Ecologie = wetenschap die de relaties tussen organismen en hun milieu bestudeert.
In Nederland wordt de natuur door de mens beheert. De biodiversiteit (het aantal verschillende
soorten in een gebied) wordt in de gaten gehouden. Door het kappen van bossen en het doden van
dieren is de biodiversiteit in Nederland sterk afgenomen.
Organismen beïnvloeden hun milieu en andersom. Invloeden afkomstig vanuit de levende natuur zijn
biotische factoren. Invloeden niet afkomstig van de natuur zijn abiotische factoren (zonlicht,
samenstelling bodem).
Individu: 1 enkel organisme
Onderzoek doen tussen de relatie van een individu en zijn omgeving, doe je onderzoek op het niveau
van organismen.
populatie: groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied
Levensgemeenschap: populaties van verschillende soorten in een bepaald gebied.
Biotoop: alle abiotische factoren bij elkaar die invloed hebben op een bepaald gebied.
Ecosysteem: gebied waar alle biotische en abiotische factoren een eenheid vormen.
Biosfeer: dunne laag rondom de aarde waar leven voorkomt.
Bioom: grote gebieden met een kenmerkend klimaat.
Paragraaf 2
Carnivoren: vleeseters
Herbivoren: planteneters
Omnivoren: alleseters
Afvaleters: dieren die resten van dode planten en dieren eten
In een ecosysteem lopen meerdere voedselketens door elkaar: voedselweb of voedselnet. De eerste
schakel (producent) is altijd een plantensoort.
Bacteriën en schimmels zijn reducenten, ze eten resten van planten en dieren op. Ze produceren
stoffen die de producenten weer kunnen opnemen. Alle stoffen maken een kringloop door.
Energiearme stoffen (water en koolstofdioxide) kunnen planten d.m.v. fotosynthese omzetten in
energierijke stoffen. Planten halen hun energie uit zonlicht (daarom zijn ze ook de eerste schakel).
Autotroof: organismen die zichzelf voeden.
Heterotroof: organismen die zich met andere organismen voeden.
Paragraaf 3
Water kringloop: water in zee verdampt ➝ waterdamp stijgt op ➝ door de kou hoger in de lucht
condenseert de waterdamp ➝ wolken worden gevormd ➝ als de waterdruppels groter worden
ontstaat regen (of sneeuw/ hagel als het vriest boven) ➝ de neerslag komt neer op het land/zee ➝
via rivieren komt alles terug in de zee.
Koolstof kringloop: Koolstofatomen die voorkomen in koolstofdioxide in de lucht worden
opgenomen door planten ➝ bij fotosynthese ontstaat glucose ➝ een deel van de energie in zonlicht
is opgeslagen in de glucose.
Cellen in je lichaam gebruiken glucose als brandstof. Bij verbranding komt de energie in glucose vrij.
Dit gebeurt ook blij planten en hierbij komt koolstofdioxide vrij en energierijke stoffen (eiwitten,
vetten en koolhydraten).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evawillems. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.31. You're not tied to anything after your purchase.