In de 19e eeuw in Rusland, leefden de meeste mensen in diepe armoede en konden daar niks aan
veranderen. De macht en rijkdom was ongelijk verdeeld.
1917 Russische Revolutie moest de keizer aftreden. De nieuwe machthebbers konden de problemen
niet oplossen, zij werden na drie kwart jaar ook afgezet door een groep communisten. Daardoor
kwam er een burgeroorlog. Het leger bestond niet alleen uit soldaten maar ook uit burgers, die
waren het ook niet eens met het communisme. Miljoenen mensen zijn opgepakt of vermoord door
de geheime politie van het communisme. Er verdwenen ook veel mensen in strafkampen.
1922 hadden de communisten de burgeroorlog gewonnen, Rusland kreeg een nieuwe naam: Sovjet-
Unie. De Sovjet-Unie werd een totalitaire samenleving= samenleving waarin de overheid alle macht
in handen heeft en grote invloed heeft op het leven de van de burgers.
Terreur
Stalin maakte gebruik van terreur: hij liet miljoenen mensen oppakken en martelen. Nadat ze
bekend hadden tegen het communisme, werden ze doodgeschoten of opgesloten in een strafkamp.
Het aantal strafkampen en mensen die daar gevangen zaten, nam razendsnel toe. Je kon niemand
oppakken omdat iedereen een verrader kon zijn, je eigen familie of je buurman. Als je bijvoorbeeld
een opmerking maakt over de prijs van het brood was dat al levensgevaarlijk.
Stalin bedacht showprocessen om niet te verdenken.
Showprocessen: openbare rechtszaken waarin mensen zichzelf moesten beschuldigen van allerlei
misdaden.
Planeconomie
Onder Stalin werd de Sovjet-Unie een planeconomie.
Dat wil zeggen dat de overheid besliste wat het land nodig had en hoe dat het best geproduceerd
kon worden. De gedachte is dat de Sovjet-Unie meer ging produceren dan andere landen om
machtiger te worden.
Bedrijven die hun hoge doelen niet haalde, werden verdacht van tegen het communisme te zijn.
In de landbouw werd er een groot verschil, alle kleine bedrijven werden samen in één bedrijf
gevormd door Stalin. Alle boerengezinnen werkten daar en woonden met elkaar. Alles was van
iedereen daar. Deze collectivisatie moest zorgen voor een hogere opbrengst. Boeren die het er niet
mee-eens waren die werden gezien als tegen het communisme en daarom vermoord.
3.2
Republiek van Weimar
Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog vluchtte de Duitse keizer naar Nederland. Duistland werd
een republiek. De republiek van Weimar, zoals Duitsland toen heette, was een parlementaire
democratie.
, De regering kreeg grote problemen, veel mensen ontevreden over het verlies van de oorlog en boos
over het Verdrag van Versailles. Duistland moest een herstelbetalingen doen. Om dat te kunne
betalen, liet de regering extra geld bijdrukken. Gevolg ervan was hoge inflatie: waarde van het geld
daalde heel snel.
Crisis in de Verenigde Staten
Na de WO1 ging het erg goed met economie van de Verenigde Staten, fabrieken draaide op voelen
toeren. Ze maakte vooral luxeproducten, zoals auto’s. Mensen wilde aandelen kopen van bedrijven
omdat er zo veel winst werd gemaakt. De prijzen van aandelen gingen stijgen, omdat mensen
dachten dat de economie zou blijven groeien.
1929 werd het aandelen minder waard, dus gingen mensen het verkopen. Bijna iedereen had zijn
aandeel verkocht. Hierdoor kwam er een beurskrach: aandelen werden een 1 klap veel minder
waard.
In de VS was het normaal om geld te lenen. Door de beurskrach konden veel Amerikanen hun
leningen niet meer betalen bij de bank en gingen nu zeker geen luxeproducten meer kopen.
Fabrieken gingen minder produceren en gingen werknemers ontslaan. Maar de werknemers die
ontslagen waren hadden natuurlijk ook weinig geld, gingen dus ook weinig kopen. Veel bedrijven
gingen hierdoor failliet. Vijftien miljoen Amerikanen raakten hun baan kwijt. Amerika raakte in een
economische crisis. (Periode waarin het slecht gaat met de economie)
Sterke leider
De crisis sloeg door in Europa, daardoor de VS minder producten ging kopen van Europese landen.
Bedrijven in Europa gingen hierdoor failliet en ontstond hier ook grote werkloosheid. In duistland
kwam de crisis hard aan, omdat ze toch al zwak waren. Republiek van Weimar had geen goed
antwoord op de economische crisis, nam de ontevredenheid onder de Duisters toe.
Duitsland verlangde naar een sterke leider. Die zou hun trots maken en kracht teruggeven, waarvan
na WO1 maar weinig over was.
Fascisme
Italië was ook erg ontevreden over hun regering. Oud-soldaat Benito Mussolini vertelde het volk dat
hij de problemen zou oplossen als hij de macht zou krijgen. Zijn aanhangers noemde zichzelf
fascisten.
De belangrijkste kenmerken van het fascisme zijn;
• Een sterke leider, geen overleg.
• Nationalisme. Trots op je eigen land.
• Geweld om doel je te bereiken is goed.
• Persoonsverheerlijking.
In 1922 werd Mussolini minister-president. Binnen enkele jaren maakte hij een einde aan de
democratie. Andere meningen dan van hemzelf waren niet welkom. Tegenstanders werden hard
aangepakt. Om Italianen van zijn ideeën te overtuigen, maakte hij gebruik van Propaganda.
Veel propaganda gingen over de leider zelf. Deze persoonsverheerlijking moest iedereen ervan
overtuigen dat Mussolini een van de groot leider was. De kranten werden gecontroleerd of er geen
censuur instond over Mussolini.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller naudbakker. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.04. You're not tied to anything after your purchase.