HC 1 Inleiding
Carr H2 & H3
H2 Invloeden op probleemontwikkeling
Er zijn risicofactoren als oorzaak, als onderhoudend en protectieve factoren (maintaining factors en
predisposing factors). Die worden weer onderverdeeld in persoonlijke factoren (biologisch en
psychologisch) en contextuele factoren.
Etiologie = verklarende theorie
Predisponerende factoren = factoren die je gevoelig maken voor de ontwikkeling van een stoornis
(bijv. genetische kwetsbaarheden, temparament factoren).
Instandhoudende factoren = factoren in de omgeving van het kind die een stoornis in standhouden
(bijv. ruzies ouders thuis)
Belangrijk om bij die factoren altijd te kijken naar het geheel. Je kunt nooit zeggen dat ruzie van
ouders een instandhoudende of een uitlokkende factor is. Het kunnen verschillende factoren zijn. Als
je het verhaal niet kent van dat gezin of van dat kind dan kun je aan de hand van de factor alleen niet
bepalen of het een predisponerende factor of instandhoudende of uitlokkende factor is. Je moet het
altijd zien in de context.
Uitlokkende factoren= zijn vaak meer incidenten (bijv. misbruik, scheiding ouders)
Beschermende factoren = factoren die het kind beschermen tegen andere negatieve invloeden (bijv.
hoger IQ, betere sociale vaardigheden, goede school, volwassene naaste waar je steun aan hebt).
Persoonlijke factoren als oorzaak (predisposing)
Genetische gevoeligheid, gevolgen van prenatale complicaties en vroege ziektes. Bijvoorbeeld leeftijd
van de moeder, ondervoeding van de moeder, roken en alcohol kunnen negatief van invloed zijn op
het kind. Ook infecties (aids) kan worden overgedragen aan het kind. Bij perinatale kinderen (periode
rondom de geboorte, meestal 5 maanden) kunnen er ook dingen misgaan die invloed hebben op
latere problemen, zoals een draai in de navelstreng of een moeilijke doorgang bij geboorte. Apgar
score bepaald gezondheid (lager dan 4 is gevaarlijk): huidskleur, ademhaling, hartslag, spiermassa en
reflexen. De meeste prenatale kinderen hebben te maken met problemen, maar halen dit later in.
Als je als kind ‘gewond’ raakt (injury) kan dit later gevolgen hebben. Dit is echter ook afhankelijk van
de intelligentie vooral, hoe ernstig, de plek van de verwonding en de sociale context. Bijv. een kind
met een lage intelligentie en een headinjury als gevolg van fysieke kindermishandeling in het gezin
zal meer last hebben dat een kind met een gemiddelde intelligentie die een mindere verwonding
oploopt door een verkeersongeluk en snel hersteld binnen een stabiel gezin.
Temperament:
- Moeilijk temperament: moeite met routines, zoals eten en slapen. Vermijden van nieuwe
situaties en zullen op een nieuwe situatie met negatieve emoties reageren. Zij hebben een
hoger risico om psychologische moeilijkheden te ontwikkelen later. Hebben vaker conflicten
met volwassenen en zoeken een peer groep dat riskant gedrag vertoont. Ze kunnen beter
aanpassen wanneer er een goodness-of-fit is tussen het temperament en de verwachting van
de ouders. Ze hebben tolerant, responsieve ouders nodig.
1
, - Makkelijk temperament: regelmatige routines. Zullen nieuwe situatie benaderen en passen
zich makkelijk aan bij veranderingen in de omgeving.
- Moeilijk op te warmen: milde negatieve emotionele reacties op een nieuwe situatie. Na
meerdere keren contact komt er adaptie.
Psychologische factoren zijn een lage intelligentie, moeilijk temperament, negatieve
persoonlijkheidstrekken, laag zelfvertrouwen en een externe locus of control.
Onderhoudende factoren
Wanneer psychologische problemen zich voordoen, kunnen ze worden onderhouden door zowel
biologisch als psychologische factoren. Biologisch: abnormale levels van psychologische arousal of
dysregulatie in neurotransmitters. Verder kunnen problemen in stand worden gehouden door een
verkeerd geloof in zichzelf. Bijvoorbeeld een laag zelf efficiëntie geloof, dysfunctionele attitudes en
attributies. Wanneer kinderen een taak goed uitvoeren en dit toeschrijven aan de eigen
vaardigheden, ontwikkelen ze een gevoel voor zelf efficiëntie (self-efficacy); het gevoel dat ze in de
toekomst een gelijke taak ook goed uitvoeren. Kinderen met een laag niveau zullen problemen niet
opnieuw proberen op te ossen. Wanneer uit feedback van anderen (ouders, docent) blijkt dat ze
gefaald hebben door een gebrek aan vaardigheden kunnen ze een gevoel van aangeleerde
hulpeloosheid aanleren en een depressieve attributie stijl. Dit is een geloof dat het niet uitmaakt hoe
hard ze proberen, het lukt ze nooit. Succes zullen ze toeschrijven aan externe factoren. Het kan
verholpen worden bij het geven van positieve feedback en aan te geven dat een mislukking komt
door de moeite die je erin steekt in plaats van de vaardigheid.
Coping strategieën: herhaald gebruik van slechte coping strategieën kunnen problemen in stand
houden. Er wordt onderscheid gemaakt tussen emotiegericht, probleemgericht en vermijdende
strategieën.
- Probleemgericht
o Functioneel: verantwoordelijkheid accepteren, informatie zoeken, op zoek naar hulp,
actieplan opstellen
o Dysfunctioneel: geen verantwoordelijkheid nemen voor oplossen probleem,
inaccurate informatie zoeken, onrealistische plannen maken, plannen niet volgen,
uitstelgedrag
- Emotiegericht
o Functioneel: aangaan en onderhouden van sociale ondersteunende en empathische
vriendschappen, reframen en cognitieve herstructurering, stress op een grappige
manier bekijken, relaxen, sporten
o Dysfunctioneel: onproductieve ‘wishful thinking’, lange termijn ontkenning, drug en
alcoholmisbruik, agressie
- Vermijdend
o Functioneel: voorlopig mentaal uit de weg gaan van het probleem, voorlopig
aangaan van afleidende activiteiten
o Dysfunctioneel: op de lange termijn uit de weg gaan van het probleem, op lange
termijn afleidende activiteiten
Dysfunctionele strategieën leiden tot rust op de korte termijn, maar op de lange termijn
onderhouden ze het probleem in plaats van het op te lossen.
Beschermingsmechanisme: een probleem kan onderhouden worden door het gebruik van een
onvolwassen beschermingsmechanisme. In tegenstelling tot bewuste coping strategieën zijn
2
,beschermingsmechanismen onbewust en worden ze gebruikt om angst (anxiety) tijdens een conflict
tegen te gaan. Conflict ontstaat wanneer een persoon iets wilt achterna gaan maar bang is voor de
consequenties daarvan (een doel achternagaan). Deze kunnen negatieve externe situaties zijn, zoals
boze reacties van ouders of een interne reactie zoals schuld. Bijv. een jongere is boos op zijn moeder
kan zijn boosheid direct uitten maar is bang voor de reactie van de moeder of de ervaring van schuld.
Als hij de primitieve beschermingsmechanisme van passieve agressie gebruikt, kan hij de negatieve
emoties reguleren; bijv. klusjes doen maar wel langzaam en inefficiënt. Minder adaptieve/volwassen
beschermingsmechanismen hebben een grotere potentie om psychologische problemen in stand te
houden. Bekijk voor een volledig schema bladzijde 44 tot 48 > voorbeelden
Contextuele aanleg factoren (contextual predisposing factor)
Ouder-kind factoren: De kwaliteit van de gehechtheid, de mate waarin kinderen leeftijdsgeschikte
intellectuele stimulatie bieden en de manier waarop zij controle en warmte combineren om een
opvoedingsstijl te maken hebben een effect op de latere psychologische aanpassing van een kind.
Onzekere gehechtheid, gebrek aan stimulatie en een niet-optimale opvoedingsstijl zijn belangrijke
voorspellende factoren voor problemen.
Gehechtheid: veilige gehechtheid zorgt voor emotionele competentie. Gehechtheidsgedrag komt tot
uiting tussen de 6 maanden en 3 jaar. Bij gevaar zoeken ze de nabijheid op van de opvoeders.
Wanneer ze gerust worden gesteld, gaan ze weer activiteiten ondernemen in de nabijheid van de
opvoeder. Door herhaling bouwt het kind een intern werkmodel van gehechtheid gebaseerd op de
manier waarop de opvoeder reageert. Dit intern werkmodel zorgt ervoor dat mensen later
voorspellingen kunnen maken over zichzelf en hoe anderen reageren in relaties. Ainsworth kwam
met een model dat de patronen van een relatie laat zien.
Intellectuele stimulatie: het niveau van intellectuele stimulatie die de ouders bieden is cruciaal voor
de ontwikkeling. De verscheidenheid aan speelgoed en de hoeveelheid kansen die de ouders nemen
om het intellect te stimuleren worden geassocieerd met het huidige intellectuele niveau en het
toekomstige IQ.
Opvoedingsstijlen: door het combineren van de warmte en controle kunnen er vier opvoedingsstijlen
worden gemaakt: autoritatief, autoritair, permissief en verwaarlozing. Autoritatieve ouders zijn
warm en hebben een gemiddelde mate van controle waardoor kinderen verantwoordelijkheden
kunnen nemen die bij de leeftijd passen; dit is een ideale context voor het kind. Deze kinderen leren
dat je een conflict het beste kunt oplossen door het perspectief van de ander aan te nemen.
Autoritaire ouders zijn warm maar ook controlerend. Deze kinderen zullen zich vaak als verlegen
ontwikkelen die niet graag het initiatief nemen. Hen wordt geleerd dat ze moeten gehoorzamen
zonder vragen te stellen en dat dit de beste manier is om met verschillen om te gaan en problemen
op te lossen. Permissieve ouders zijn warm maar laks in discipline. Deze kinderen hebben niet de
competentie om plannen in de toekomst na te leven en hebben een slechte impulscontrole.
Kinderen die worden verwaarloosd (neglected) kennen weinig warmte met een inconsistente
supervisie; zij ontwikkelen aanpassingsproblemen.
Blootstellen aan gezinsproblemen in het vroege leven: ouders met persoonlijke
aanpassingsproblemen, opgroeien in disorganisatie, huwelijksproblemen en deviant gedrag van
zussen/broers kunnen leiden tot psychologische problemen.
3
, Problemen van ouders: depressie, alcoholmisbruik en criminaliteit kunnen kinderen gevoelig maken
voor psychologische problemen door twee (niet genetische) redenen. Ten eerste kunnen deze
problemen in de weg zitten bij het ontwikkelen van een veilige gehechtheidsrelatie, goede
intellectuele stimulatie en een autoritatieve omgeving. de tweede reden is dat kinderen door middel
van modelling bepaalde belief systems, gedragspatronen, beschermingsmechanismen en coping
strategieën overnemen.
Huwelijksproblemen: aanwezigheid van kinderen zorgt voor verminderde ‘marital satisfaction’. Dit
varieert gedurende de levenscyclus van het gezin (hoog vooraf aan geboorte). Blootstelling aan
zware huwelijksproblemen, agressieve conflicten en geweld zorgen ervoor dat psychologische
problemen kunnen ontstaan. Ten eerste brengt het het gevoel van emotionele veiligheid in gevaar.
Daarnaast voelen ze druk om aan de kant van één persoon te staan; ze kunnen angst ervaren om de
liefde van een ouder te verliezen of te worden gestraft. Daarnaast kunnen ze het idee hebben dat ze
verantwoordelijk zijn voor het conflict en dus ook voor het oplossen van de problemen. Tot slot
kunnen huwelijksproblemen voorkomen dat ouders samenwerken om het kind een goede omgeving
te bieden. Samenwerken is met name belangrijk bij scheidingen.
Familie disorganisatie: een chaotische familie omgeving wordt gekenmerkt door problematische
ouder-kind relaties en ouder-ouderrelaties, beperkte communicatie en probleemoplossende
vaardigheden, inconsistentie regels, onduidelijke rollen en gebrek aan routine. Deze families hebben
vaak meerdere problemen en gaan van de ene crisis naar de volgende. Tot slot kunnen broers/zussen
met deviant gedrag als rolmodel worden gezien waardoor een kind ook deviant gedrag laat zien.
Stress in het vroege leven
- Scheiding en overlijden: ervaringen van vroeg gemis zoals scheiding en de dood
- Kindermishandeling: fysiek, seksueel en emotionele mishandeling kan zorgen voor
emotionele, interpersoonlijke en schoolse problemen. Ze zijn gevoelig om opnieuw in een
relatie te komen waarin ze worden mishandeld of zullen zelf mishandelen
- Sociale nadelen: chronische sociale nadelen en armoede zijn een risicofactor.
- Institutionele opvoeding: afhankelijk van duur en mate van deprivation
Familiesysteem factoren
Het gezin kan de psychologische moeilijkheden in stand houden van een kind door bepaalde
interactiepatronen:
- Onbedoelde versterking: versterken van ongewenst gedrag door bijvoorbeeld aandacht te
geven aan het gedrag. Dit kan al door bijvoorbeeld te zeggen dat het kind erg somber is. Is
vooral erg sterk wanneer het af en toe gebeurt in plaats van constant en gebeurd zowel
onbewust voor gezinslid als voor het kind
- Onveilig hechting: als ouders niet goed reageren op de behoefte van het kind, kunnen zij zich
niet veilig genoeg voelen om op ontdekking uit te gaan.
- Coercive (dwang) interactie: deze interactiepatronen kennen negatieve beloning en staan
centraal in het onderhouden van de gedragsproblemen van het kind. Ze kunnen in aanraking
komen met escalerende patronen van negatieve interactie met de ouders. Bij deze patronen
reageert het kind op de escalerende kritiek met groeiende agressie of destructief gedrag.
Soms gaan ouders letterlijk weg uit de kamer en laten ze zien dat ze niet met de situatie
kunnen omgaan. Dit zorgt ervoor dat zowel het kind en de ouder opluchting voelen. Dit zorgt
voor een negatieve beloning van het gedrag van zowel het kind als de ouder.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cat1998. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.