Hoofdstuk 1: Wat is gezondheidspsychologie
Wat is gezondheid?
Etiologie: oorzaak van een ziekte
Mechanistische benadering: een benadering die het gedrag reduceert tot het niveau van
het orgaan of de lichamelijke functie.
Modellen
- Biomedisch ziektemodel: ziekte en symptomen hebben een achterliggende
fysiologische verklaring.
- Biopsychosociaal ziektemodel: ziekte en symptomen zijn een combinatie van
lichamelijke, sociale, culturele en psychologische factoren.
Definitie gezondheid WHO 1947:
‘Een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en sociaal welzijn.’
Positieve gezondheid:
Niet de afwezigheid van ziekte, maar het vermogen van mensen om met de fysieke,
emotionele en sociale uitdagingen van het leven om te gaan en zoveel mogelijk eigen regie
te voeren.
6 dimensies
1. Lichaamsfuncties
2. Mentaal welbevinden
3. Zingeving
4. Kwaliteit van leven
5. Meedoen
6. Dagelijks functioneren
Sociale representatie van gezondheid = wat mensen zelf zeggen wat gezondheid is.
Bijvoorbeeld: Snel herstellen, goede genen, geen klachten, goed voor jezelf kunnen zorgen,
mentaal in balans, kunnen functioneren, je fit en vitaal voelen.
Cultuurverschillen
- Ziekteattributies: toekenning van de oorzaak van een ziekte. Is extern of intern.
- Individualistische benadering: verantwoordelijkheid ligt in handen van het individu:
het zijn de individuele behoeften en wensen die het gedrag motiveren.
- Collectivistische benadering = een culturele filosofie die nadruk legt op het individu
als deel van een groter geheel en op handelingen die meer door collectieve dan door
individuele behoeften en wensen worden gemotiveerd. Samen verantwoordelijk voor
ieders welzijn.
- Holistische benadering = men kijkt niet alleen naar het zuiver lichamelijke of
waarneembare, maan naar het hele wezen.
Kinderen en gezondheid
, Kwalitatieve methoden: maken gebruik van beschrijvingen van de ervaringen, aannemen en
gedragingen van een bepaalde groep mensen.
Kwantitatieve methoden: gaan uit van berekeningen van de frequentie of de hoeveelheid
ervaringen, aannamen en gedragingen van een grote, representatieve groep mensen.
Op magisch niveau ziekte verklaren 0 tot 7 jaar
Onbegrip: het kind geeft irrelevante antwoorden of ontwijkt vragen: ‘de zon veroorzaakt een
hartaanval.’
Fenomenalisme: teken of geluid wordt in verband gebracht met een ziekte: ‘verkoudheid is
als je veel moet niezen.’
Aangestoken worden: ziekte is afkomstig van een persoon of voorwerp dat dichtbij is.
8 tot 11 jaar
Besmetting: kinderen begrijpen dat ziekte verschillende symptomen kan hebben en ze
erkennen dat een bacterie of hun eigen gedrag ziekten kunnen veroorzaken.
Internalisatie: kinderen kunnen onderscheid maken tussen organen en hun functies en ze
kunnen specifieke, eenvoudige informatie over de ziekte begrijpen.
Pubers
Fysiologisch: pubers kunnen de meeste ziekten nu definiëren in termen van specifieke
lichamelijke organen of functies: met het ouder worden beginnen ze inzicht te krijgen in
verschillende lichamelijke oorzaken zoals genen, milieuvervuiling en gedrag.
Psychofysiologisch: vanaf het 14e levensjaar begrijpen sommige mensen dat er sprake is
van interactie tussen lichaam en geest.
Epidemiologie = het bestuderen van ziektepatronen in verschillende populaties en de
relatie met andere factoren zoals leefwijze.
Incidentie = het aantal nieuwe gevallen van een ziekte in een specifiek tijdsinterval.
Zelfconcept = de bewuste gedachten en aannames over jezelf die het gevoel geven dat je
anders bent dan anderen en dat je als afzonderlijk persoon bestaat.
Hoofdstuk 2: gezondheidsverschillen
Je gezondheid hangt af van…..
- woonplaats en leefwijze.
- omgeving, culturele en sociale factoren.
- Sociaal economische status, minderheidsstatus, geslacht en werk.
Hoofdstuk 3: Ongezond gedrag
Gezondheidsbedreigend gedrag
- Gedragsmatige pathogenen: gedrag dat schadelijk is voor de gezondheid.
- Gedragsmatige immunogenen: gedrag dat de gezondheid bevordert.
- De wereld is veiliger geworden als het gaat om bepaalde producten, ziektes en
ongevallen.
- De wereld is tegelijk ook gevaarlijker geworden → meer risicovol gedrag.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brechtjehooiveld. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.