Historische pedagogiek
1. Introductie
1.1 Situering opleidingsonderdeel
“I see our history in a rather long perspective. Twenty billion years of this universe. Six billion years of the
solar system. Four and seven-tenths billion years of the earth. Three billion years of life on earth. Three
million years of human life. Ten thousand years of civilization. And then a trivial two hundred years of the
Industrial Revolution to bring us to the edge of self-extinction.”
Bespreking: Geschiedenis is niet alleen een studie over het verleden, maar heeft ook een duidelijke link naar
vandaag en naar de toekomst. Het is een studie van het verleden gezien vanuit de bezorgdheden van
vandaag met een duidelijke bekommernis voor de toekomst.
“Every way of seeing is also a way of not seeing. It is better to have a variety of models and archetypes, so
we stay flexible and open.” (K. Burke)
Bespreking: Wat niet zichtbaar is, is binnen de historische pedagogiek even belangrijk als wat wel zichtbaar
is. Dit wordt bijvoorbeeld aangetoond in de proef waarbij men moet tellen hoeveel keer de bal wordt
doorgespeeld en waarbij de dansende gorilla op de achtergrond niet wordt opgemerkt.
Multiperspectiviteit en kritische reflectie van belang
-> Extra bril om naar pedagogiek te kijken
-> Outside the box denken gebeurde vroeger al! (sommige dingen zijn niet zo nieuw als we denken)
1. Een ‘historische’ onderzoekscultuur
2. Een ‘pedagogische’ onderzoekscultuur
-> Historisch pedagoog heeft een plicht t.o.v. beide
Historische pedagogiek = thinking with history -> using the past "to orient ourselves in the living present"
-> Niet zomaar feiten oplijsten: verbanden leggen die ons inzicht geven
Multiperspectivisme: verschillende perspectieven
-> Verschillende bronnen = verschillende perspectieven = verschillende verhalen
-> Belang element van de waarheid -> Het gaat niet zozeer over wie er gelijk heeft, wie de waarheid
zegt, maar over hoe het komt dat mensen iets anders vertellen over eenzelfde gebeurtenis?
Hoezo zijn er verschillende perspectieven?
-> studeren in context, primaire en secundaire bron, wie zegt dat waarom?
1.2 Hoezo geschiedenis?
Belangrijke vraag hoe we omgaan met geschiedenis? (als receptenboek of als veranderlijke wetenschap?)
-> Geschiedenis over opvoeding en onderwijs is essentieel
Veel kernvragen nodig bij behandelen historische pedagogiek: Wat is kennis? Door wie is het geschreven?
Wanneer is het geschreven? Constructie of reconstructie?
,1. Historisch feit, figuur = fenomenen in het verleden (binnen pedagogiek: gerelateerd aan onderwijs en
vorming)
2. Rapportering (bronnen)
-> Triangulatie: alle mogelijke bronnen samen in rapportering historisch feit
-> Observatie niet meer mogelijk
3. Onderzoeker onderzoekt
-> Doet de rapportering: nog geen geschiedschrijving, verzameling bronnen
-> Onderzoeker is gelimiteerd tot bestaande kennis
4. (De)constructie (werken) van het verleden = subjectief
-> Geschiedenis als EEN reconstructie van het verleden, niet DE reconstructie
-> Iedereen geeft betekenis of interpreteert op een andere manier
-> Opbouwen en afbreken van een verhaal, om alles terug bij elkaar te puzzelen
-> Doel: Weten wat er in het verleden is gebeurd
2. Wat is historische pedagogiek?
2.1 Over muren gluren
2.1.1 Historiografie van een discipline
Discussie: waar moeten pedagogen zich eigenlijk mee bezighouden qua onderzoek?
-> Wat zijn pedagogische kwesties? -> Over elke wetenschappelijke discipline is er wel wat discussie
Wetenschap is veel veranderd over de tijd heen: hoe zorgen we dat deze een discipline blijft en waarom
moet deze blijven?
Taak van historische pedagoog is om betekenis te geven aan verandering
Zijn de veranderingen die wij zien enkel vormelijke veranderingen (materieel) of verandert er iets
fundamenteel aan de pedagogische praktijk?
2.1.2 Cultuurhistorische context
Hoe kijken we en gaan we om met geschiedenis? Veranderd doorheen de jaren (bv onderzoek anders dan in
19e eeuw, toen: historisme waarbij geschiedschrijver rapportage maakte van feiten)
-> proberen door het gebruik van primaire bronnen terug te gaan naar wat er feitelijk gebeurd is op een
bepaald tijdstip. Ze gaan ervan uit dat de geschiedenis (althans ten dele) 'kenbaar' is en proberen deze te
reconstrueren door 'objectieve' gegevens te verzamelen,
, Bovenhistorische feiten vermeden, dus geen vragen stellen bij wat geschiedenis betekent voor ons
-> geen kritische toon over schrijver, toekomst, motieven -> tot feiten komen
Er wordt geen rekening gehouden met de context
Door een standpunt in te nemen gaf men zogezegd de realiteit weer
Idee over geschiedenis verandert: onderzoeker gezien als instructor (hier hangt dus veel van af)
Actieve rol ipv gewoon de fotograaf (zelf sporen zoeken en zelf verhaal en interpretatie maken)
-> ruimte voor discussie dus!
Context komt in beeld (feit en onderzoeker)
Niet meer feiten, maar historisch maatschappelijke processen (om er iets over te kunnen zeggen)
Perspectivistische kenact = kijken naar verschillende perspectieven om kennis te genereren
Historische werkelijkheid
-> Via oogpunt observatie = perspectivistisch kennen en interpretatieve onderzoeksmethoden
-> A priori vs. a posteriori (F. Ankersmit)!
-> Historisme: a priori = hoe het geweest is (realiteit, door ervaring achter kennis komen, fotograaf)
-> a posteriori = achteraf pas kunnen zeggen wat er gebeurd is (op basis van bewijs, constructor)
2.1.3 Rol van taal
Linguïstische wending in 20ste eeuw -> reflectie over gebruik taal
Rol van taal verandert (geen spiegel meer, contextafhankelijk)
Taal verandert en is afhankelijk van de plek, woorden hebben connotatie o.b.v. tijd en ruimte
Perspectieven naast elkaar leggen: historische discussie (subjectieve historiciteit?)
-> Geschiedenis is dus geen pure fictie, maar wetenschappelijkheid?
-> Geen leugens, maar een verhaal dat verifieerbaar is
Bv koloniaal verleden -> begrijp het en wees kritisch (onderscheid het valse en het falsifieerbare)
Taal heeft ook een context in bronnen: heroriënteren basisassumpties modernisme in verlichting
- Vooruitgangsdenken tegenover maakbare mens
-> Men is ervan overtuigd dat mensen evolueren van iets minder goed naar iets beter. De verlichte
ideeën bestaan erin dat iedere generatie leert van de vorige. Maar het zijn juist de pieken en dalen
die belangrijk zijn om iets te kunnen bestuderen.
- Discursieve ruimte, het afwezige subject
-> Individu heeft heel veel invloed op wat er zich afspeelt in een samenleving, heeft heel veel macht
MAAR Discursieve ruimte = mens heeft agency om dingen te beslissen, maar er komt steeds meer
het besef dat de governmentality ervoor zorgt dat mensen verweven zijn in een systeem dat
beperkend is en de eigen keuzes afzwakt (door liguïstisch)
-> We gaan van louter beschrijven naar het interpreteren
- Macht en onderdrukking
-> Sommige groepen zijn onbesproken in geschiedenis: tekstuele stiltes, Wat we niet zien is even
belangrijk als wat we wel zien.
Taal wordt een bron op zich, toegang tot verleden
Postmodernistisch -> verschillende lezingen (niet iedereen is het met elkaar eens, eigen manier)
, 2.1.4 Huidig paradigma (Foucault)
Disciplineringsdenken -> Mensen gaan zich aanpassen aan de normen maatschappij: normalising power
-> social processes through which ideas and actions come to be seen as 'normal'
1) Disciplinemaatschappij: een maatschappij waar macht wordt uitgeoefend door middel van diverse
disciplinaire apparaten (bv school, gevangenis)
2) Controlemaatschappij: bv hangen camera’s of controles tot normeren
3) Biomacht/wetenschap: We hebben het gevoel dat we vrijer zijn dan 100 jaar geleden, maar eigenlijk
weten we niet zo goed waar de macht vandaan komt.
2.2 The history of education: state of the art
Belangrijk onderscheid feit en fictie: Iets goed in scene gezet kan fout zijn en iets slecht in scene gezet
kan waar zijn, het ‘verhaal’ heeft een manipulatieve kracht (bv wetenschapper zegt...)
-> Toegankelijkheid tot kennis is niet hetzelfde als kennis
-> Let op voor fake news
Er zijn veel soorten geschiedenis (veelvoud)
-> Macro vs. Micro geschiedenissen
-> Synthetische geschiedbeoefening & microstudies
-> Conflict - een nieuwe historische werkelijkheid: discussie over de discipline
Historische bronnen: Geschiedenis in een veelvoud: en-en verhaal
-> Artefacten = objecten
-> Primaire = informatie direct afkomstig van personen te maken met een gebeurtenis (direct)
-> Secundaire = bron die voortbouwt op info die eerder is opgeslagen in een primaire bron (indirect)
-> Interessant om literatuur/pers uit de tijd te vergelijken
-> Egodocumenten = van personen zelf (getigenis over leven, kan direct zijn, mar kan ook dagboek zijn)
-> Wees creatief om bronnen te vinden (puzzel)
-> Bronnen triangulatie -> het combineren van verschillende bronnen in historisch onderzoek
-> Biografie = geschreven door iemand anders dan de persoon waarover het gaat
-> Autobiografie = biografie geschreven door de persoon in kwestie
-> Creativiteit en bronnentriagulatie nodig
2.2.1 Writing history
Functionele of academische discipline?
-> Moet zinvol zijn voor mensen in de praktijk
Multidisciplinair, de ene bedoelt dit met hist pedagogiek, de ander bedoelt iets anders
-> discussie over invulling (over gebied, subject en methodiek)
Continuïteit -> Gelijk blijven, hier meer sprake van
Discontinuïteit -> Abrupte verandering waar we moeilijk op terugkomen
2.3 Historisch pedagogisch onderzoek: Sporen uit het verleden?
Historisch feit is niet hetzelfde als het verhaal
Gentse weeshuizen = feit vandaag
-> wat zijn de bronnen, wat heeft de onderzoeker ermee gedaan en tot welk verhaal zijn we gekomen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yahlivermeire. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.45. You're not tied to anything after your purchase.