Historische Ontwikkeling Van Het Privaatrecht (JUR2HOPRIV)
Summary
Samenvatting Begrippen + jurisprudentie, Boom Juridische studieboeken - Prota, ISBN: 9789462902800 Historische Ontwikkeling Van Het Privaatrecht (JUR-2HOPRIV)
9 views 0 purchase
Course
Historische Ontwikkeling Van Het Privaatrecht (JUR2HOPRIV)
Institution
Radboud Universiteit Nijmegen (RU)
Book
Boom Juridische studieboeken - Prota
Een super handig document met alle begrippen en jurisprudentie die dit jaar zijn behandeld. Dit document heeft mij geholpen een 8,5 te halen dit jaar (2021), hopelijk helpt hij jou ook :). Succes met leren!
Historische Ontwikkeling Van Het Privaatrecht (JUR2HOPRIV)
All documents for this subject (5)
Seller
Follow
s-kers
Reviews received
Content preview
HOP begrippen.
HC 1.
Abstract stelsel Eigendom gaat over ondanks de
ongeldigheid van de titel.
Causaal stelsel Je hebt wel een geldige titel nodig voor
overdracht (art. 3:84 BW).
Codex Justinianus (534 n.chr.) Hierin staan keizerlijke verordeningen van
ongeveer de eerste eeuw tot de zesde
eeuw. Deze waren vaak verbeteringen of
aanvullingen van de digesten. Dit is dus een
secundaire bron, de digesten zijn de
primaire bron.
Formula procedure Wijze van procederen tijdens ontstaan van
de digesten, periode waarin klassieke
juristen dus schreven over het Romeinse
recht. Wat is bijzonder:
1. De beperkte rechtsingang. Kon in
rome niet over elk juridisch probleem
procederen. Uitgangspunt was ‘ieder
draagt zijn eigen schade’ tenzij er
een juridische grond was deze
schade op een ander te verhalen.
Was dus geen algemene OD of
wanprestatie-procedures. Er waren
4 nauwkeurig omschreven
onrechtmatige daden. Waren ook
heel nauwkeurige vormen van
wanprestatie.
2. Gebruik van een
dagvaardingsformulier (formula=
dagvaardingsformulier).
3. Eiser riep gedaagde op met
dagvaarding, gebruikte hiervoor dat
dagvaardingsformulier. Zowel eiser
als gedaagde moesten verschijnen
bij de praetor. Als gedaagde niet
verscheen dan verloor hij het
proces. Als eiser niet verscheen
verloor deze ook zijn proces. Praetor
overlegde met eiser en gedaagde
over wat in het
dagvaardingsformulier stond.
Rechter was een privé persoon die
gekozen werd bij dit overleg. Dit was
een publieke plicht, werd je
gevraagd mocht je je slechts op een
paar manieren verschonen anders
was je verplicht.
a. Alles wat in de procesovk
staat is het uitgangspunt voor
de rechter-> consumerende
, werking van de procesovk.
De procesovk slurpte alle
feiten en regels op, wat
daarbuiten gebeurde speelde
geen rol meer.
b. Rechter kon vordering toe- of
afwijzen. Verloop dus twee
fases, eerst bij de praetor,
daarna bij de rechter.
Absoluut recht (HR Blaauboer/Berlips Kenmerken:
kennisclip) 1. Tegen eenieder.
2. Altijd rechten op goederen.
3. Altijd in te roepen.
4. Eigendomsrecht en beperkte
rechten.
5. Grijpt zo diep in op het
maatschappelijk leven dat alle
absolute rechten in de wet in een
gesloten stelsel moet staan->
numerus clausus. Zie ook HR
Blaauboer/Berlips.
a. Bij Romeinen ook gesloten
stelsel, ook bij relatieve
rechten en gronden waarop
je kan procederen.
6. Droit de suite-> zaaksgevolg.
7. Recht van voorkeur/voorrang. Gaan
voor op bijv. relatieve rechten, merk
je vooral bij faillissement.
8. Adagium-> prior tempore potior iure,
ouder in tijd sterker in recht.
Niemand kan meer rechten
overdragen dan hem toekomt (nemo
plus). De prioriteitsregel geldt voor
alle absolute rechten, niet alleen
voor pand en hypotheek.
Natrekking (accessio in latijn) en Ring met diamand, dan wordt eigenaar ring
vermenging naar Romeins recht (hoofdzaak) ook eigenaar van de diamant.
Gaat de diamant dan los van de ring dan
wordt de oorspronkelijke eigenaar weer
eigenaar van de diamant. Zijn eigendom
was door de natrekking/vermenging slechts
‘in slaap’.
Persoonlijke acties (romeins) Als iemand procedeert met de persoon die
jegens hem uit contract of delict verbonden
is (rechtsbetrekking tussen procederende
partijen)-> verbintenissenrecht (relatief).
, Zakelijke acties (romeins) Als iemand procedeert jegens degene die
hem uit geen enkele rechtsbetrekking
verbonden is (geen rechtsbetrekking)->
goederenrecht (absoluut + beperkt recht).
Absolute beschikkingsbevoegdheid Eigenaar is de enige die bevoegd is te
vervreemden, bezwaren etc.
Commixtio Mede-eigendom, bestond dus ook bij de
Romeinen.
HC 2.
Vermogen Geheel aan op geld waardeerbare rechten
en plichten. Drie onderdelen:
1. Absolute rechten -> rechten met
betrekking tot een zaak, werken
jegens iedereen.
2. Relatieve rechten ->
vorderingsrechten of persoonlijke
rechten, werken jegens een persoon
(verbintenissenrecht).
3. Relatieve plichten of schulden.
a. Tussen relatieve rechten en
plichten bestaat een
verband, dit vormt een
verbintenis.
Vestigen Technische term voor als een absoluut
recht in het leven wordt geroepen.
Algemene titel (opvolging) Opvolging in geheel (of deel) van het
vermogen.
Bijzondere titel (opvolging) Opvolging in een onderdeel van het
vermogen afzonderlijk, dus of absoluut
recht of relatief recht of relatieve plicht.
- In Romeins recht was opvolging
onder bijzondere titel alleen mogelijk
in absoluut recht.
Verbintenis (Romeinse definitie) Een keten tussen twee personen die elkaar
hebben uitgekozen (kon dus niet zomaar
met een andere schuldeiser te maken
hebben).
Romeinen deden dus niet aan schuldeiser
vervanging (bijv. stille cessie van een
vordering) of vertegenwoordiging
(achterman mag dus niet, moet wederpartij
kennen).
Naar huidig recht-> art. 3:94 BW voor
schuldeisersvervanging.
- Schuldeiser moet altijd toestemming
geven als jij de schuld aan een
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller s-kers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.59. You're not tied to anything after your purchase.