kleinere doelgroep richten.
19. Waarom zijn de effecten van massamedia lastig te onderzoeken? Mensen laten zich
ook beïnvloeden door andere factoren.
20. The medium is the message betekent: het communicatiemiddel drukt een
beslissende stempel op de betekenis van de boodschap.
Communicatie basics hoorcollege 2
Massacommunicatie is nog wel communicatie maar de interactie tussen zender en
ontvanger is vertraagd.
Massa is niet hoeveelheid werkelijke ontvangers, maar op de hoeveelheid mogelijke
ontvangers.
Maletzke: legt in zijn definitie van massacommunicatie de nadruk op de indirectheid en
openbaarheid van massacommunicatie.
DeFleur en Dennis: leggen in hun definitie de nadruk op de ‘professionele’ communicatoren.
Onder massacommunicatie verstaan we die vormen van communicatie, waarbij
boodschappen openbaar, gemedieerd en aan een verspreid publiek worden overgebracht;
bij de oudere massamedia indirect en in eenrichtingsverkeer, bij sommige nieuwe media
niet.
Allocutie: Toepspraak van bijv. de paus voor een bepaalde doelgroep over een actueel
onderwerp.
Consultatie: Raadplegen van informatie, advies vragen
Registratie: Verzamelen van informatie
Conversatie: uitwisselen van informatie door decentrale eenheden zonder centrum maar via
medium, waarbij de eenheden onderling onderwerp, tijdstip en tempo bepalen.
Functies van massacommunicatie
De functies van massacommunicatie zijn grotendeels afhankelijk van de maatschappij waarin
ze worden gebruikt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jannekebroers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.