Van sommige bouwstenen van het DNA is de functie nog niet bekend maar langzamerhand
wordt meer bekend over allerlei genen en de invloed van deze genen. Bijvoorbeeld het gn
met de naam 5-HTTLPR, die heeft blijkbaar invloed op het geluk dat je ervaart. Lange
variant zorgt ervoor dat serotonine beter wordt hergebruikt in onze hersenen.
paragraaf 2
Onder het fenotype van een individu verstaan we de waarneembare eigenschappen van dat
individu. De erfelijke informatie ligt op chromosomen, via chromosomen in eicel en zaadcel
worden erfelijke eigenschappen doorgegeven. Onder het genotype van een individu
verstaan we de informatie voor de erfelijke eigenschappen van dat individu. Een gen of
erffactor is een deel van een chromosoom dat de informatie bevat voor één erfelijke
eigenschap of een deel ervan. Het genotype kan vele eigenschappen van een individu
bepalen. Fenotype wordt door genotype maar ook door milieufactoren (licht, vochtigheid,
voeding, ziekten) bepaald, bijvoorbeeld een litteken. Een dergelijke verandering noemen we
een modificatie, hierbij wordt de informatie op de chromosomen niet veranderd en wordt
niet doorgegeven aan nakomelingen. De mate waarin genotype en milieufactoren bijdragen
aan het fenotype, is per eigenschappen verschillend. Bij veel eigenschappen stelt het
genotype de uiterste grenzen vast en bepaalt het milieu hoe dicht de grenzen worden
benaderd.
Eeneiige tweeling is ontstaan uit een zygote, lijken in genotype precies op elkaar.
De DNA-volgorde (DNA-sequentie) van de vier bouwstenen is anders in een gen dat
informatie bevat voor een bruine oogkleur dan in een gen dat informatie bevat voor een
blauwe oogkleur. Bij eeneiige tweeling is genotype gelijk maar doordat genexpressie kan
verschillen kan het fenotype ook verschillen. Daardoor zijn er op latere leeftijd duidelijke
verschillen te zien in uiterlijk en gedrag.
Epigenetica is de studie van wijzigingen in de expressie van een gen of set van genen door
milieufactoren zonder dat er wijzigingen in de dna-sequentie plaatsvinden. Deze wijzigingen
zijn omkeerbaar maar kunnen erfelijk en stabiel zijn.
paragraaf 3
Chromosomen komen in paren voor, de plaats van een gen in een chromosoom wordt een
locus genoemd. Homologe chromosomen zijn gelijk in vorm, lengte en ook de loci komen
overeen. Deze bevatten ook de genen voor dezelfde eigenschappen. Elk van de genen die
op een bepaalde locus kan voorkomen noemen we een allel. Een diploïd organisme bezit
telkens twee allelen voor een bepaalde eigenschap → allelenpaar/genenpaar. Als de
allelen gelijk zijn is het organisme homozygoot voor die eigenschap. Als het twee
verschillende allelen zijn is het organisme heterozygoot, een van de twee allelen komt tot
uiting in het fenotype, dit is het dominante allel, de andere noem je het recessieve allel.
Bij sommige erfelijk bepaalde eigenschappen is het onderscheid tussen dominant en
recessief minder duidelijk. Als beide allelen tot uiting komen in het fenotype, dan is het een
, intermediair fenotype. Allelen zijn onvolledig dominant wanneer het dominante allel niet
genoeg dominant is en het recessieve allel toch een beetje tot uiting komt in het fenotype
van het individu (AFBEELDING 14).
Door recombinatie van chromosomen ontstaat automatisch ook recombinatie van allelen op
de chromosomen. Bij ieder mens liggen in elk chromosomenpaar altijd wel allelenparen die
bestaan uit twee ongelijke allelen. Bij de bevruchting ontstaan er altijd nieuwe allelenparen.
Door de recombinatie van de allelen ontstaan er veel verschillende genotypen. Er komt dus
genetische variatie, dit is gunstig als er bijvoorbeeld milieu wijzigingen komen, een deel van
de bevolking heeft dan goede genen. Genetische variatie komt dus door de recombinatie
van allelen en door mutaties.
paragraaf 4
Johann Mendel was de eerste die systematische overerving van eigenschappen
bestudeerde. Hij voerde kruisingen uit met erwtenplanten als model voor veel andere
kruisingen.
P = ouders
F1 = nakomelingen, generatie 1
F2 = nakomelingen, generatie 2 na kruising/zelfbestuiving van nakomelingen F1
Bij monohybride kruisingen wordt gelet op de overerving van maar één eigenschap. Bij een
dihybride kruising wordt gelet op de overerving van twee eigenschappen ( 2 allelenparen).
VOORBEELD KRUISINGVRAAGSTUK UITWERKING OP BLZ 24
paragraaf 5
De chromosomen zijn in een eukaryote cel naar grootte en in paren gerangschikt, deze
rangschikking heet karyotype/karyogram/chromosomenportret.
Een autosoom chromosoom is niet direct betrokken bij het totstandkomen van het geslacht
van een individu, in tegenstelling tot een geslachtschromosoom die heterosoom is.
Geslachtscel vrouw heeft altijd X-chromosoom, die van een man een X of Y en is dus
bepalend voor het geslacht.
Meisje (XX), jongetje (XY), dit is bij zoogdieren en bananenvliegjes, bij vogels en sommige
vissen is het vrouwtje (XY) . Geslacht komt vast te liggen bij bevruchting.
Genen in het X-chromosoom komen niet voor in het Y-chromosoom, deze genen zijn
X-chromosomaal. Een vrouw die heterozygoot is voor een bepaalde eigenschap (XaXa of
XAXA) noem je een draagster. Genotype van voor een x-chromosomale eigenschap is XAY
of recessief.
Roodgroenkleurenblindheid is een x-chromosomaal gen of hemofilie of hypertrichose.
paragraaf 6
Bij een dihybride kruising zijn twee allelenparen betrokken. Meestal zullen deze genenparen
in verschillende chromosomenparen liggen, oplossen met een kruisingsschema.
BLZ 37 VOORBEELDOPGAVE
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauragruter. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.