HC1
Ik denk dus ik ben – Descartes
Locke – als individu heb je geen zekere kennis. Wel: meerdere mensen bij elkaar.
Twee dimensies in de wetenschap
Normatief vs. Descriptief
‘Hoe hoort het’ en ‘hoe werkt het’
Weten vs. doen
Wetenschap als kennis en wetenschap als praktijk
Casus
- “Inhibiting and facilitating conditions of the human smile: A nonobtrusive test of the
facial feedback hypothesis” (als je een droevig gezicht trekt ga je je droeviger voelen en
hetzelfde voor een blij gezicht/gevoel)
- Een effect: “feedback from facial expressions affects emotional experience and behavior”
- Twee theorieën:
1. Het mechanisme is cognitief (gevolgstrekking uit zelfwaarneming)
2. Het mechanisme is onbewust en fysiologisch
Popper’s demarcatie criterium (demarcatie = afscheiding, hoe onderscheid je wetenschap van
andere culturele praktijken?)
Wetenschappelijke beweringen moeten falsifieerbaar (norm) – wetenschappelijke
beweringen moeten standen van zaken uitsluiten, een theorie moet aangeven wat er in de
wereld het geval moet zijn als de theorie niet juist is (anders is een theorie op veel
vlakken in de wereld toepasbaar)
En wetenschappers moeten proberen ze toetsen (norm)
Anders is het ‘pseudo-wetenschap’
Maar: de praktijk is anders: wetenschappers geven hun theorie niet zomaar op en
wetenschap is divers
De democratie moet ook wetenschappelijk zijn (social enginering)
,Gevolgtrekking (inference) – conclusies maken
Inductie Deductie
Van specifiek naar algemeen Van algemeen naar specifiek
- alle zwanen die ik gezien heb waren wit - alle mensen zijn sterfelijk
- dus zwanen zijn wit - Socrates is een mens
- dus Socrates is sterfelijk
Niet zeker, hoogstens waarschijnlijk Conclusie is waar als premissen
(tussenstapjes) waar zijn (vorm van
zekerheid)
Inductie Deductie
- data zijn in overeenstemming met theorie - theorie voorspelt X
- theorie is juist - X treedt niet op
- dus: theorie is niet juist
Veel gebruikt in wetenschap (H0 toetsen: Modes Tollens.
geen verschil controlegroep en experimentele Basis van falsificatie (o.b.v. popper
groep. H0 verwerpen theorie is juist) zekerheid over dingen die niet het geval zijn.
Zekerheid over wat wel het geval is kan niet)
David Hume – het inductieprobleem
Inductie is niet rationeel te verantwoorden
Inductie is niet redelijk, maar is een gewoonte
Waarom zou de wereld uniform (regelmatigheid) zijn? Tot nu toe uniform, dus blijft zo
(inductieve redenering – vicieuze cirkel).
Inference to the best explanation
Van data naar (beste, meest waarschijnlijke) theorie
Voorbeeld: Darwin’s origin of Species (variantie, erfelijkheid en selectie)
Wordt abductie genoemd
Hoe bepaal je dit? Welk criterium? Parsimonie (spaarzaamheid) – zo simpel mogelijk
(dan bijv. de wereld is geschapen door god)
Theorieën die minder aannames hoeven te doen zijn over het algemeen beter
Thomas Bayes – Bayesiaanse statistiek
Overtuiging als subjectieve waarschijnlijkheid (getallen aan toekennen) en vervolgens a
priori bijstellen.
Gevolgtrekking: bijstellen van overtuiging van overtuiging op basis van data
, Verklaren
Carl Hempel’s ‘covering law’ model van verklaren
1 of meer wetmatigheden
Specifieke feiten
Te verklaren fenomeen
Dit is deductie (verklaren); 2 premissen en 1 fenomeen
Verklaren en voorspellen zijn ongeveer hetzelfde. Als ik iets kan verklaren, kan ik
iets ook voorspellen (en vice versa) – symmetrisch
Bijv. Waarom vond Rita de cartoon grappiger dan Kees?
Feedback from facial expressions affects emotional experience and behavior (wet)
Als je een pen tussen je tanden houdt glimlach je (wet)
Rita had een pen tussen haar tanden toen ze de cartoon bekeek, kees niet (feit)
Daardoor glimlachte ze op dat moment (feit)
Dat versterkte haar emotionele ervaring en daarom vindt ze de cartoon grappiger
(conclusie)
Verklaren – kritiek op Hempel
Maar: verklaren in asymmetrisch
…en de verklarende feiten moeten wel relevant zijn
Betekent verklaren niet gewoon: weten wat de oorzaak is?
Hume (en Hempel): oorzakelijkheid kan je niet waarnemen empirisme (waarneembare
feiten. Oorzakelijkheid zie je niet. Mag je niet gebruiken in je verklaring)
Reductie
Waar zijn de componenten zelf uit opgebouwd?
Atomen, moleculen, organismen etc.:
De ‘lagen’ van de werkelijkheid
Dus kan de fysica alles verklaren
Zijn wij ons brein? – Dick Swaab; psychologische verschijnselen terugvoeren naar fysica
Je werkt telkens naar een lager niveau
Werkelijkheid – wat is kennis?
Realisme Anti-realisme
- De werkelijkheid bestaat onafhankelijk van - Theorieën beschrijven niet
ons - Een goede theorie is empirisch adequaat
- Een ware theorie beschrijft de werkelijkheid (zorgt ervoor dat we: verschijnselen kunnen
zoals hij is verklaren of voorspellen)
- Kennis is een afbeelding van de - ‘Instrumentalisme’ – theorie is een
werkelijkheid (spiegel) hulpmiddel
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller naomibont. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.49. You're not tied to anything after your purchase.