● historische basis (elke sector kent een eigen historie, tradities en interne dynamiek)
- vaak door een acuut probleem en uiteindelijk los van elkaar gegroeid.
● Ontwikkelingen op meerdere vlakken (maatschappelijk, wetenschappelijk,
organisatorisch
● + elke sector heeft een eigen regelgevend kader. (vlaams, federaal etc.)
⇒ sociaal constructionisme= wij in de maatschappij constructen creëren en hiervoor
gebruiken we talen (wc man en vrouw apart ⇒ kon ook roodharige apart)
⇒ Wat is kinderen en wat is jeugd?
- kindertijd in verschillende culturen anders geformuleerd.
- kwam door het wegdoen van werk en door educatie te bieden.
⇒ discussie waar eindigt de jeugd (childhood)
Kinder en jeugdhulpverlening: ‘doelgroepen’
● kinderen en jongeren met gedragsproblemen
● “ “ met emotionele problemen/psychische problemen
● “ “ ontwikkelingsproblemen
● kinderen en jongeren met leerproblemen
● dove en slechthorende kinderen
● blinde en slechtziende kinderen
● kinderen met een verstandelijke handicap
● kinderen met een fysieke handicap
● Kinderen en jongeren met een meervoudige handicap
● zieke kinderen
● kinderen met psychosociale problemen (kinderen in problematische
opvoedingssituaties/in multi-probleem situaties/vluchtelingenkinderen en NBMJ)
⇒ laatste 3 zijn nieuwe groepen.
⇒ die groepen doen het systeem onder druk
- vragen opwekken. stimuleren veranderingen
,Kinderen en jeugdhulpverlening: ‘sectoren’
● jeugdhulp en jeugdbescherming = 1 van de eerste
- kind zien als verzorgenden of kind zien als gevaarlijk?
- kinderen uit arme milieus beschermen en anderen stouten heropvoeden
- parallel met onderwijssysteem.
● later zorg voor handicap
- gekoppeld aan geestelijke zorg
- vroeger mensen met handicap in dolhuizen.
● sneller reageren = oranje (preventie).
- vroeger aanpakken = winst maken
● blauwe laag = maatschappij
- alle gebeurtenissen
- + rol die maatschappij opneemt in relatie met hulpverlening
⇒ hoe speelt informele en formele hulp op elkaar
⇒ sectoren op zich alleen lossen niks op/
- intersectoraal werken en netwerken (kinderen kregen eerst niet de gepaste hulp
hierdoor nu wel.)
organisatie van de kinder- en jeugdhulpverlening
● er is een belangrijke interactie tussen de verschillende lagen
● > centraal uitgangspunt is dat de maatschappij als onderliggende laag, een
belangrijke werkveld van de (kinder en jeugd)hulpverlening is; het interageert met
alle andere sectoren
● de maatschappij is evenwel voortdurend in beweging!!>> invloed op
constructen/doelgroepen/ sectoren (en dus op hoe de hulpverlening zich moet
organiseren
Organisatie van de kinder en jeugdhulpverlening (2)
● naast maatschappelijke evolutie, ook ontwikkelingen op wetenschappelijk en zorg
organisatorisch vlak >> drie richtinggevende paradigma’s komen boven drijven.
1. maatschappelijke ontwikkeling (emancipatie-gelijkwaardigheid-rechten/juridisering):
burgerschapsparadigma & quality of life
- heel rol van burgerschap (15 jaar geleden
- discussie wie is burger in onze maatschappij?
- hele discussie kwaliteit van leven.
, 2. wetenschappelijke ontwikkelingen (kennis van de etiologie-neurologie, medisch en
revalidatietechnologie- gedragswetenschappelijke theorieën en instrumenten):
Ecologisch paradigma (de mens als onderdeel van grotere gehelen.
- neurologisch veel nieuwe inzichten
- mensen met fysieke beperkingen zeer veel nieuwe ontwikkeling
- hierdoor hulp anders nu.
3. organisatorische ontwikkelingen
(vermaatschappelijking-decentralisatie-vraagsturing-inclusief beleid-kant en
marktgerichtheid; dus van alles-overnemende zorgsysteem naar ondersteuning op
maat): ondersteuningsparadigma.
- ontwikkeling binnen die specifieke sectoren
- ze proberen zelf te vernieuwen
- ondersteuningsparadigma zegt beetje zelfde als burgerschapsparadigma
maar in die sector specifiek.
organisatie van de kinder- en jeugdhulpverlening: Ontwikkeling
Algemene maatschappelijke evoluties
● westerse wereld = nu verzorgingsstaat (sociaal construct)
● samenleving concept = overheid verantwoordelijk voor bepaalde correcties
● vb. ongelijke economische posities recht te zetten
● het is onvoorwaardelijk als er noden zijn moeten zij die oplossen.
- onder druk verzorgingsstaat (financiën)
- keuzes moeten gemaakt worden.
● we worden dus meer en meer participatiemaatschappij
- burgerschap = status die je krijgt, je hebt aantal rechten maar ook plichten
- je moet aan plichten voldoen om aan die rechten te kunnen voldoen.
- burgerschap in bezit = mag deelnemen.
, ● meer en meer risicomaatschappij
- mensen verwachten dat je heel goed weet waarom je die keuze maakt.
- middenklasse eigenlijk het beste.
- kinderen zo vroeg mogelijk op school zetten (allochtonen)
ocmw verminderen als ze niet op school gaan
- onvoorwaardelijk is het dus eigenlijk niet
⇒ individualisering maar ook veel grenzen en daarom ook kijken naar diversiteit.
Maatschappelijke ontwikkelingen: naar een burgerschapsparadigma (1)
● van een defectparadigma
- nemen we op in systeem arrangeren het en doen ze dan uit het systeem
over een
● normalisatieparadigma (Nirje, 1985) (scandinavische mensen)
- mensen met een handicap hebben Dezelfde rechten als iedereen = ze
moeten een bestaan kunnen leiden dat “zo dicht mogelijk bij het normale ligt
als het maar mogelijk is”
- defect was te negatief
- het gaat niet over normaal of niet normaal.
naar een
● Burgerschapsparadigma (Van Gennep, 1997)
- Equal citizenship - vertrekt vanuit de assumptie dat iedereen een gelijke
status heeft en iedereen het recht heeft op ‘self-government’
- “citizenship= a status bestowed on those who are full members of a
community (...) All who passes the status are equal with respect to the rights
and duties wich the status endowed. (MArshall, 1965, pp.92)
- niet iedereen heeft gelijke maar wel dezelfde status
- ze mogen zelf kiezen
- Burger is en een volwaardig lid = krijgen rechten en plichten
⇒ kinderen en jongeren volwaardige burgers?
Maatschappelijke ontwikkelingen: naar een burgerschapsparadigma (2)
● zijn kinderen en jongeren ook (volwaardige) ‘burgers’? (zie ook les participatie’)
● burgerschap als (te verwerven) status >>
- citizens in the making (marshal, 1964, P.81)
oefenen hoe het echt is maar u lening telt niet
zelfde geldt voor mensen die illegaal in ons land komen
- ‘becoming citizens (SMith, 2005)
- semi-citizenship (Cohen, 2005)
● recentere visie: burgerschap als een ‘praktijk’
- the complex and changing processes and actions of accessing rights and
responsibilities, feelings of exclusion and inclusion, and participatory
practices, through which individuals become embedded in communities,
organizations and institutions (beauvais et al. 2001; Cohen, 2005, Smith et
al.2005)
- ‘inclusief burgerschap’ (Dewaele, 2015)
⇒ zeer dichotomie ofwel burger ofwel niet.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller joeyhendrickx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.82. You're not tied to anything after your purchase.