Hoofdstuk 5
Status: Sociale positie in de samenleving
Statusset: Ieder individu heeft diverse statussen.
Toegeschreven status: zijn vaste statussen die voor je gekozen zijn, waar je geen invloed op hebt.
Verworven status: zijn statussen die je zelf kiest (bepaalt). Door middel van je prestaties.
Masterstatus: Mensen kunnen hieruit motivatie of kracht halen.
Rolconflict: Ontstaan van een conflict Voorbeeld van vader en docent zijn, waar kies je op dat moment
voor.
Rolspanning: In enkele status diverse verwachtingen zijn. Voorbeeld van gevangene, in therapie
kwetsbaar in groep heel stoer.
Erving goffman Status en rol worden maatschappelijk bepaald maar volgens Erving is hier ruimte in om in te
bewegen (construeren)
Zelfpresentatie: Een ander overtuigen door je zodanig te kleden of te gedragen dat je werkelijk die status
bent. Dit zorgt voor bepaalde verwachtingen van statussen.
Frontstage: Podium, Proberen echt de ander te overtuigen dat we die status zijn.
Backstage: Ofpodium, Positie waar je weer jezelf kan zijn en niemand hoeft te overtuigen.
Freudiaanse verspreking: Even niet voldoen aan je status en de bijbehorende rol. Jezelf verspreken meestal
vanuit een impuls of drift. Je masker valt dan.
Sociale controle: Zorgt ervoor dat mensen zich blijven gedragen volgens hun status.
Thomas Theoroma Iets word als waar genomen omdat iemand uit een bepaalde status het zegt. cultuur
verandert
Hoofdstuk 11.1 + 6.1
Sociale groep: Twee of meer mensen die zich met elkaar identificeren en met elkaar omgaan.
Categorie: Groep mensen met een gemeenschappelijke status (studenten, docente, etc.). Zij
kennen elkaar maar beperkt, er is geen echte band. Maar die kan er wel ontstaan en
uit bloeien tot een sociale groep.
Mensenmenigte: Losse verzameling mensen
Soorten sociale groepen:
Primaire groep: Kleine sociale groep waarvan de leden persoonlijke en duurzame relaties met elkaar
onderhouden (gezin, clubje collega’s, clubje studentenvrienden). Persoonsgericht
Secundaire groep: Grote onpersoonlijke sociale groep waarvan de leden een specifiek doel of activiteit
nastreven (eerste jaar sociaal werkers). Doelgericht
Groepsdynamiek:
Referentiegroepen: Sociale groep die voor evaluaties en beslissingen als referentiepunt dient. (groep
waar jij jezelf in terug ziet). Je refereert je met deze groep.
Ingroep: Sociale groep waarvoor een lid respect en loyaliteit voelt. Waarin je je identificeert.
Outgroep: Sociale groep waarvoor een individu een gevoel van competentie of tegenstand
ervaart. Ziet als vijanden of gevaar.
Deviantie: Onderkende afwijking van culturele normen. Een groot deel van de mensen vind je gedrag
afwijkend.
Degene die deviant gedrag vertoond word door de andere als buitenstaander beschouwt.
Formeel reactie door middel van wetshandhaving
Informeel reactie door middel van straffen, preken, klappen, belachelijk maken, etc.
Reactie is vaak een poging to regulering
, Biologische context: combinatie van biologische en omgevingsfactoren
Universiteit van Wisconsin(2005): Combinatie van genetische factoren en omgevingsfactoren is
een sterke voorspeller van gewelddadig en crimineel gedrag
op volwassen leeftijd.
Persoonlijkheidsfactoren:
Moffit et al (2011): Lagere score op zelfbeheersing en omgang met frustratie betekent meer
probleemgedrag
Sociale basis van Deviantie:
1. Wat voor deviant doorgaat, wordt bepaald door de gangbare normen in een bepaald cultuur.
2. Mensen worden deviant als anderen hen als deviant definieren
3. Sociale macht is een factoor die zowel een rol speelt bij de gangbare normen als bij het
definieren van norm overschrijdend gedrag.
Hoofdstuk 8
Sociale stratificatie: Indelen van groepen mensen in maatschappelijke lagen.
Sociaal-economische status: Opleidingm inkomen en beroepsniveau
Kastenstelsel: gesloten samenleving
Geen sociale mobiliteit, het is dus niet mogelijk om op de maatschappelijke ladder te stijgen
of te dalen. geen intergenerationeel mobiliteit, dus ook met de generaties is het niet
mogelijk om te stijgen of te dalen.
Klassensysteem Nederland Semi open samenleving
Je kansen, rechten en plichten worden gedeeltelijk bepaalt door je afkomst (generatie voor
jou) maar ook door de prestaties die je levert.
- Iemand die in een hoge klasse is geboren met minder talent heeft meer kans hoog te
blijven in tegenstelling tot iemand die in een lage klasse is geboren met meer talent die
toch eindigt in een middenklasse ipv van de hoge klasse
Meritocratie droomwereld Volledig open samenleving
Hoe meer je presteert hoe hoger je eindigt.
Hoofdstuk 13
Functies van het onderwijs
1. Socialisatie: Levenslang proces, Bv: voorbereiding als burger en voor de arbeidsmarkt.
2. Sociale mobiliteit: Op basis van talenten en cognitieve vermogens. Je achtergrond
speelt hier bij ook een rol.
Gestandaardiseerde toetsen zoals cito, etc zorgen voor bepaalde stempels en
creëren een ander werkelijk beeld.
3. Culturele vernieuwing Zoals meisjes liepen eerst achter maar maken een inhaalslag op
jongens
4. Latente functies (onbedoeld functies): Onder andere partner/huwelijk vaak
gelijkwaardige opleidingsniveau. Mannen boeit het minder als hun echtgenoot lager is
opgeleid in tegenstelling tot vrouwen die vaker iemand van eigen niveau of hoger willen.
5. Sociale integratie: School is een ontmoetingsplek en zorgt voor het verkleinen van de
zogenaamde culturele kloof
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maidermirailh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.