100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting fysiologische aspecten van de spijsvertering $7.45   Add to cart

Summary

samenvatting fysiologische aspecten van de spijsvertering

 65 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting over het vak spijsvertering, specifiek over het deel 'fysiologische aspecten van de spijsvertering' gegeven door professor Himpens. Deze samenvatting bevat alle leerstof uit het handboek, de slides en de lessen. Ook de nuttige afbeeldingen van de slides staan in de samenva...

[Show more]

Preview 4 out of 33  pages

  • June 12, 2021
  • 33
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
[1]



Himpens: fysiologische aspecten
van de spijsvertering
Normaal staat alles vermeld in de lessen in de cursus tenzij specifiek vermeld, wel zijn de afbeeldingen van
slides handig

(ik denk dat de cursus enkel van hem is)


Deel 1: speekselsecretie
Spijsverteringsstelsel: buisvormig systeem:

mond  speeksel  slikbeweging  slokdarm 
maag: kleine partikels + maagsecreten  dunne
darm: + secreten + nuttige nutriënten naar bloed 
rest: dikke : + secreten  anaal kanaal

 al deze compartimenten zijn van elkaar gescheiden
 mogelijk dankzij secreten, onttrekken nutiënten,
vocht,…
(in deze volgorde zullen deze lessen besproken
worden)

Waarom maken wij speeksel
aan?
Om te slikken, detectie (forensisch), reflexen,…  verschillende functies

Als we over speeksel spreken, dan spreken we over de
speekselklieren (<-> pacreas: slechts 1 klier)

- gl. Sublingualis: onder tong  muceus vocht (mucoprotïnen)

- gl. Submandibularis/ onderkaakspeekselklier: onder onderkaak 
watersecreet en slijmsecreet = seromuceus vocht

- gl. Parotis/ oorspeekselklier: in kaak  waterig sereus vocht (α-
amylase)

- muceuse klieren: kleine speekselkliertjes in binnenste deel
mond  10% vocht & 70%
mucus

Per dag: ong. 1-1.5l speeksel (99%vocht, <1% proteïnen) geproduceerd
 wordt ook heropgenomen deels anders verlies je veel te veel vocht (uitdroging):

 ctu speekselproductie, 0.25ml/min (= tussen maaltijden door = nuchtere fase/ interprandiaal/
interdigestief dankzij onderkaakspeekselklier  beschermd mond tegen irriterende bewegingen van
tond of tanden of … )
 tijdens maaltijd, 4-5 ml/min (= prandiale/ digestieve fase  veel meer speekselproductie dankzij
oorspeekselklier  krachtig maar kort)

, [2]


1. vorming en samenstelling speeksel
a) vocht en ionensecretie
 actieve secretie ter hoogte van acini:

speekselklieren moeten zeer goed bevloeid zijn (bloedbaan
rood)  langs hier speeksel (vooral oorspeekselklier want snel
en veel)

actieve secretie: afkooksel/ ultrafiltraat (niet helemaal
ultrafiltraat, want hier is ATP nodig, maar het lijkt er wel op)
uit bloedbaan naar binnen

 eilandje/acinus met centraal lumen = groepje van cellen in
een kring waarin het secreet terecht komt  heeft prikkel
nodig door
- parasympatisch zenuwstelsel via M3-colinerg
- orthosympatische zenuwstelsel via α1-adrenerge
stimulatie
- intrinsiek zenuwstelsel via neuropeptiden
 deze laten allen Ca2+ (=secondaire boodschapper)
stijgen wat dus de stimulus geeft  activeert
apicale Cl - kanaal  primair secreet



zo 1 cel:
basolaterale (naar bloedbaan) zijde en apicale (naar lumen) 
Ca prikkel m.b.v. ATP:

1. Actieve Na-K pomp = drijvende kracht
2. Na-K-Cl symporter
3. Na terug naar buiten door Na-K pomp + Cl lekt naar buiten
aan apicale zijde naar lumen acinus + K via K-kanalen (ook cAMP
zorgt mee voor openen Cl kanalen)
4. door anion in lumen zullen door elektrische gradiënt zal Na
en H2O (via aquaporines + osmotische gradient) naar lumen
gaan via lekjunctie (passief)

+ muceuze cellen in acini: aanmaak slijmerig secreet met eiwit mucine

 modificatie t.h.v. afvoerwegen:

(op tekening slechts 1)(ook afvalstoffen en medicatie worden hier gesecreteerd)

- Na/K uitwisseling (kation uitwisseling): reabsorptie Na (versterkt door aldosterone)
hoe verder in afvoerweg hoe lager Na en hoe meer de K conc. toeneemt
(tijdens maaltijd als het snel moet gaan zal er minder Na dalen en minder K toenemen)
- Cl-/HCO3- uitwisseling (anion uitwisseling): absorptie Cl-
- daling osmolariteit  speeksel hypotoon

( meer reabsorbtie dan uitgescheden in afvoerwegen neto)

b) Proteinen secretie
(via vesikeltransport komt dit vrij)

, [3]


dynamische samenstelling met als secundaire boodschapper cAMP (β2 & VIP) , Ca2+ (α1 & M3)

 α-amylase: alpha 1-4 breken  werkt goed in mond (goed pH), in zure maag verliest het zijn functie
 zal maar beperkt zetmeel verteren  pancreas zal dit ook produceren
fie: - suikers kleven aan tanden  dental plaques (slijm + zetmeel  glycolyse  tanden aantasten
(bact. Ook))  nu minder want zetmeel afgebroken => tandreiniging
- smaaksensatie: zorgt voor nieuwe prikkels (ook het vocht is hiervoor belangrijk want kan enkel
zo met smaakpapillen in contact komen)
- vertering (zetmeelafbraak)
 Lipases (vooral bij kindjes gesecreteerd in speeksel en maag voor melk te verteren)
 In speeksel zit heel veel mucus: nuttig? Ja:
- beschermen (bij bv. kauwen)
- vochtig houden, smeren (uitdroging vermijden, houdt water gevangen in mond)
- verhinderen wegstromen vocht of verslikkingen
 in het parotisklier zit dit weinig (bij eten)  vocht stoomt makkelijker weg (wenselijk)
 antimicrobiële stoffen:
lysozyme en s-IgA (secretoire imunoglobuline A = antistoffen) (beide door WBC gemaakt)
 Groeifactoren
(EGF, NGF)  heel snelle wondheling in mond (nodig want je stopt heel veel dingen in je mond en
door je tanden etc. komen er heel snel wondjes)
 Bloedgroepantigenen bij secretoren (= mensen die dit hebben) (bij ¼ van alle mensen)

Aandoeningen
Te weinig speeksel: hyposalivatie tot xerostomia (indien bijna geen meer) (<20ml/d)  vertering oke maar
droge mond, geen reinigende functie dus tanden beschadigd, schimmelinfecties makkelijk, ontstekingen
(pijnlijk),…

Hypersalivatie/ sialorroe: te veel speeksel aanmaken (niet door overprikkeling maar wel te moeilijk weg/
doorgeslikt) kwijl loopt uit je mond, motoriek mond en keel verstoord (onvoldoende prikkeling
skeletspieren)
 bv. Parkinson: slikproblemen  waardoor dit ontstaat
 geen ernstige gevolgen enkel vervelend en verslikken

2. controle op speekselsecretie
a) Neurale beïnvloeding
- parasympatische activatie: vrijstelling VIP  sterke doorbloeding  veel vocht kan in acini terecht komen
(waterig, weinig mucus en eiwitrijk) (uitgesproken & langdurig)
(als je dan speekt kan je speeksel dus uit je mond stromen
tijdens maaltijd, werkt in op oorspeekselklier

- orthosymp. activatie: kortstondige speekselvloed meer mucus  taai, minder vocht
 in stess situaties is dit vaak: zo een plakkerige mond
 tussen maaltijden submandibulaire klier
(katten: kunnen dit speeksel echt uitspuwen)

OPM: deze 2 werken NIET antagonistisch, wel op verschillende wijze (ortho zorgt voor vasoconstrictie <->
para vasodilatie)

De reflexen
- aangeleerde/ geconditioneerde:
bv. paflov reflexen: honden eten geven met bel  enkel bel: watertanden (parotis klier) (ook bij mens bij
denken aan voedsel)

, [4]


- inherente/ ongeconditioneerde:

Mechanische (voedsel in mond) of chem. receptoren (samenstelling voedsel)  prikkeling  activeert
speekselcentrum in hersenen  binnen enkele seconden juiste ‘vorm’ van speeksel (vooral parotisklier)

Tandartsbezoek: zuiger in mond: want zijn instrumenten activeren van alle receptoren in u mond  continue
speekselvloed en niet gewoon dat beetje zoals in nuchtere fase (hier worden eig. alle speekselklieren wel
geactiveerd maar vooral die ene dat snel veel speeksel geeft)

Dus functies van speeksel
- doorslikken
- smaaksensatie
- mondhygiene
- verteringsfunctie

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller valerievanechelpoel. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.45. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78600 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.45  3x  sold
  • (0)
  Add to cart