Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Volledige samenvatting Sociale en Emotionele Problemen $10.30   Ajouter au panier

Resume

Volledige samenvatting Sociale en Emotionele Problemen

 64 vues  5 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Een volledige samenvatting van het vak Sociale en Emotionele Problemen (2e-jaars vak PW RU): colleges, Carr en bijbehorende artikelen: alle stof!

Aperçu 4 sur 31  pages

  • Non
  • 2, 3, 6, 7, 9-14, 16-18
  • 15 juin 2021
  • 31
  • 2020/2021
  • Resume
avatar-seller
Autisme
Autisme (ASS) is een neurobiologische ontwikkelingsstoornis die onder andere gekenmerkt
wordt door sociale problemen zoals geen wederkerigheid en gebrek aan empathie, een vertraagde taalontwikkeling,
stereotiep gedrag en beperkte interesses. Autisme komt 4 keer meer voor bij jongens dan bij meisjes,
waarschijnlijk omdat meisjes de symptomen beter kunnen maskeren.

DSM-criteria
A. Aanhoudende tekorten in sociale communicatie B. Beperkte, repetitieve patronen van gedrag, interesses of
en sociale interactie in meerdere contexten, zich activiteiten in ten minste twee van de volgende
manifesterend in alle 1) Stereotiepe of repetitieve motorische bewegingen,
1) Tekorten in sociaal-emotionele gebruik van voorwerpen of spraak à herhaald gedrag:
wederkerigheid, bijvoorbeeld in een gesprek of wiegen fladderen hoofd bonken
troostgedrag 2) Aandringen op gelijkheid, inflexibel vasthouden aan
2) Tekorten in non-verbaal communicatieve routines of geritualiseerde patronen van gedrag
gedragingen die gebruikt worden voor sociale 3) Zeer beperkte, gefixeerde interesses die abnormaal
interactie à problemen met oogcontact, zijn in intensiteit of focus
lichaamstaal, gezichtsmimiek 4) Hyper-of hypo-reactiviteit op sensorische input of
3) Tekorten in het ontwikkelen, onderhouden ongewone interesses in zintuiglijke aspecten in de
en begrijpen van relaties omgeving
Specifeer:
C. De symptomen moeten aanwezig zijn in de vroege kindertijd, 1) Met of zonder intellectuele beperking
maar kunnen soms pas merkbaar worden wanneer sociale eisen 2)Met of zonder taalbeperking
de beperkte capaciteiten overstijgen of gemaskeerd worden door 3)Samengaand met een genetische aandoening
(Rett, fragile X, down)
aangeleerde strategieën in het latere leven
4) Ernst:
D. De symptomen leiden tot klinisch significante beperkingen Veel ondersteuning nodig
E. De stoornissen worden niet beter verklaard door een Enige ondersteuning nodig
verstandelijke beperking of algemene ontwikkelingsvertraging Geen ondersteuning nodig




Differentiaal-diagnostiek Comorbiditeit
Gehoorproblemen Depressie
Verstandelijke beperking Ticstoornis
ADHD ADHD
Psychoses Verstandelijke beperking
Taalstoornissen Dyslexie
OCD
Emotionele verwaarlozing
Hoogbegaafdheid

,Ontwikkeling
Autisme Diagnostiek
Ontwikkeling van stoornis in de sociale interactie en Onderkennende/classificerende diagnostiek
communicatie: Uitvragen huidige gedragsbeeld door middel van
0-2 jaar: Ontbreken van de meest fundamentele intakegesprek, spelobservatie, vragenlijsten,
aspecten of voorwaarden van contact, niet interviews, observaties
reageren op taal/wijzen/oogcontact Uitvragen ontwikkelingsverloop door een
2-6 jaar: Onthecht gedrag, benadering op een anamnesegesprek (eventueel ATG vragenlijst)
instrumentele manier, taalontwikkeling/begrip Persoonlijke gegevens
verloopt vertraagd of afwijkend Medische informatie
6-12 jaar: Isolatie en niet communicatief gebruik Cognitieve ontwikkeling
van taal Zintuiglijke ontwikkeling
>12 jaar: Oppervlakkige sociale contacten Motorische ontwikkeling
Sociaal-emotionele ontwikkeling
Ontwikkeling van beperkte, repetitieve en stereotype Verschillende vormen sociale wederkerigheid
activiteiten, interesses en gedrag (inalert, passief, actief maar bizar, overformeel)
0-6 jaar: Eindeloos herhalen van bewegingen, Spraak/taal/communicatie ontwikkeling
spelpatronen en ordeningen (verbaal en non-verbaal)
6-12 jaar: Behoefte aan regels/structuur/routine Verklarende diagnostiek
>12 jaar: Bewust aanleren van vaardigheden Theory of mind: Meten met TOM-R, SCVT
neemt toe Executief functioneren: Cognitieve flexibiliteit/taak-
switching, planning, werkgeheugen,
Etiologie inferentiecontrole/fluency, responsinhibitie
Centrale coherentie: globaal waarnemen en
Cognitieve theorieën contextuele sensitiviteit
Theory of mind(ToM): bij ASS is er een tekort in
ToM, wat leidt tot slechte sociale vaardigheden Biologische theorieën
Drie niveaus van ToM Neurodevelopmental theory: ASS komt meer voor
1) Representatie dat anderen in de wereld zijn bij pre en perinatale complicaties, maar er is nog
2) Representatie dat anderen mensen denken geen duidelijke relatie
3) Metacognitie, denken over het denken van Intense world theorie: ASS komt door
een ander hyperreactiviteit en -plasticiteit van neuronen wat
Executief functioneren: Mensen met ASS hebben leidt tot hyperpeceptie en hyperaandacht
een disfunctie in het executieve functioneren Broken-mirror theorie: Er is een dysfunctie in de
waardoor ze het o.a. moeilijk vinden om ongewenste spiegelneuronen, waardoor imitatie en observeren
reacties te inhiberen, acties te plannen en flexibel slecht gaan
van taak te wisselen Motivatiegerichte theorieën
Centrale coherentie: Mensen met ASS hebben Sociale motivatie probleemtheorie: Er ontstaan
moeite met het zien van het geheel en het gebruik motivatieproblemen door neurobiologische
van de context bij betekenisverlening afwijkingen, wat leidt tot weinig gevoeligheid voor
Delen van ASS kunnen verklaard worden door sociale beloning met als gevolg minder meedoen
tekorten in informatieverwerkingsprocessen, joint aan sociale activiteiten (o.a. imitatie en joint
attention, imitatie en autobiografisch geheugen attention)

, Angst
Angst is een adaptieve reactie op een taxatie van een bedreiging. Het heeft een cognitief, affectief, fysiologisch,
gedragsmatig en relationeel aspect. Angst wordt een angststoornis als het niet meer adaptief en fasespecifiek is, er geen
geruststelling mogelijk is en de vermijdingsacties de ontwikkeling belemmeren. Er bestaan verschillende soorten angst.


Etiologie Prevalentie
Biologische oorzaken 8% bij kinderen en adolescentie
Kwetsbare aanleg 25% van kinderen en adolescenten tot 18 jaar
Genetische en neurobiologische kwetsbaarheid klinische angstklachten
Gevoelig afgestemd stresssysteem: op iets 40% subklinische angstklachten (voldoen niet
nieuws wordt terughoudend gereageerd aan criteria)
Overactief vreessysteem: grote gerichtheid op Specifieke prevalenties:
stimuli met een bedreigende betekenis
5,9% seperatie angst
Verlegen/ behavioral inhibited temperament
Individuele variatie in exploratiedrang en 3,5% specifieke fobieën
gedragsremming 3,5% sociale fobie
0,8% gegeneraliseerde angststoornis
Psychologische oorzaken 0,8% paniekstoornis
Hoog neurociticisme of specifieke
angsteigenschappen zoals intolerantie of sensitiviteit Instandhoudende processen
Aanleerprocessen zoals, klassieke conditionering: Bepaalde gedragingen
Fobie na een aversieve stressor Vermijdingsgedrag: iets niet doen uit angst
Tekortgeschoten afleerprocessen zoals een Veiligheidsgedrag: Iets engs doen maar met
controlerende en overbeschermende opvoedstijl en bepaald gedrag zodat het veilig lijkt
modeling Biases
Samenleving en cultuurbepaalde idealen Aandachtsbias: preoccupatie met het
Kinderen kwetsbaarder door object/situatie dat de angst oproept
Toenemende individualisatie Geheugenbias: selectief herinneringen ophalen
Groeiend aantal echtscheidingen de de ergste angst bevestigen
Via media toenemende confrontaties met Interpretatiebias: dingen die ambigue zijn als
narigheid negatief opvatten
Emotioneel redeneren: veranderingen niet zien
en toch in de angst blijven hangen
Lichamelijke signalen zien als betekenisvol en
een teken van hoe je bent als persoon of wat je
capaciteiten zijn
Factoren die een rol spelen
Risicofactoren: genetische factoren, angstige
hechting, verkeerde opvoedingsstijl
Uitlokkende factoren: factoren die zorgen voor
meer angst (e.g. scheiding, verhuizing, ziekte,
aanwezigheid stressor)
Beschermende factoren: goede gezondheid, hoog
IQ, goede opvoedstijl, ondernemende ouders

, Diagnostiek
Angst Ontwikkeling
Screening (intake) 0-6 maanden
Het ondervragen van kind en ouders Adaptieve angsten: harde geluiden, verlies van
Breed screeningsinstrument gebruiken (CBCL, steun en intense stimuli
YSR), daarna aangevuld met specifieke 6-12 maanden
Adaptieve angsten: vreemden en seperatie
angstvragenlijst
Diagnostiek
2-4 jaar
Adaptieve angsten: potentiële overvallers, het
Gebruik van verschillende informanten
donker, zelfbedachte wezens
Angst is intern dus het kind zelf is erg Mal-adaptieve angsten: seperatieangst, selectief
belangrijk mutisme
Gestructureerd interview om tot DSM-classificatie te 5-7 jaar
komen Adaptieve angsten: Natuurangsten, letsel, dieren,
Als dit niet kan, kan er voor worden gekozen om angsten gebaseerd op media
systematisch de DSM-criteria uit te vragen Mal-adaptieve angsten: specifieke angst (bloed,
Hierbij moet worden gelet op de stimuli die dieren)
angst activeren en de fysieke-, cognitieve- en 8-11 jaar
gedragscomponenten Adaptieve angst: angst voor slechte prestatie op
Familie-anamneses voor psychopathologie school en in sport
Mal-adaptieve angst: schoolfobie, faalangst
Rol van omgeving bij instandhouding/vermijding
12-18 jaar
Goed doorvragen naar achterliggende angsten en
Adaptieve angsten: afwijzing door leeftijdsgenoten
verwachtingen
Mal-adaptieve: sociale fobie, agorafobie,
paniekstoornis
Seperatieangststoornis
DSM-kenmerken
Niet bij de ontwikkeling passende (onder de 2 jaar nog normaal) of overdreven angst voor scheiding van thuis of
hechtingsfiguur, blijkend uit tenminste 3:
Extreme ontregeling(angst, paniek, boosheid,huilen) bij de anticipatie van scheiding van ‘thuis’ of
hechtingsfiguren
Bezorgdheid over letsel/kwaadt.a.v. hechtingsfiguur
Bezorgdheid over gebeurtenissen die kunnen leiden tot scheiding
Extreme angst alleen thuis te zijn
Angst om weg van huis te zijn: school, elders spelen
Angst om te logeren of alleen te slapen
Nachtmerries over scheiding
Lichamelijke klachten bij naderende scheiding
Tenminste 4 weken bij kinderen en adolescenten en 6 maanden bij volwassenen
Extreme lijdenslast & niet verklaarbaar door andere aandoeningen
Overig
Kan bij overgang naar school, maar kan ook op latere leeftijd (8-11 jaar, middle childhood)

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur MerelWierenga. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour $10.30. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

75632 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!

Récemment vu par vous


$10.30  5x  vendu
  • (0)
  Ajouter