Aardplaten - Delen van de aardkorst die als geheel bewegen te opzichte van
andere delen
Delta - Nieuw land in zee dat instaat op een plaats waar een rivier in zee
uitmondt en het sediment ophoopt
Endogene processen - Processen die ‘van binnenuit’ op de aardkorst inwerken, zoals
aardbevingen, vulkanisme, platentektoniek en gebergtevorming.
Exogene processen - Processen zoals verwering, erosie en sedimentatie, die ‘van buitenaf’
op de aardkorst inwerken
Plooiingsgebergte - Gebergte dat ontstaat door de druk in de aardkorst waarbij
gesteente geplooid en opgeheven wordt
Sediment - Het losse materiaal dat door stromend water, wind of bewegend ijs
wordt meegenomen
Stroomgebied - Gebied waarbinnen al het regen- en smeltwater via 1 hoofdrivier naar
zee stroomt
Epicentrum - Punt op het aardoppervlak direct boven de haard van de aardbeving
waar de meeste beweging door een aardbeving plaatsvindt
Vulkaankegel - Een berg die ontstaan is door de lagen as en lava van een reeks
uitbarstingen
———————————————————————————————————————————
Werking van een geiser
1. Koud water zakt val scheuren de grond in
2. Het water komt in contact met het warme gesteente
3. Het water gaat koken en verdampt
4. Stoom neemt veel meer ruimte in dan water en zoekt een weg naar buiten
5. De stoom duwt het bovenliggende water mee naar boven
6. Een waterstraal spuit de grond uit
———————————————————————————————————————————
Opbouw van een vulkaan
,2.1: De opbouw van de aarde
———————————————————————————————————————————
Aardkorst - Het buitenste laagje van de aarde dat bestaat uit stukken oceaanbodem en stukken
continent.
Aardmantel - Het deel van de aarde waar de aardkorst op drijft.
Aardkern - Het binnenste deel van de aarde waar warmte ontstaat.
Convectiestromen - Stromingen van vloeibaar gesteente in de aardmantel ontstaan door de
afgifte van warmte vanuit de aardkern
Asthenosfeer - Het gedeelte van de mantal dat gedeeltelijk vloeibaar is en waar de lithosfeer
overheen beweegt.
Lithosfeer - De aardkorst en het bovenste deel van de aardmantel die samen als aardplaten
bewegen.
Basalt - Stollingsgesteente dat (snel) ontstaat bij vulkaanuitbarstingen en veel in oceanische korst
voorkomt.
Graniet - Stollingsgesteente dat ondergronds (langzaam) stolt bij intrusies.
Midoceanische rug (MOR)- Een wereldwijd aaneengesloten ‘onderwatergebergte’ op de
oceaanbodem ontstaan doordat oceanische korst uit elkaar drijft.
Diepzeetrog - De diepste plaatsen in de zeebodem die ontstaan waar oceanische korst onder
continentale korst wordt geduwd.
———————————————————————————————————————————
Theorieën over opbouw van de aarde
Vroeger : aarde zou sinds het begin als hete vloeibare bol zijn afgekoeld
—> dankzij het krimpen zouden er gebergten en oceaanbekkens zijn ontstaan
Nu: er is continentbeweging en ook beweging van de oceaanbodem
—> aanwijzingen hiervoor: vorm van de kustlijnen van de continenten, de verspreiding van
gesteenten en fossielen en de ligging van bergketens
———————————————————————————————————————————
Opbouw van de aarde
Per 100 meter de aarde in: 3.2 °C warmer
1. Aardkern
- binnenkern is vast (bestaat uit ijzer) en buitenkern is door warmte vloeibaar
- radioactieve processen zorgen voor warmte —> convectiestromen in de mantel
2. Aardmantel
- asthenosfeer (buitenste rand dat een beetje gesmolten is
stroperig) —> hierop drijven de korstplaten/lithosfeer
- lithosfeer (=vast) —> inclusief de aardkorst
- de druk zorgt dat het vast is —> wanneer er minder druk is wordt het materiaal vloeibaarder
, 3. Aardkorst (= platen)
= de buitenste dunne schil van de aarde
- oceanische korstplaten
> zwaar
> basalt
> dikte = 8 km
- continentale korstplaten
> lichter
> graniet
> dikte = 40-80km
Graniet Basalt
———————————————————————————————————————————
De aarde gescand
Om te leren over de opbouw van de aarde wordt er gebruikt gemaakt van trillingen die bij elke
aardbeving dwars door de aarde gaan en overal ter wereld kunnen worden opgevangen en
geregistreerd
Snelheid en richting van aardbevingstrillingen worden beïnvloed door de eigenschappen van
gesteente, bv:
- temperatuur
- dichtheid
- vloeibaarheid
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sylkevandeplasse. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.48. You're not tied to anything after your purchase.