H4 – landelijke gebieden: landbouw, beleid en
cultuurlandschappen
Introductie
- Daily urban system: de centrale stad en de omliggende woongebieden van forensen en
bedrijventerreinen.
- Urban field: de omliggende woongebieden van forensen en bedrijventerreinen
- Perifere gebieden hebben last van ontvolking: landbouw biedt in de meest perifere gebieden
geen kans meer op een enigszins acceptabel bestaan.
- Ontvolkte of bijna ontvolkte gebieden die landschappelijk en ecologisch waardevol zijn,
kunnen wel een nieuwe functie krijgen. Voorbeelden Rewilding Europe en ecotoerisme.
4.1 landbouw aan de rand van het suburbane gebied
Om te onderzoeken naar de mate waarin lokale samenlevingen en actoren het vermogen hebben om
door eigen handelen hun toekomst vorm te geven, moet er onderscheid gemaakt worden tussen:
- Condities: externe omstandigheden die voor de regio wel relevant zijn, maar waarop actoren
geen invloed kunnen uitoefenen
- Hulpbronnen: resources waarover het agrarisch gebied zelf beschikt, in het regionaal beleid
van EU bekend als untapped potentials
Kenmerken:
- Situation: de relatieve ligging van een gebied
- Site: de eigenschappen van het gebied zelf
Kaiserstuhl en Emmental
- Traditionele strategie:
Boeren richten coöperaties op
Collectief eigenaar
Delen de winst
- Hedendaagse strategie:
Via andere wegen inkomsten vergroten
Individualisering
4.2 een ongelijk speelveld: de perifere landelijke gebied
De verscheidenheid tussen gebieden is vervangen door verscheidenheid binnen gebieden.
Verschil tussen boerengebieden vlakbij welvarende steden (grootstedelijke regio’s) en afgelegen
boerengebieden.
4.3 nationaal beleid: de tijden zijn veranderd
- Europa is georganiseerd volgens de principes van de vrijemarkt economie:
Concurrentie
Groei Polarisatie
Efficiency
- Rurale deprivatie: achterstand in perifere gebieden
- Overheden doen pogingen om de ‘verliezers’ bij te staan door middel van subsidies of
belastingvoordelen
- Hiërarchische sturing: overheid voert autoritair gezag uit
- Netwerksturing: overheid is een van de vele min of meer gelijkwaardige partner in een
netwerk van partijen is geworden
- Zelfsturing: direct betrokkenen zelf het initiatief nemen
, - Van top-down naar bottom-up, van exogeen naar endogeen, van verzorgingsstaat naar
participatiesamenleving
4.4 het Europese landbouwbeleid
- Landbouw was het eerste belangrijke beleidsterrein van EU
- GBL = Gemeenschappelijke landbouwbeleid
- Productsubsidies zorgden voor overproductie meer productie betekende hogere uitgaven
voor de EU
- Er moest iets gedaan worden tegen overproductie en inkomen van de boeren
- Plan Manscholt
Grootschalig, industriematige landbouw
Modernisering
- Oplossing gezocht in jaren 80
Productieplafonds
Quota
- Subsidies: van productieondersteuning naar inkomensondersteuning
Decoupling: subsidies zijn niet meer gekoppeld aan productiehoeveelheden, maar
juist voor een fatsoenlijk inkomen. Deze subdsidies worden single farm payments
genoemd.
Cross-compliance: inkomenssubsidies werden voor ongeveer 30% gekoppeld aan
voorwaarden
- Ontwikkeling:
Fonds voor plattelandsontwikkeling. Bv. natuurbescherming en modernisering
Quota voor melk, suiker en wijn afgeschaft
- Kritiek: mening over het huidige beleid loopt uiteen
Afschaffing van alle subsidies
Stimuleren van kleinschaligheid
Meer duurzame landbouw
Meer ondersteuning van innovatie
Meer aandacht voor nieuwe lidstaten
- Vergroening: discussie over toekomst van GLB
Weinig veranderd
Iets meer aandacht voor vergroening
Fundamentele hervorming
- Europese Green Deal
From farm to fork
Milieuorganisaties vonden dat deze plannen niet ver genoeg gingen
Maar de meeste lidstaten trapten juist op de rem: inkomenssteun was belangrijker
dan duurzaamheid
Er wordt steeds meer van boeren verlangd, maar ze hebben het moeilijk
4.5 landbouw in voormalige communistisch gebieden
- Na WOII was landbouw gecollectiviseerd
Coöperaties waren staatsbedrijven
Leidde tot uitgestrekte akkerbouwbedrijven
Communistische tijd betekende voor veel boeren verbetering
- Volgens communistische leer zou collectieve bedrijfsvorm veel efficiënter zijn
LPG’s (landwirtschaftliche produktions genossenschaften) slecht georganiseerd
Productiviteit laag
- Na 1990 veel arbeidsplaatsen verloren, maar productiviteit gestegen
- LPG’s groot gebleven
- Landbouwbeleid zou werkgelegenheid behouden (rurale ontwikkeling) maar in Mecklenburg-
Vorpommeren was er juist minder werkgelegenheid
, - Zonder subsidies zouden ze in M-V verlies draaien
4.6 landbouw en cultuurlandschappen
Een cultuurlandschap is een landschap dat onder invloed van de mens is gevormd. Er is een grote
verscheidenheid aan cultuurlandschappen.
4 hoofdtypen:
- Open fields: grote graanakkers
- Kleinschalig besloten landschappen: gevarieerd landgebruik
- Planmatige landschappen: brede strookvormige stukken land hoevennederzettingen
- Mediterrane landschappen: complexe landschappen
Ontwikkeling tot WOII
- In Middeleeuwen waren veel landschappen functioneel met elkaar verbonden
- Transhumance: de seizoenstrek tussen hooglanden en lage gebieden en tussen droge en
natte gebieden: zo konden boeren profiteren van de verschillende klimaten en gewassen.
Na WOII
- Landbouw gecollectiviseerd
- GLB
- Structuurpolitiek
- Schaalvergroting en intensivering
- Regeling voor less-favoured areas: berggebieden en gebieden met fysisch geografisch
eigenaardigheden. Voorzetting van landbouw in moeilijke gebieden om bijzondere
landschappen te behouden
Streekproducten en biologische landbouw
- Bescherming regionale producten:
BOB: beschermde oorsprongsbenaming
BGA: beschermde geografische aanduiding
GTS: gegarandeerde traditionele specialiteit
- Bewegingen:
Slowfood-beweging: inzet op lokale producten en bereidingswijzen (Zuid-EU)
Tegenbeweging: biologische dynamische landbouw (Midden-EU)
, H8 – Steden: de vele werelden van de stad
- Divided city: een verdeelde stad waarvan de inwoners over en weer vijandbeelden hebben
van ‘de Ander’
- Turf wars: grensoorlogen
- Town scapes: stedelijke landschappen van wegen, gebouwen en grondgebruik
- Verschillende niveaus:
Micro: buurt, café en straathoeken
Macro: mondiale niveau van steden
Meso: interne structuur van een stad of agglomeratie
8.1 mesoniveau: stations, trams, vliegvelden en havens
Spoorwegen belangrijk voor stedelijke structuur
- Stations aan de rand van de stad
- Grote steden hebben veel stations, kleine steden 1 of 2
- Rondom stations nieuwe stadcentra & CBD: oorspronkelijke stad werd historische stad, het
moderne CBD lag daarbuiten
- Na WOII verloren stations hun aantrekkelijkheid. Het raakte verouderd en kwam in een
neerwaartse spiraal.
- Weer aantrekkelijker door: vernieuwing, HSL-lijnen, winkel- en kantoren bouwen op deze
plekken
Niet alleen railverbindingen tussen steden, maar ook binnen agglomeraties
- Stadstrams & metro’s
- Trams verdwenen door opkomst auto’s. Door ‘smart, green & inclusive’ komen ze weer
terug.
- Transit oriented development: op en rondom knooppunten OV veel voorzieningen bouwen
(kantoren, huizen en winkels)
De luchthavenstad
Aerotropolis
- Nabij steden met grote vliegvelden
- Snel groeiende concentraties van ruimtegebruikers die voor hun functioneren afhankelijk zijn
van nabijheid tot een luchthaven. Zelfde patroon als bij stations (maar dan 100 jaar later)
- Air side oriented airport naar multi-service airport andere functies aantrekken
Airport city
- Het geheel van functies dat zich vestigt op en bij een luchthaven
- Mogelijkheid om zich verder te ontwikkelen tot een kern van een veel uitgestrektere
aerotropolis
Afhankelijk van luchtvervoer, maar niet in het luchthavengebied gevestigd zijn
Formatie: ruimtegebruikers hebben onderling geen intensieve relatie
Verschillende vormen:
Rond het vliegveld
Langs OV-verbinding naar vliegveld
Airport corridor
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller angelajh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.83. You're not tied to anything after your purchase.