Hoofdstuk 1, Planten
1.1 Indeling van het plantenrijk
Planten hebben een groene kleur door het bladgroen dat in de cellen van planten
zit. Als een plant bladeren heeft, zit het bladgroen voornamelijk in de bladeren.
Blad groen speelt een belangrijke rol bij de fotosynthese.
Er zijn ongeveer 500.000 verschillende plantensoorten. Het plantenrijk heeft een
bepaalde indeling hierbij wordt gekeken naar de bouw en de voortplanting.
Wieren (algen)
Wieren hebben geen echte wortels, stengels en bladeren. Wieren kunnen hun
eigen voedsel maken door middel van fotosynthese. Zuurstof is een bijproduct
van fotosynthese. Omdat wieren in water voorkomen, leveren zij meer dan de
helft van de zuurstof in de atmosfeer.
Eencellige wieren: algen. Ze zijn zo klein dat je het bijna niet kan zien. Je
hebt ook eencellige boomalgen die op het land kunnen leven.
Meercellige wieren: lange draden of bladachtige vormen.
Korstmossen: een samenlevingsvorm (symbiose) tussen een alg en een
schimmel. grijsgroene plakkaten of ‘ korsten’. Er zijn korstvormige,
bladvormige en struikvormige soorten.
Mossen
Mossen zijn landplanten, maar hebben wel een vochtige leefomgeving nodig.
Mossen hebben geen wortels maar een soort haartjes waarmee ze zich aan de
grond vasthechten. Mosplanten nemen water met de daarin opgeloste
voedingsstoffen rechtstreeks op via hun dunne, eenvoudige blaadjes. Ten
behoeve van de voortplanting produceren mosplanten zogenoemde
sporendrager of sporenkapsels. Het is een soort doosje op een steeltje. In het
doosje worden sporen gevormd. Sporen bestaan slechts uit wat erfelijk
materiaal, omgeven door een omhulsel. Bij droog weer springt de sporendrager
open. As een spore op een geschikte plaats terecht komt, groeit deze uit tot een
dun draadje cellen nieuwe mosplanten.
Paardenstaarten
Paardenstaarten hebben echte wortels en hun bladeren en stengels hebben een
wasachtige laag die uitdroging tegengaat. Ze zijn dus beter aangepast aan een
droger landleven. Hun stengels en bladeren bevatten vaatbundels waarmee
water en voedingsstoffen door de plant kunnen worden getransporteerd, en
houtachtig materiaal dat zorgt voor stevigheid. De plant kan zo in de hoogte
groeien en veel zonlicht opvangen. Onder de grond loopt een wortelstok
(ondergrondse stengel) waaruit meerdere plantenstengels kunnen groeien.
Varens
Varens groeien uit een wortelstok en hebben meestal grote veernervige
bladeren. Vaak is elk blaadje veer vertakt in kleinere ‘ deelblaadjes’.
Varenbladeren komen stevig opgerold uit de grond. Als ze gaan groeien ontrollen
de varenbladeren zich langzaam. Aan de onderkant van de bladeren ontstaan de
sporendragers.
,Zaadplanten
Zaadplanten zijn het beste aangepast aan een droog landleven. Ze hebben een
uitgebreid wortelstelsel en vaatbundels die water en voedingsstoffen door de
plant vervoeren. De stevige bladeren en stengels hebben een wasachtige laag.
Zaadplanten kunnen het hoogst worden omdat ze een verstevigde stengel
hebben (boomstam). Ze hebben daarom ook een stevig wortelstelsel.
Zaadplanten kunnen zich voortplanten door middel van zaden. Een zaad is
groter dan een spore en bevat een embryonaal plantje met voedsel voor de
kiemperiode: de zaadhuid barst open en het ontwikkelt zich tot een kiemplantje.
Er zijn 2 subgroepen door de manier waarop de zaden gevormd worden:
Coniferen (naaktzadigen): hun zaden ontwikkelen zich op de houtige
schubben van kegels. De zaden ontwikkelen zich niet in een vrucht, maar
liggen open en bloot op de schubben van kegels.
Bloemplanten (bedektzadigen): bloemplanten hebben bloemen die een
centrale rol zijn bij de voortplanting. Na de bevruchting groeit het
vruchtbeginstel uit tot een vrucht met daarin het rijpe zaad.
1.2 De bouw van zaadplanten
De toppen van stengels en wortels zorgen voor de groei in lengte van planten.
Knoppen kunnen uitgroeien tot nieuwe zijtakken, bladeren en/of bloemen. De
stengel heeft gespecialiseerde cellen die ervoor zorgen dat een plantenstengel in
de dikte kan groeien. Belangrijke groeivoorwaarden voor een plant zijn:
- Licht - Water
- Koolstofdioxide - Voedingszouten
- Zuurstof - Warmte
Als aan 1 van deze groeivoorwaarden niet voldaan is, kan de plant niet goed
groeien.
De bouw en functie van bladeren
De belangrijkste functie van bladeren is het aanmaken van voedsel voor de eigen
plant door middel van het proces fotosynthese: In de groende bladeren van een
plant bevinden zich bladgroenkorrels. De zonne-energie die nodig is voor de
fotosynthese wordt door het bladgroen opgevangen. Met behulp van deze
energie worden suikers gevormd uit koolstofdioxide en water. Als bijproduct
komt zuurstof vrij.
Een plant gebruikt de suikers als bouwstof voor de opbouw van haar eigen
weefsels. De voedingszouten die de wortels opnemen uit de bodem zijn ook
belangrijke bouwstoffen. De suikers dienen ook als brandstof. De verbranding
van suikers is het omgekeerde van het fotosyntheseproces. De suikers worden
met behulp van zuurstof afgebroken tot koolstofdioxide en water, waarbij de
vastgelegde energie vrijkomt. De vrijgekomen energie wordt gebruikt bij de
groei van een plant en de vorming van bloemen, vruchten en zaden.
Een blad heeft meestal een brede platte vorm waardoor er een groot oppervlak
ontstaat waarmee licht kan worden opgevangen en koolstofdioxide kan worden
opgenomen. De cellen met de meeste bladgroenkorrels zitten aan de bovenkant
van het blad zodat er veel zonlicht kan worden opgevangen. Koolstofdioxide kan
, niet zomaar door de opperhuis heendringen, daarom heeft het blad openingen in
de opperhuid: huidmondjes. Deze kunnen geopend en gesloten worden. De
huidmondjes zitten vooral aan de onderkant van het blad. Er wordt ook zuurstof
afgegeven en opgenomen. De huidmondjes regelen ook de verdamping bij een
plant.
De bouw en functie van wortels
Het wortelstelsel van een plant heeft 2 belangrijke functies:
- wortels verankeren de plant stevig in de grond waardoor de wind geen vat
op de plant kan krijgen.
- Wortels nemen water en voedingszouten op uit de bodem.
- Soms is er ook een 3e functie; dienst doen als opslagplaats van
reservevoedsel. De suikers die door de bladeren worden aangemaakt,
worden soms als zetmeel opgeslagen in de wortels.
De plant heeft water nodig voor het proces van fotosynthese en voor het
verkrijgen van stevigheid. Als plantencellen optimaal met water zijn gevuld, zijn
de cellen stevig en veerkrachtig. Heeft het te weinig water in de plantencellen
dan verliest de plant zijn stevigheid. Hoewel planten met behulp van zonlicht
eigen voedsel kunnen maken uit water en koolstofdioxide, hebben planten ook
behoefte aan voedingszouten. In deze zouten zitten belangrijke stoffen, zoals
stikstof, fosfor, magnesium en kalium.
De kleinste vertakkingen van de wortels nemen water en voedingszouten p.
Soms heeft een plant 1 hoofdwortel met zijwortels. Vlak achter de toppen van
alle wortels zitten kleine, haarvormige uitgroeisels: wortelharen. Die zorgen
voor de wateropname.
De bouw en functie van stengels
De stengel van een plant heeft een aantal functies:
- De stengel draagt de bladeren die zo een gunstige plaats hebben ten opzichte
van het licht.
- De stengel geeft stevigheid aan een plant.
De belangrijkste functie van een plant is het transport van water en
voedingsstoffen. De stengel heeft hiervoor een uitgebreid stelsel van
vaatbundels. De vaatbundels bestaan uit buisachtige cellen die met elkaar
verbonden zijn. Een vaatbundel bestaat uit 2 soorten vaten:
- Bastvaten: liggen het dichtst bij de buitenkant van de stengel en vervoeren
suikers vanuit de bladeren naar de rest van de plant.
- Houtvaten: liggen meer naar het midden van de stengel en vervoeren water
en zouten vanuit de wortel omhoog. De celwanden van de houtvaten zijn
verstevigd met houtstof.
In de bladeren liggen de vaatbundels in de nerven. Tussen de bast- en houtvaten
zit een dun laagje cellen, het cambium, dat voortdurend nieuwe cellen aanmaakt.
Bomen
Bomen hebben de mogelijkheid hogerop te komen, doordat ze beschikken over
een extra stevige en houtachtige stengel. Het cambium van bomen vormt naar
buiten toe de bastvaten (de bast van de stam) en naar binnen toe de houtvaten
(het hout van de stam). Een boomstam is bedekt met schors. Achter het schors
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Filiz01. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.24. You're not tied to anything after your purchase.