Eropaf!
Het verval
In het begin werd sociaal werk vooral door rijkere vrouwen gedaan in de vorm van vrijwilligerswerk.
Zij hielpen de armere, ‘lagere’, bevolking met het verkrijgen van een betere toekomst. Mensen
moesten volgens hen niet alleen hun leven beteren en nieuwe dingen leren of beter werk vinden,
mensen moesten ook manieren bijleren en fatsoenlijker worden. Iedereen moest zich steeds meer
gaan aanpassen aan de bovenklasse en zich netjes gedragen om in dat plaatje te passen.
Problematische gezinnen werden als een soort sociaal-zieken gezien omdat ze niet in het perfecte
welbekende plaatje pasten.
Milikowski draaide deze gedachten helemaal om en bracht zijn ideeën in 1961 uit in een boek.
Onmaatschappelijkheid kan niet alleen voorkomen bij de mensen waaraan we het zien, het kan ook
voorkomen bij de mensen die in die tijd als fatsoenlijk beschouwd werden. Oftewel: je moet niet
alleen naar de slachtoffers kijken maar juist vooral ook naar de veroorzakers: huisjesmelkers,
werkgevers, politici, pastoors, ect. Volgens Milikowski konden mensen zich juist het best
emanciperen als ze nog onaangepast waren. Wat onmaatschappelijkheidsbestrijders tot nu toe
gedaan hadden was in zijn ogen een zogenaamd objectief sausje aanbrengen over hun eigen
subjectieve normen. Armenbezoekers en woningopzichteressen (de vrijwillige vrouwen uit
voorgenoemde stukje) wilden dat mensen zich aanpasten aan hun manieren en aan hun omgeving,
dit was in zijn ogen fout. Milikowski zijn boek werd opeens heel populair en de sociologen die hem
eerst nog weglachten werden nu (1967) geconfronteerd met een boze bevolking die klaar was met
dit soort ‘moraalridders’. Overal werd het autoritaire karakter van gezaghebbers aan de kaak
gesteld. Burgers wilden zelf hun levens, hun werk, hun studie en hun buurt vormgeven. Deze
omwenteling en actiegroepen ontstonden mede door hogere lonen (20 of 30% stijging), de auto
waarmee Nederland een stuk kleiner leek te worden en de televisie waarmee mensen meer kennis
en informatie kregen dan hiervoor, hun venster op de wereld werd groter.
Aanpassen of beschaving bijleren was verledentijd. Professionals gingen met hun cliënten om op
basis van een vorm van gelijkwaardigheid, waarbij zelfontplooiing van de ‘doelgroep’ het na te
streven doel was. Emancipatie op basis van eigen kracht was het nieuwe parool, waarbij de
professional geacht werd de kansen en omstandigheden voor dit zelfontplooiingsproces optimaal te
maken. Niet de mensen maken problemen maar de samenleving maakt problematische mensen.
Dennendal-experiment Carel Muller en zijn collega’s probeerden om een gedemocratiseerde –
niet betuttelende – vorm van zwakzinnigenzorg tot stand te brengen. Symbool voor structurele
veranderingen. Ook symbool van de halsstarrigheid van regenteske machten in Nederland om
ruimte te maken voor deze veranderingsprocessen, zij lieten het pand ontruimen.
Welzijnswerkers praatte met mensen en waren niet langer gezag maar gelijkwaardig. Ze kleedde en
gedroegen zich ook meer als normale mensen in die tijd. Hulpverlenen begon meer op een soort
vriendschap te lijken. Ook de huisbezoeken verdwenen en de welzijnswerkers trokken zicht terug in
kantoren. Wie hulp wilden moest zélf naar hun toekomen om zelf die hulp te vragen. Privacy werd
als steeds belangrijker gezien en niet meer iedereen was bij iemand in huis welkom. Er kwam echter
geen einde aan het problematische gedrag van mensen, sterker sommige problematieken werden
juist erger. Het hebben van schulden werd met de groter wordende welvaart steeds aantrekkelijker.
Individualisering en uiteenlopende leefstijlen leidden tot een grotere gevoeligheid voor overlast van
de naaste buren, en de wegvallende sociale controle leidde tot moeizamer onderling hulpbetoon, zo
, niet tot onverschilligheid ten opzichte van anderen. Het land telde in de jaren 80 meer professionals
dan ooit op het sociale werkgebied maar deze professionals hadden een stuk minder te vertellen ten
opzichte van vroeger.
Rond 1974 ontstond er echter een geitenwollensokken imago rond het aspect van sociale hulp.
Mensen die zich verzette tegen de autoritaire systemen en die eindeloze zoektochten naar zichzelf
hadden werden als softies gezien en welzijnswerkers werden onderwerp van de spot van cabaret.
Wel was het sociaal werk nog steeds erg populair op scholen en universiteiten. Deze universiteiten
werden overspoeld met lagere en middenklassenmilieus die zich wilden verrijken en die zichzelf
wilden leren kennen. Zij vroegen zich bij elk handboek af wat zij daarmee konden waardoor er veel
verschillende stromingen van hulpkunde ontstonden (bedrijfskunde, opvoedkunde, bestuurskunde,
voorlichtingskunde, gezondheidskunde, communicatiekunde, enzovoort). In de tussentijd begon de
kritiek zich ook op te bouwen. Vooral de vraag of we niet te veel voor mensen zouden regelen en of
deze welzijnsstaat vol voorzieningen nog wel te doen was bleef voor veel mensen een groot punt
van kritiek. Het toenmalige systeem kreeg een grote klap toen de economische crisis in begin jaren
80 uitbrak. De genadeklap kwam van Hans Achterhuis.
Achterhuis vond dat de professionals zichzelf werk gaven en dat ze mensen problemen aanpraatte
terwijl die mensen volgens hem helemaal geen problemen hadden. Door het enorme aanbod steeg
automatisch ook de vraag want mensen moesten van de professionals nou eenmaal emanciperen.
De vorm van sociale hulpverlening onderging weer een verandering. Professionals mochten niet
boven hun cliënten gaan staan (het paternalismetrauma) maar ze mochten ook niet naast hun
cliënten gaan staan en te veel met hen meevoelen en praten, goed bedoelt of niet het mocht niet
meer (het geitenwollensokkentrauma). Er was een grote angst voor over identificatie. Er was maar
één manier om aan deze trauma’s te ontsnappen: afstand nemen.
Het initiatief moest voortaan bij de mensen komen te liggen en niet bij de professionals. Zelfinitiatief
en zelfwerkzaamheid stonden voorop. Het wij-tijdperk ging over naar het Ik-tijdperk met een
krachtige geïndividualiseerde wereld waarin het individu de sleutel was tot zijn eigen ontplooiing,
herstel, genezing en lotsverbetering. Die sleutel moest niet afgepakt worden, door bijvoorbeeld een
psychiater of maatschappelijk werker, omdat de hulpverlening dan leidden tot afhankelijkheid,
lamlendigheid en tot in het lot berusten. Er werd flink bezuinigd in de sociale welzijnstakken en de
maatschappelijk werker dienden niet langer met Den Haag te onderhandelen maar met de
gemeenten. De verantwoordelijkheid voor sociaal welzijn en het onderhoud daarvan verschoof dus
van de politiek op landelijk niveau naar de gemeenten. Reorganisaties waren een gevolg hiervan
waardoor de velen kleine bedrijfjes langzaamaan één of een paar welzijnskoepels worden.
Sommigen van hen stonden echter in twee gemeenten, dit had twee gevolgen. Ten eerste waren
hulpverleners zo erg met reorganisaties en dingen verwerken bezig dat ze heel erg naar binnen
gekeerd werden. Hierdoor waren ze dus minder toegankelijk voor mensen die wel echt hulp nodig
hadden. Ten tweede bleven mensen in de politiek nog steeds aanspreekbaar en daarmee politiek
verantwoordelijk voor de zorg. Dit zorgde ervoor dat zij wilden weten waar hun subsidies heen
gingen en hoe zij deze konden besteden. Er kwam een verstikkende deken van
verantwoordingsverplichtingen over de werkvloer te liggen. Professionals raakten dus steeds meer
tijd kwijt om aan hun administratieve verplichtingen te voldoen. Er ontstond een leefwereld waarin
de echte mensen leefden en waarin de problemen waren of ontstonden en er ontstond een
systeemwereld, een wereld waarin alles administratief bijgewerkt moest worden en waarin eigenlijk
geen mensen voorkwamen maar alleen taken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maidermirailh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.