100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hand en pols lessen $11.28
Add to cart

Class notes

Hand en pols lessen

 12 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Uitwerking van alle hand en pols lessen van de minor: revalidatie van de bovenste extremiteit

Preview 4 out of 142  pages

  • June 11, 2021
  • 142
  • 2020/2021
  • Class notes
  • Dick van 't klooster, angelique hagen, katrien van der velden en taco douglas
  • All classes
avatar-seller
Inhoud
G6 – anatomie ......................................................................................................................................... 2
G7 – diagnostische testen van de elleboog en pols .............................................................................. 18
G8 – perifere zenuw innervatie ............................................................................................................. 21
G9 – triggerpoints.................................................................................................................................. 31
G11 – casuïstiek sport specifiek ................................................................ Error! Bookmark not defined.
H1 .......................................................................................................................................................... 33
H2 .......................................................................................................................................................... 41
H3 .......................................................................................................................................................... 49
Pathologie van de hand/pols............................................................................................................. 53
H4 – m. Dupuytren ................................................................................................................................ 55
Dupuytren ......................................................................................................................................... 56
Bouttoniere deformiteit .................................................................................................................... 57
Triggerfinger ...................................................................................................................................... 57
H5 – buigpees letsel .............................................................................................................................. 59
H6 - casuïstiek........................................................................................................................................ 63
H7 - Fracturen........................................................................................................................................ 68
H9 – strekpees letsel ............................................................................................................................. 78
H11 – CMC 1 artrose ............................................................................................................................. 82
H12 – Pols instabiliteit ........................................................................................................................... 92
H13 – perifere zenuwletsels .................................................................................................................. 96
H14 – PIP en volaire plaat letsel .......................................................................................................... 106
H15 – Casuïstiek .................................................................................................................................. 112
H16 – Ergotherapie ............................................................................................................................. 114
H15 – casuïstiek ................................................................................................................................... 116
H17 – Crush letsel................................................................................................................................ 118
Compartiment syndroom ................................................................................................................ 125
H18 - Ulnaire polspijn .......................................................................................................................... 127
Protocollen .......................................................................................................................................... 134
H19 zenuwcompressie ........................................................................................................................ 137




1

,G6 – anatomie
Benige structuren van de radius en de ulna
Ulna aan de pink-zijde, radius aan de duim-zijde
Ulna heeft lateraal een afvlakking waar de radius zich in bevindt, dit heet het proximale radio-ulnaire
gewricht. Het is een synoviaal pivot joint, welke pronatie en supinatie toestaat.
Bovenaan de ulna bevindt zich het olecranon, met aan de ventrale zijde hiervan de processus
olecrani. Deze processus past precies in de dorsaal gelegen fossa olecrani van de humerus en vormt
een synoviaal hinge joint.
Verder distaal & ventraal ligt de processus coronoideus, welke in de ventraal gelegen fossa
coronoideus past.
Aan de mediale zijde van de ulna is de trochlear notch te zien als een soort deuk, welke interacteert
met de mediale epicondylus van de humerus. Ook dit is een synoviaal hinge joint.
Het uiteinde van de ulna bestaat uit de kop van de ulna en processus styloid.

De radiuskop heeft een ronde vorm met een plat dakje. Lager gelegen is de tuberositas radialis te
zien. De lengte van de radius die tussen het kopje en de tuberositas radialis in zit wordt omgeven
door ligamenten die de pronatie en supinatie in goede banen leiden.
Het distale uiteinde is breder dan de ulna. Het heeft een inkeping genaamd ulnar notch, waar de ulna
zich in bevindt. Dit contactpunt heet het distale radio-ulnaire gewricht en is een synoviaal pivot joint,
welke de pronatie en supinatie toelaat.
De radius heeft ook een processus styloid. Beide styloid processi laten interactie met de carpale
botten toe.

De radius
Radius is de laterale zijde van de arm, ulna mediaal. Ulna is langer dan de radius door het olecranon.
De twee botten interacteren bij het ventrale en proximale radio-ulnaire pivot gewricht. De radius is
smaller boven dan onder, de ulna is net andersom opgebouwd. De radiuskop is rond met een plat
dak, dit is handig voor de pronatie en supinatie beweging. Het dakje van het radiuskopje en het
capitulum van de humerus vormen samen een hinge gewricht, het proximale radio-ulnaire gewricht
is een synoviaal pivot gewricht.
Tuberositas radialis zit iets onder het radiuskopje en dient als een soort aangehechtingsplaats voor
verschillende spieren. Het markeert het einde van de nek van de radius en gaat over in de schacht
van de radius. De schacht van de radius is meer driehoekig gevormd, dit heeft als reden dat de ulna
en radius zijn verbonden via het interosseale membraan.
Aan het distale uiteinde van de radius is een verbreding van het bot te zien, dit omdat het moet
articuleren met verschillende carpale botten. Het laterale deel articuleert met het scaphoid en het
mediale deel met het lunatum. Het scaphoid zit tussen duim en radius in, dit bot is gevoelig voor
fracturen. Aan de laterale zijde van de radius is een uitstekend stukje bot te zien, processus styloid,
welke ook vaak gebroken wordt. Een breuk in deze regio kan problematisch zijn, omdat de
doorbloeding hier dan verstoord raakt met weinig oplossingsruimte en hierdoor ontstaat vervolgens
botnecrose. Mediale distale radius is een beetje ingedeukt, dit heet de ulnaire notch en is de locatie
waar de ulna zich tegen de radius nestelt.
Pronatie en supinatie van de radius en ulna kunnen plaatsvinden door de wijze waarop de radius met
zowel het capitulum als de ulna kan articuleren. Distaal draait de ulna en blijft de radius op zijn
plaats.
Aan de dorsale kant van de radius bevindt zich Listel’s tuberculum, hierlangs liggen allerhande
extensor pezen.




2

,De ulna
De ulna zit aan de mediale zijde van de onderarm en heeft een hinge
verbinding met de humerus en een pivot verbinding met de radius.
Distaal heeft het enkel een pivot verbinding met de radius, het staat
niet in contact met de carpale botstukken.
Aan de proximale zijde bevindt zich het olecranon, met daaronder de
contactplaats met de humerus. Hieronder bevindt zich nog de
processus coronoideus. Processus olecrani past in de dorsaal gelegen
fossa olecrani van de humerus en de processus coronoideus past in
de fossa coronoideus aan de ventrale zijde van de humerus.
Doordat de ulna relatief uitsteekt met het olecranon, dient het in
combinatie met de triceps als een soort hefboom. De olecranon is onderdeel van de ‘kom’ waar de
humerus zich in nestelt. Het andere uiteinde van de ‘kom’ wordt door het eerder benoemde
processus coronoideus gevormd. Deze ‘kom’ het de trochlear notch, waar de trochlea in komt te
liggen.
Iets verder distaal op de ulnaire kop ligt de radiale notch, waar de radiuskop in ligt. De radiuskop kan
hierin netjes rondom de eigen as draaien, het is dus een synoviale pivot verbinding.
Onder het proximale uiteinde van de ulna ligt tuberositas ulnaris, waar verschillende spieren zich
hechten.
De schacht van de ulna is, evenals dat van de radius, min of meer driehoekig doordat het membrana
interossea zich aan de ulna aanhecht. De ‘rand’ die op de ulna en radius te zien zijn keren zich naar
elkaar toe en aan deze twee randen hecht zich dus de membrana inteossea.
Ook ligt op de ulna een aanhechtingsplaats voor supinator-spieren. Deze plaats ligt onder het
proximale radio-ulnaire gewricht en bestaat uit de supinator-rand en de fossa supinator. Het is een
soort afvlakking van het bot. De locatie ligt dus als het ware tussen ulna en radius in. De
supinatorspier gaat vervolgens achter de radius langs en hecht dan aan op de radius.
De distale ulna heeft amper contact met de carpale botstukken. Enkel de processus styloideus raakt
in de eindstand de carpale basis.




3

, Botten in de hand
De carpale botten zijn de meest proximale handbotten en vormen met de acht verschillende
botstukken twee rijen van vier botten. Het is tevens de basis voor de meer distaal gelegen
metacarpale botstukken die in totaal 14 stuks tellen. De carpale botten gezien vanaf de rechter hand
in pronatie hebben van proximaal duim-pink naar distaal duim-pink de volgende namen:
• Scaphoid
• Lunatum
• Triquetum
• Pisiformus
• Trapezium
• Trapezoideum
• Capitatum
• Hamatum


Op de afbeelding hiernaast staan de botstukken op dezelfde wijze weergegeven als hierboven
beschreven staat. Links op de afbeelding is de laterale zijde en rechts de mediale zijde. Een ezelsbrug
om de botten te onthouden is de zin

“Sally Left The Party To Take Cathy Home”.

De carpal tunnel is een anterieur gelegen ruimte die wordt gevormd door de pisiforme, de hamatum,
de scaphoideus en de trapezium. De ruimte laat pezen richting de vingers en duim en de nervus
medianus door naar de distale gebieden van de hand. Carpal tunnel syndrome is het inflammatoire
process wat ontstaat bij een overbelasting of irritatie van de structuren die binnen deze ruimte
gelegen zijn.

Distaal van de carpale botstukken liggen de metacarpale botstukken, welke de basis van de vingers
zijn. De hand telt voor elke vinger één metacarpaal botstuk. De individuele botten bestaan uit een
proximale bredere basis, die in contact staat met een van de carpale botten, een slankere schacht en
een medium brede kop, die op hun plaats weer in contact staan met het opvolgende phalangeale bot
en hiermee samen de eerste knokkel van de vingers vormen. Opvolgend aan de metacarpale
botstukken liggen de phalanx. Hiervan telt de duim er twee en de overige vingers drie per vinger. Van
proximaal naar distaal heten deze phalanx de proximalis, de media en de distalis. De duim kent
alleen de proximalis en distalis. De gewrichten die tussen de metacarpale botten en de proximale
phalanx in liggen heten de artt. Metacarpo-phalangea. De gewrichten tussen de phalanx heten van
proximaal naar distaal de artt. Interphalangea proximalis en artt. Interphalangea distalis.




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ivoryvanleeuwen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.28  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added