Hey jij daar, ben jij het ook zat om al die hoorcolleges te bekijken, of zit je in tijdsnood, HIER IS MEESTERGUNNER!!! Met deze samenvatting heeft je boy een 15/20 weten te behalen inclussief het doc met de notities van de ‘leuke’ hoorcolleges. Dus door mij hoef je de lessen niet meer te bekijk...
TEW Bedrijfsfiscaliteit Meester Gunner
1e semester
Inhoudstafel
1. Algemene inleiding...............................................................................................................................2
1.1. Belang van het opleidingsonderdeel...............................................................................................................2
1.1.1. Belastingen in de maatschappij.........................................................................................................................................2
1.1.2. Belastingen in het bedrijfsleven........................................................................................................................................4
1.2. Inleidende begrippen en beginselen...............................................................................................................5
1.3. Belastingontduiking, belastingontwijking, belastingfraude en fiscale planning............................................10
2. Personenbelasting...............................................................................................................................16
2.1. Wie is aan de Belgische personenbelasting onderworpen?..........................................................................16
2.2. Grondslag van de belasting...........................................................................................................................17
2.3. Professionaliseringsregel..............................................................................................................................17
2.4. Inkomen uit onroerende goederen (eerste vorm van inkomsten)................................................................17
2.5. Inkomen uit roerende goederen en kapitalen (tweede vorm van inkomsten)..............................................21
2.5.1. Dividenden.......................................................................................................................................................................22
2.5.2. Interesten........................................................................................................................................................................25
2.5.3. Inkomsten van verhuring van roerende goederen.........................................................................................................26
2.5.4. Roerende voorheffing/aangifte personenbelasting........................................................................................................27
2.6. Beroepsinkomen (derde vorm van inkomsten).............................................................................................28
2.6.1. Winsten............................................................................................................................................................................28
2.6.2. Bezoldigingen van werknemers.......................................................................................................................................35
2.6.3. Bezoldigingen bedrijfsleiders..........................................................................................................................................35
2.7. Diverse inkomsten (vierde vorm van inkomsten)..........................................................................................36
2.7.1. Speculatieve inkomsten...................................................................................................................................................36
2.7.2. Deeleconomie..................................................................................................................................................................37
2.7.3. Onderhoudsuitkeringen..................................................................................................................................................37
2.7.4. Meerwaarde op gebouwen.............................................................................................................................................37
3. Vennootschapsbelasting.....................................................................................................................40
3.1. Toepassingsgebied........................................................................................................................................40
3.2. Grondslag van de vennootschapsbelasting...................................................................................................42
3.2.1. Uitgangspunt...................................................................................................................................................................42
3.2.2. Ogenblik van belastbaarheid...........................................................................................................................................43
3.2.3. Inkomsten uit onroerende goederen.............................................................................................................................43
3.2.4. Inkomsten uit roerende goederen..................................................................................................................................44
3.2.5. Abnormale of goedgunstige voordelen...........................................................................................................................52
3.2.6. Voorzieningen..................................................................................................................................................................53
3.2.7. Meerwaarde....................................................................................................................................................................53
3.3. Beroepskosten..............................................................................................................................................55
3.4. Fiscale aftrekken...........................................................................................................................................56
3.5. Tarieven........................................................................................................................................................58
1
, TEW Bedrijfsfiscaliteit Meester Gunner
1e semester
Bedrijfsfiscaliteit
LES 1
Belangrijk voor examen: kantelmoment wanneer een zelfstandige wil overschakelen naar een vennootschap
Wanneer een zelfstandige een vennootschap wil oprichten, moet die zich eerst afvragen wat fiscaal interessanter
is:
- Als zelfstandige onderworpen zijn aan personenbelasting
- De activiteit in een vennootschap steken en onderworpen zijn aan vennootschapsbelasting
Tarief personenbelasting: kan oplopen tot 50%
Tarief vennootschapsbelasting: 25%
Dus je zou kunnen zeggen dat het voordeliger is om een vennootschap op te richten. Maar daar moet je mee
oppassen. Als je je activiteit in een vennootschap steekt dan moet je om van die activiteit te kunnen leven, het
geld ook uit de vennootschap kunnen halen. Het geld eruit halen kost ook geld: belasting. Bv als je het geld eruit
wil halen in de vorm van dividenden dan moet je 30% belasting betalen op die dividenden.
Dus op het eerste zicht lijkt het wel voordeliger, maar er zijn veel elementen waar je rekening mee moet houden.
Tip voor examen:
Maak schema’s met hoe je belast wordt als je winsten krijgt als zelfstandige en hoe je belast wordt als je winsten
krijgt als vennootschap. Rekening houden met de vrijstellingen die de zelfstandige of de vennootschap krijgt en de
voorwaarden die erbij horen.
Examen:
- 15 mpc van de 20 vragen
- Andere 5 zijn stellingen, eerst beantwoorden met ja/nee + motivatie (puntentelling: als je
ja/nee juist hebt beantwoord dan wordt de motivatie niet meer bekeken, je krijgt direct je
punt. Als ja/nee fout wordt beantwoord dan wordt er wel gekeken naar de motivatie en als die
klopt dan krijg je alsnog het punt)
Bij beide delen is er giscorrectie
1. Algemene inleiding
1.1. Belang van het opleidingsonderdeel
1.1.1. Belastingen in de maatschappij
Belastingen hebben drie functies:
- Financiële functie: totale opbrengsten van de staatsbelastingen: belastingen worden geïnd door de
overheid om de overheidsfunctie te financieren. Overheid voorziet onderwijs, wegen, ziekenhuizen, …
Er is een enorme stijging vergeleken met belastingen van de 19 de eeuw, dit is logisch omdat de
overheidstaken in de 19de eeuw veel beperkter waren dan de overheidstaken nu.
(slide 10)
Als je de belastingdruk vergelijkt tussen de landen, merken we dat België bovenaan staat.
(slide 11)
In België wordt arbeid het zwaarst belast. Gemiddelde netto belasting op een loon binnen de OESO
bedraagt 25,5% in 2017.
(slide 12)
België staat helemaal bovenaan bij de tax wedge van alle OESO-landen. Tax wedge: het geld dat je kwijt
bent aan belastingen.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MeesterGunner. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.45. You're not tied to anything after your purchase.