Dit document bevat aantekeningen van de hoorcolleges van het vak Inleiding Europees recht wat wordt gegeven in jaar 1 van de studie Rechtsgeleerdheid aan de Universiteit Utrecht.
1. De EU van de EGKS tot nu
Het begon met zes landen: BRD, Italië, Frankrijk, Nederland, België en Luxemburg. Dit is uiteindelijk
gegroeid tot 27 landen.
Na de Tweede Wereldoorlog was er het fundament dat om vrede en veiligheid in Europa te
garanderen, een oorlog simpelweg onmogelijk moest worden gemaakt. Het andere idee was om de
staten op te heffen en één nieuwe federale staat op te richten. Dit idee is het uiteindelijk niet
geworden omdat landen niet bereid waren om hun soevereiniteit op te geven. Het voorkomen van
nieuwe oorlogen was uiteindelijk het fundament geweest voor de oprichting van de Europese
Gemeenschap van Kolen en Staal (EGKS). Hierbij ging het om het reguleren van de
grondstoffenindustrie (eerst kolen en staal, later atoomstoffen) die nodig waren voor het voeren van
oorlogen. Hierdoor werd het feitelijk onmogelijk om oorlog te voeren.
De EGKS ging later op in de EEG: de Europese Economische Gemeenschap. Hierbij was het idee om
economisch zo nauw samen te werken zodat ook dat geen reden werd om oorlog te voeren. De
banden tussen de lidstaten werden immers steeds sterker. Hierbij was er een materialistisch doel:
het vergroten van de welvaart, maar ook een idealistisch doel: het laten afnemen van de kans op
oorlogvoering en het versterken van verbindingen tussen landen. Echter leidde deze economische
samenwerking ook tot andere samenwerking, zoals milieu maar ook het strafrecht (want ‘vrij verkeer
van personen’). Deze effecten worden ook wel ‘spill-over’-effecten genoemd en hadden ook
negatieve bijwerkingen. Immers waren die effecten het gevolg van Europees recht maar de
regulering van die niet-economische effecten werd nationaal geregeld dus dat leverde een spanning
op en die spanning speelt nog steeds.
In de jaren 1990-2004 (de EEG werd de EG: Europese Gemeenschap in 1993):
- Verbreding: nieuwe beleidsterreinen voor de EU, inclusief het strafrecht, (im)migratiebeleid
en de gemeenschappelijke munt
- Verdieping: intensievere samenwerking op bestaande terreinen, met name de invoering van
de interne markt.
- Uitbreiding: steeds meer staten traden toe tot de EU.
De Europese Unie vandaag (hoge politiek):
- 2004: de Europese Grondwet werd behandeld en een akkoord werd bereikt. Echter, deze
Grondwet is afgewezen in verschillende referenda, o.a. in Frankrijk en Nederland.
- 2008-2015: de Eurocrisis waarbij discussies waren over het behoud van de
gemeenschappelijke Europese munt.
- 2010-2021: migratiecrisis
- 2020/2021: de coronacrisis waarbij de lidstaten de soevereiniteit hebben gehouden over de
volksgezondheid en juist dat speelt een grote rol nu.
- 2021: in Polen en Hongarije worden steeds meer stappen worden gezet die indruisen tegen
de fundamentele rechtsbeginselen van de EU. Zo kan daar niet meer worden gesproken van
een compleet onafhankelijke rechter.
2. De EU en het recht
Het EU-recht is een integraal onderdeel binnen het nationale recht en heeft een ‘decentrale’
toepassing. Zo is de Tweede Kamer betrokken bij o.a. het aanpassen van een regel in het Burgerlijk
Wetboek naar Europese richtlijnen.
,Europees recht als apart rechtsgebied:
- ‘Integration through law’ aanpak
- Belangrijke rol van het EU-recht als middel om de EU vorm te geven
- Eigen systeem en waarden
- Eigen regels en terminologie
- Belangrijke rol van het Hof van Justitie van de Europese Unie: jurisprudentie
- Doorkruist traditionele (alle) rechtsgebieden
Dilemma’s:
- Nationale soevereiniteit vs. effectiviteit van de EU
- Legitimiteit via lidstaten of via de EU?
- Concreet: bevoegdheden, veto’s en handhaving
Autonome rechtsorde: het EU-recht heeft voorrang en een rechtstreekse werking in de lidstaten,
ongeacht wat grondrechten daarover zeggen (HvJ).
Het Europese recht heeft een doorwerking in het nationale recht en wordt daarin helemaal
geïntegreerd.
De EU vormt een rechtsgemeenschap (artikel 2 VEU) en brengt dus een diepe samenwerking voort
tussen de lidstaten.
De EU heeft rechtsstatelijke waarde en vormt een constitutionele rechtsorde.
Er zijn drie basisverdragen binnen de EU (als vastgelegd in het Verdrag van Lissabon, 2009):
1. Basisverdrag EU (VEU)
2. Werkingsverdrag (Wv)
3. Handvest van de grondrechten (Hv)
Het Verdrag van Lissabon (2009) is belangrijk geweest omdat er sindsdien sprake is van een
eenvormige institutionele structuur en niet meer van verschillende pijlers (hiervoor had je drie
pijlers). Tevens werd dit het einde van de Europese Gemeenschap en ging het op in het EU-verdrag.
Het versterkte de supranationale en intergouvernementele samenwerking.
, 3. De instellingen van de EU
De Europese Unie kent zeven instellingen, maar er zijn zes algemene instellingen:
De drie in de binnenring zijn de wetgevende instanties:
1. De Europese Commissie
2. Het Europees Parlement
3. De Raad van ministers
De drie in de buitenring zijn:
1. De Europese Raad: alle staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten + de voorzitter van
de Commissie
2. Het Hof van Justitie van de EU
3. De Europese Rekenkamer (voor dit vak niet van belang)
Er is een onderlinge afhankelijkheid (wetgevende instanties) en spreiding van de macht. Daarnaast
is er een balans tussen supranationale krachten (Hof van Justitie, Europese commissie, Europees
Parlement en de Rekenkamer: houden geen rekening met interstatelijke belangen maar met het
overkoepelende EU-belang) en intergouvernementele krachten (de Europese Raad: lidstatelijke
belangen zijn cruciaal).
Het Europees Parlement: een echt parlement?
Gewone wetgevingsprocedure (art. 294 VWEU):
- Wetgever? Ja, samen met de Raad en de Commissie.
- Recht van initiatief? Nee, alleen de Commissie heeft het recht van initiatief.
- Recht van amendement? Ja, het kan wetsvoorstellen aanpassen.
- Blokkeringsrecht? Ja, het Europees Parlement kan een wet blokkeren door niet in te
stemmen met de wet.
- Controlerende macht? Ja
- Begrotingsrecht? Ja, het Parlement is betrokken bij de begroting.
- Politieke controle? Ja, het is politiek controleur van de Commissie en kan een motie van
wantrouwen indienen.
De Europese Commissie:
- Alle lidstaten hebben het recht om een commissaris naar voren te brengen, maar het is geen
vertegenwoordiger van het land.
- Uitvoerende macht? Ja, want het ziet o.a. toe of de lidstaten hun verplichtingen nakomen
- Wetgevende macht? Ja, want het heeft het recht van initiatief en is daarmee de enige
instantie die een wetsvoorstel kan indienen.
Europese Raad:
- Zet de politieke beleidslijnen uit en benoemt de voorzitter van de Commissie.
- Bestaat uit de staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten.
De Raad van ministers (ook wel: de Raad):
- Wetgevende instelling en is soms ook betrokken bij de uitvoering.
- Bestaat uit de nationale ministers, afhankelijk van het onderwerp op de agenda.
- Legt aan niemand verantwoording af, maar de individuele leden leggen verantwoording af
aan de nationale parlementen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lies2642. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.