Onzekere situaties: er zijn meerdere mogelijke uitkomsten en de uitkomst staat niet vast.
Iedere uitkomst van een onzekere situatie heeft financiële gevolgen. (je verdient alleen
salaris als je een baan vindt, het kost je geld als je scooter gestolen wordt, als de winkel dicht
is loop je consumentensurplus mis)
Risico: de verwachte schade van een gebeurtenis = kans op schade x schade
Zwarte zwanen zijn gebeurtenissen die héél zelden voorkomen maar als ze voorkomen hele
grote gevolgen hebben.
Het bepalen van een risico gaat gepaard met onzekerheid. Als een risico verkeerd ingeschat
wordt heeft dit gevolgen op de keuzes van mensen. (je koopt geen nieuwe telefoon omdat
het risico dat hij gestolen wordt te hoog is maar in werkelijkheid is dit lager)
Om een risico in te schatten is informatie over de kans op de gebeurtenis en de
schadeomvang nodig.
Hoofdstuk 1.2
Vrijwillig risico: risico dat bewust is genomen (vallen bij het beklimmen van een berg)
Onvrijwillig risico: risico dat niet kan worden vermeden (ziek worden)
Risico’s worden verkleind door de kans te verlagen door maatregelen te nemen.
Hoofdstuk 1.3
Risicoaversie: afkerigheid van risico
Verwachte opbrengst: kans op gebeurtenis x opbrengst
Gemiddelde opbrengst – gemiddelde kosten
Verwachte schade: kans op gebeurtenis x schade
Wanneer het risico en de verwachte opbrengst beide hoger zijn bij een optie dan bij de
andere optie is het niet te voorspellen welke optie een risicoavers persoon kiest.
Hoofdstuk 2.1
Verzekeren: spreiden van risico’s over een groep mensen.
,Totaal risico: verwachte schade van een hele groep, optelsom van individuele risico’s
= kans op schade x schade x aantal mensen
Premie: prijs van een verzekering, waarde van het risico
= totaal risico/ aantal mensen
Iemand die zich verzekerd loopt nog wel de kans op schade, maar heeft geen risico meer
want de mogelijke schade is vervallen omdat deze betaald wordt uit premiegeld.
Wanneer de verwachte opbrengsten van wel en niet verzekeren gelijk zijn, kiest een
risicoavers persoon voor de optie met het minste risico: wel verzekeren.
Hoofdstuk 2.2
Verzekeraars: aanbieder van verzekeringen
Er zijn veel verschillende verzekeraars.
De markt van verzekeraars is een heterogeen oligopolie of een monopolistische
concurrentie. De marktvorm hangt af van het type verzekering.
(Zorgverzekering: aanbieders beperkt, autoverzekering: veel aanbieders)
Verzekering: contract met daarin de voorwaarden van de risicospreiding. Een verzekering
heeft een aflooptijd.
Verzekeringsnemer: vrager van verzekeringen.
Een verzekeringsmaatschappij biedt een polis aan met bijhorende premie. Het
marktevenwicht bestaat uit de premie en het aantal verzekeringen
{premie, aantal verzekeringen}
Kosten, opbrengsten en winst van een verzekeraar:
TO = premie x aantal verzekeringsnemers
TK =verwachte schade per verzekeringsnemer/ x aantal verzekeringsnemers +( overige
kosten)
Risico verzekeringnemer
(Verwachte schade = risico)
Om geen verlies te lijden moet gelden TO >_ TK
Premie x aantal verzekeringsnemers >_ risico verzekeringsnemers x
aantal verzekeringnemers
=
Premie >_ risico verzekeringsnemer
Omdat een verzekeraar ook andere kosten heeft moet gelden
Premie > risico verzekeringsnemer
Hoeveel winst er gemaakt wordt hangt af van de marktstructuur (vorm).
, Bij een heterogeen oligopolie wordt veel winst behaald. Bij vrije toetreding stijgt de
concurrentie en daardoor daalt de premie. Zo ontstaat een markt met monopolistische
concurrentie.
Hoofdstuk 2.3
Een verzekering is gebaseerd op de gemiddelde kans op schade. Die kans is gebaseerd op
het gedag van vele consumenten uit het verleden.
Informatieasymmetrie: situatie waarbij verschillende spelers over verschillende informatie
beschikken.
Bij het afsluiten van een verzekering is sprake van informatieasymmetrie. Een verzekeraar
kent alleen de gemiddelde kans op schade, dus het gemiddelde risico. Voor een individuele
verzekeringsnemer kan dit afwijken. (is hij slordig of juist heel netjes?)
Doordat de risico’s verschillen zal een verzekeraar op de ene verzekeringsnemer winst
maken en op de ander verlies. Door risicospreiding over een hele groep maakt een
verzekeraar in totaal geen verlies.
Door informatieasymmetrie ontstaan averechtse selectie en moral hazard.
Averechtse selectie:
Averechtse selectie: verschijnsel waarbij mensen met een groot risico zich wel verzekeren
en mensen met een klein risico dat niet doen.
Gevolg:
→ slechte risico’s sluiten een verzekering af, omdat schadevergoeding > uniforme premie gebaseerd
op het gemiddelde risico (gebaseerd op de goede en de slechte risico’s)
→ de dan goede risico’s gaan geen verzekering meer afsluiten (premie te hoog)
→ gemiddelde risico en daarmee de kosten voor de verzekeraar stijgt
→ premie omhoog
Dit gaat door totdat de premies en kosten zo hoog zijn dat een verzekeraar failliet gaat
Moral hazard (moreel wangedrag):
Moral hazard (moreel wangedrag): De neiging van mensen om zich roekelozer te gaan gedragen als
ze verzekerd zijn.
Door moreel wangedrag stijgt de kans en dus het risico. Het kan zijn dat het risico nu boven de
premie uitkomt. Hierdoor maken verzekeraars verlies. De premies moeten stijgen om dit te
verkomen.
Averechtse selectie en moral hazard werken premieverhogend.
Hoofdstuk 2.4
Averechtse selectie en moral hazard verminderen:
Verminderen van de informatieasymmetrie:
Een verzekeraar kan informatie verzamelen van een verzekeringsnemer. Dit kan in de vorm van
papieren en bewijzen, het doorstaan van een test of bijvoorbeeld het maken van een toets.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pemhillen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.