Inleiding in de pedagogische en onderwijswetenschappen (6471IPO2B)
Summary
Samenvatting Orthopedagogiek: Antwoorden op Vraagstellingen
21 views 3 purchases
Course
Inleiding in de pedagogische en onderwijswetenschappen (6471IPO2B)
Institution
Universiteit Leiden (UL)
Book
Orthopedagogiek
Samenvatting van Orthopedagogiek: Antwoorden op Vraagstellingen. Perfect voor het maken van flashcards. Kort en bondig samengevat, met duidelijk onderscheid tussen hoofd- en bijzaken .
Inleiding in de pedagogische en onderwijswetenschappen (6471IPO2B)
All documents for this subject (37)
Seller
Follow
lingermarieke
Reviews received
Content preview
Orthopedagogiek: Antwoorden Op Vraagstellingen
H1:
- Zelfontplooiing kind is in grote mate afhankelijk van de manier waarop de leefsituatie op het kind
inwerkt. Dit in combinatie met pedagogische interventies (dus bedoelde) zorgt ervoor dat een
kind zich optimaal kan ontplooien. Ook levert het kind zelf grote bijdragen aan zijn ontwikkeling.
- Wanneer de ouder een moeilijke periode heeft met het opvoeden, is er sprake van een specifiek
aandachtspunt. Dan moet er bewuster en met extra zorg pedagogisch gehandeld worden.
Bijvoorbeeld door vrienden en familie te raadplegen. Dit is nog gewoon opvoeden.
- Wanneer de problemen te groot worden, voldoet het gewoon opvoeden niet meer en moet er
specifiek opgevoed worden. Dan wordt er beroep gedaan op orthopedagogen. Dan is verloopt de
opvoedingssituatie zo moeizaam dat het ontwikkelingsverloop van het kind onder druk staat ->
stagnerend opvoedingsproces waarbij de zelfontplooiing van de mens in wording onder druk
staat.
- ‘specifiek opvoeden’ van Kok: orthopedagogische vraagstelling is kernbegrip = orthopedagogisch
handelen moet beantwoorden aan de specifieke opvoedingsbehoeften van het kind. Binnen dit
opvoedingsproces wordt er gekeken naar: 1) het ontwikkelingsverloop van het kind 2) het
opvoeden van de opvoeder 3) de bijkomende omstandigheden die dit opvoedingsproces
beïnvloeden 4) onderlinge wisselwerking en aansluiting.
1. In het ontwikkelingsverloop 3 aspecten: affectief, cognitief en conatief.
2. In de opvoeding ook 3 aspecten (opvoedingsdimensies): relatie aangaan en
onderhouden, klimaat scheppen en aanpassen en situatie hanteren.
• Gedrag is een signaal van de stagnatie in het opvoedingsproces.
Als dit gedrag niet (voldoende) wordt opgepikt, kunnen psychosociale problemen
ontstaan. Op basis van de opvoedingsvraag moet bepaald worden welke aanpassingen in
het opvoedingsproces aangebracht moeten worden. Waar zijn de opvoedingsdimensies
onvoldoende afgesteld op wat het kind affectief, cognitief en conatief nodig heeft?
4. De wisselwerking wordt neergezet in het assenstelsel: brug slaan tussen enerzijds
verhelderen van de vraagstelling en anderzijds formuleren van het orthopedagogisch
antwoord. Het assenstelsel bestaat uit 3 kruisende assen van verwijzen naar de
ontwikkelingsaspecten en naar hun samenhang. De behoefte voor bijsturing kan
aangegeven worden in codes. Alternatief hiervoor: Vraagstelling Ordenend Systeem
(V.O.S.), dat meer handelingsgericht is en meer gericht op factoren die aan een
stagnerend opvoedingsproces ten grondslag kunnen liggen.
• Elke vraagstelling wordt tot een kernbehoefte teruggebracht: een vraagstellingstype. De
antwoorden op de vraagstellingstypen worden uitvoerig systematisch geschetst in
termen van handelingsaanbevelingen. Vraagstellingstypen:
1 Emotionele ruimte bieden 2 Relationele ruimte laten
3 Structureren 4 Variëren
5 Profileren 6 Harmoniëren
H2:
- Ontwikkelingsaspecten:
- Het affectieve ontwikkelingsaspect: de ontwikkeling van het relationele en emotionele.
Belangrijk in sociale interacties. De sociaal-emotionele ontwikkeling is afhankelijk van de
relationele inbedding.
• Als baby: voedsel, warmte en welbehagen. Er vindt binnen de opvoedingsrelatie
gevoelsdifferentiatie plaats: alle facetten van gevoelsbeleving. De uiteindelijke
, gevoelsdifferentiatie is uniek voor het kind. Invloeden op het affectieve
ontwikkelingsaspect:
1) De invloed van de opvoeding en het directe opvoedingsmilieu. Ouders zijn
hechtingspunt en voorbeelden in emotioneel opzicht.
2) Invloed vanuit het kind zelf: door ervaringen openstaan of afsluiten voor nieuwe
emotionele ervaringen.
3) Samenhang met het cognitieve en conatieve ontwikkelingsaspect: gevoelens worden
benoemd door taalontwikkeling -> cognitie. Conatief -> waar het kind op gericht is,
zal ook gevoelsmatig het meeste beroeren.
4) De aanleg: predispositie voor emotionele kwetsbaarheid. Temperament,
contactbeperkingen en stoornissen zijn hier belangrijk.
5) Culturele invloeden: in verschillende culturen leren kinderen verschillend met
emoties om te gaan.
- Hechtingsgedrag: risicofactoren en beschermingsfactoren kunnen ten grondslag liggen aan al dan
niet verwaarlozing en intergenerationele overdracht. Met meer dan drie risicofactoren
gedurende een langere tijd, gaat een kind schade oplopen in zijn ontwikkeling. Inzicht in hechting
is nodig voor het opstellen van het behandelingsplan.
• Geen hechting: Er is geen belangrijk ouderfiguur aanwezig geweest gedurende de eerste
negen maanden. Gedrag: traag en indolent, oninvoelbaar grensoverschrijdend gedrag.
Zaken en mensen worden niet onderscheiden. Zelf troosten door ritmisch heen en weer
te bewegen, oninvoelbaar gedrag tot anderen. Handelen: niet relationeel overvragen,
instructief en zorgzaam de wereld present te stellen. Autistiforme gedragingen
verdwijnen als opvoedingsklimaat veiligheid en voorspelbaarheid biedt.
• Hechting is wel ontstaan, maar verloren gegaan: band met ouder verloren gegaan voor
de negende maand. Gedrag: wantrouwende opstelling naar volwassenen (onveilig
gehecht). Relationeel opzicht doen ze appèl op opvoeder, uitgedaagd om trouw aan kind
te betuigen. Handelen: controle ontwikkeling bij het kind leggen en rekening houden met
feit dat je als opvoeder ook maar onderdeel van omstandigheden bent -> meer rust bij
kind.
• Hechting is wel ontstaan en vaak ook nog bestaand, maar naast liefdevol ook bedreigend
van aard (ambivalent). Kind is niet in staat om zichzelf als losstaand individu van moeder
te beleven. Onvoldoende object constantie: onvoldoende vertrouwen in band met
moeder. Borderline, Narcistische beide in de separatiefase. Bij BPS: kind deelt mensen in
onder helemaal goed of helemaal slecht, grote relationele angst en zorgt voor
realiteitsvervalsing. NPS: kind trekt zich terug in wensvervullend omgaan met de ander.
Ook angst voor krenking.
• Neurotische ontwikkeling: rond 4e jaar kan gewetensontwikkeling sterk overvraagd
worden-> kind ontwikkelt continu schuldgevoel. Gedrag: psychosomatische klachten,
buikpijn, teveel richten op opvoeder en verwachtingen vermoeden. Ook op latere leeftijd
neurotische symptomen ontwikkelen, bij onbalans van draagkracht en draaglast (trauma
etc.). Dit kan ook tijdelijk zijn: dan is het een state. Als het een persoonlijkheidskenmerk
is: trait.
- Cognitieve ontwikkelingsaspect: ontwikkeling van kennen en kennis verwerven. Leert structuren
zien, herkennen en mee omgaan (interpreteren, tijd, fantaseren, analyseren, etc.) Belangrijke
vaardigheden: cognitief analytisch vermogen, flexibiliteit. Invloeden op cognitief
ontwikkelingsaspect:
1) Invloed van opvoeders en het directe opvoedingsmilieu: door belastende
omstandigheden onvoldoende energie besteden aan het leren kennen van de wereld, en
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lingermarieke. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.