Scientific management = door objectieve productienormen vast te stellen, bepalen wie in welke
positie het meest efficiënt is om de productie te laten stijgen.
Algemene managementtheorie = het leiden van het bedrijf van bovenaf, volgende de richtlijnen:
vooruitzien en plannen, organiseren, eenheid van bevel, coördineren en controleren.
Human relations-beweging = een nieuwe opvatting over het functioneren van organisaties, hieruit
kwam dat alleen al veel aandacht aan je medewerkers prestaties verhoogt.
Revisionisme = het zowel benadrukken van de menselijke als de technische kant van het managen
(blake en mouton met hun grafiek)(ook likert is bekend, hij het linking pin-model, hieronder).
Systeemtheorie = organisatie zijn op systemen die wisselwerking met de omgeving hebben.
Contingentiebenadering = er is geen standaard structuur deze is aan de situatie gebonden.
14.2 Organisatiestructuren
Organigram = een overzicht van een organisatiestructuur, doel daarvan is:
Het duidelijk en schematisch weergeven van afdelingen en de zeggenschap
De leiding helpen om overzicht te houden
Anderen inzicht even in de organisaties
Typen organigrammen:
Een organigram met alleen afdelingen, dus een globaal overzicht over de afdelingen zelf en
wie met wie werkt
Een organigram met alleen de functienamen, hier zie je de samenwerkingen tussen de
verschillende functies
Lijnorganisatie = een organisatie waarbij boen elke werknemer een manager staat en waarin de
taken logisch op opgedeeld zijn opgedeeld in afdelingen (piramide)
Eenheid van bevel = iedereen heeft één baas en het is duidelijk wie leidinggeeft aan wie
Voordelen van lijnorganisaties:
Duidelijke en eenvoudig
Het is duidelijk wie de baas is
Taken en verantwoordelijkheden zijn duidelijk
, Beslissingen maken gaat snel
Nadelen lijnorganisatie:
Lijdt gemakkelijk tot miscommunicatie tussen bovenste en onderste
Elke afdeling is redelijk op zichzelf
Gebrek aan gespecialiseerd personeel
Managers krijgen zware verantwoordelijkheden
Weinig flexibiliteit
Lijn-staforganisatie = lijnorganisatie met extra op zichzelf staande afdleing genaamd ‘staf’, is voor:
Het voorereiden van uitvoerende werkzaamheden
Voorlichting geven
Adviezen vershaffen aan management
Controlewerkzaamheden
Onderzoek en nieuwe productontwikkeling realiseren
Bevelbevoegdheid = staffunctionarissen zijn adviseurs van lijnfunctionarissen
Functionele bevoegdheden = staffunctionaris kan lijnfunctionaris opdragen hoe bepaalde
werkzaamheden uitgevoerd moeten worden
Voordelen lijn-staforganisatie:
Eenheid van bevel
Deskundigen/ vakspecialisten worden ingeschakeld
Betere samenwerking komt tot stand
Lijnfunctionarissen worden ontlast
Nadelen lijn-staforganisatie:
Staf kan niet goed genoeg kijken naar wat nodig is
Staf draag geen verantwoordelijkheid
Staf wil snel en vaak naar uitbreiding
Staf kan veel bevoegdheden krijgen en zo lijn ondermijnen
Staf en lijn kunnen te veel eigen leven leiden
Projectorganisatie = er ontstaan projectgroepen (tijdelijk samenwerkingsverband) om projecten
buiten eigen taken te realiseren
Ententestructuur = een horizontale structuur (naast elkaar), kenmerkend hiervoor:
Verdeling in beslissingsgebieden
Beslissingen die veel gebieden raken, worden genomen in volledige overeenstemming
Verschil collectief en individueel = bij collectief is het voor alle functionarissen van belang
Mintzberg = theorie die zegt dat er geen beste organisatievorm bestaat (contingentietheorie),
organisatie bestaat uit 5 delen:
Strategische top een topmanagement
Operationele kern het uitvoerend personeel die zorgt voor productie/ dienstverlening
Middenlinie leidinggevende tussen stratische top en operationele taken
Technostructuur bepalen normen en analyseren het proces
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evaormel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.