Class notes
Cultuur en interculturaliteit samenvatting
- Course
- Institution
Samenvatting van de werklessen cultuur en interculturaliteit periode 1
[Show more]
Seller
Follow
yvieo
Content preview
Cultuur & interculturaliteit samenvatting collegesCollege 1, introductie
Cultuur = Het geheel van opvattingen, voorstellingen, symbolen, kennis, waarden, normen, gewoonten en
gebruiken die mensen binnen een samenleving verwerven en overdragen. Cultuur bepaalt in zekere matedekijk
van mensen op de wereld, de wijze waarop zij die interpreteren en de wijzen waarop ze handelen. Dit is dus
geen toestand, maar een continu geconstrueerd (= classificatie van de realiteit -> visie op de wereld) proces.
Na de koude oorlog is op cultuur gebaseerde regionalisering belangrijker geworden.
Enculturatie = aanleren van cultuur in de groep waarin men geboren is.
Acculturatie = aanleren van cultuurkenmerken van de vreemde cultuur. Dit gebeurd door socialisatie = imitatie,
identificatie en dwang. En door internalisatie = innerlijke controle mbv externe controle.
Hofstede beschrijft in zijn werk 3 niveaus
(het denken doen en laten van de mens):
Cultuur,menselijke natuur en
persoonlijkheid. De menselijke natuur is
alles wat alle mensen met elkaar gemeen
hebben; het zit in onze genen. De
persoonlijkheid van een mens is de eigen
mentale programmering die met niemand
anders wordt gedeeld.
Geert Hofstede stelt dat de culturele
identiteit kan worden geconceptualiseerd als een ui-diagram van symbolen, helden, rituelen en waarden.
Symbolen: woorden, afbeeldingen, kleding, haardracht, gebaren of objecten die een betekenis dragen die
alleen door leden van een bepaalde cultuur begrepen wordt.
Helden hebben kenmerken die in een cultuur gewaardeerd worden en fungeren als gedragsmodellen.
Hofstede noemt hier bijv. Asterix als cultuurheld voor de Fransen.
Rituelen: collectieve activiteiten die niet noodzakelijk een doel hoeven te realiseren maar die omwille van
zichzelf plaatsvinden. Manieren om te groeten, sociale en religieuze ceremonieën zijn hier voorbeelden van.
Deze drie dingen worden pas belangrijk als er waarden aan gekoppeld worden. = een gemeenschappelijke
tendens om een bepaalde gang van zaken boven andere te prefereren. Waarden hebben een plus- en minkant:
slecht-goed, vuil-schoon, abnormaal–normaal, enzovoorts.
Waarden worden kinderen impliciet aangeleerd. Normen zijn standaarden van waarden die gelden binnen een
categorie of groep mensen!
Culturele integratie = relatie tussen verschillende componenten van een cultuur, dit zorgt voor een
samenhangend geheel.
Functie van cultuur is de continuïteit toebrengen in de volgende aspecten van een samenleving:
Productie en distributie goederen.
Biologische voortzetting.
Goed functioneren in samenleving.
Orde en structuur binnen samenleving.
Regulering contact met andere samenlevingen.
Wat is culturele antropologie( -> Kijken hoe culturen zijn opgebouwd.)?
Het bestuderen van mensen in hedendaagse samenlevingen -> overleven en samenleven stellen mensen voor
uitdagingen en hierbij is de oplossing het interessants.
Manier van leven van groepen mensen onderzoeken en beschrijven.
Zoeken naar betekenisgeving van culturele uitingen.
Culturen vergelijken op zoek naar overeenkomsten.
Begrijpen hoe verschillende aspecten van cultuur met elkaar verbonden zijn.
,Oorzaken en gevolgen van culturele veranderingen analyseren.
Vergroten van begrip en waardering voor culturele verschillen.
Veldwerk: Bezoeken die minstens 1 jaar duren-> diepe verwevenheid met het alledaagse leven van de mensen
-> participerende observatie = belangrijkste methode voor veel onderzoekers in het veld.
De curve hiervan lijkt op een cultuurshock.
Geografische kenmerken zijn mogelijkheid middelen van bestaan, maar deze zijn niet determinerend.
In de westerse samenlevingen passen mensen de natuur aan.
Jagers & verzamelaars -> Adaptatie op basis van het oogsten van wilde planten en het jagen van dieren. Leven
in verschillende klimaatgiebieden -> tegenwoordig verdreven naar woestijngebieden, tropisch regenwoud en
poolgebieden.
Passen zich aan natuurlijke omstandigheden aan.
Hebben geen vaste verblijfplaats.
Kleine leefeenheden -> variabele grootte en samenstelling.
Weinig bezit.
Beperkte claim op natuurlijke hulpbronnen.
Egalitair -> weinig verschil in macht.
Arbeidsverdeling op basis van sekse en leeftijd.
Sprake van een gevarieerd dieet.
Relatief hoge kwaliteit van leven.
Door de komst van de landbouw komen er hogere opbrengsten van het land en groeit de bevolking. Mensen
claimen grond -> ten koste van de jagers en verzamelaars. Deze worden slachtoffers van ziekte en oorlogen en
beperkte opbrengsten van de grond waar ze heen verdreven werden.
Deze samenlevingen zijn geassimileerd in andere types samenlevingen met oa negatieve gevolgen, zoals:
discriminatie, epidemieën, strijd om landrechten, beperking nomadische levensstijl door moderne grenzen en
toeristische attractie.
Domesticatie is het proces waarmee de mens dieren en planten (door selectie en fokken) zodanig van
eigenschappen verandert dat deze dieren en planten steeds meer aangepast raken aan het leven dichtbij en in
dienst van de mens. Dit geeft veranderingen in cultuur en in de relatie mens –natuur.
Dieren -> pastoralisme -> herders. Dit is een middel van bestaan gebaseerd op het verzorgen en fokken van vee
en het produceren van producten die daaruit voortkomen. Je speelt in op de seizoenen -> weidegang. Deze
manier van leven dringt door in verschillende aspecten, zoals het roven van vee voor aanzien of de initiarieriten
-> over koeien springen.
Gewassen
tuinbouw -> horticultuur -> methode om gewassen te cultiveren met behulp van handgereedschappen en
spierkracht en waarbij het landgebruik extensief is, betekent zonder technische of dierlijke hulpmiddelen.
Shifting cultivation, slash & burn en ladangbouw.
Mensenkunnen nu langer op een plek blijven, waardoor grotere leefeenheden mogelijk zijn. Er ontstaan meer
claims op grond, waardoor overerving belangrijk wordt. Deze samenleving heeft meer bezit, meer sociale
ongelijkheid en meer interne en externe conflicten -> waardoor leiderschap belangrijk wordt.
Intensieve landbouw -> methode van cultivatie waar gewassen een of meerder jaren per jaar gezaaid worden.
Door middel van irrigatie, natuurlijke bemesting en hulpmiddelen aangedreven door dieren en/of machines.
Door het productie surplus is er snelle culturele ontwikkeling mogelijk. -> grotere leefeenheden ontstaan,
waaronder steden. Er ontstaan andere beroepen en mensen hoeven niet meer zelfvoorzienend te zijn.
Hierdoor komt de handel, de sociale ongelijkheid en geïnstitionaliseerd leiderschap op.
Vb: Sawahs -> natte rijstbouw. Een oppervlakte wordt optimaal gebruikt, erosie wordt tegen gegaan door een
irrigatiesysteem.
Na de groene revolutie ontstaan er minder kwetsbare gewassen die meer oogsten mogelijk maken ->
maximalisering van de opbrengsten.
De gevolgen voor de samenleving zijn: rijst als basisvoedsel, belangrijk exportproduct en culturele betekenis.
Industrialisatie -> zorgt voor een ontkoppeling van landbouw met de mens. Dit heeft veel invloed op de
cultuur::
, Er ontstaat een indirecte relatie tussen de mens en de natuur. Hierin worden grondstoffen, machines en
energie belangrijk. De arbeidsproductiviteit gaat omhoog, waardoor er minder menselijke arbeid nodig is.
Er is een handel in grondstoffen, halffabricaten en eindproducten, hiernaast is er sprake van massaproductie.
Hierdoor is er een ontkoppeling van de voedselproductie en consumptie.
De samenleving is dus complexer geworden op alle vlakken.
Aantekeningen
Alles wat je nu leert zijn stereotype’s. Er is geen bepaalde cultuur, maar dit maken we. Cultuur is de nieuwe
onderverdeling in de wereld. Er wordt gesuggereerd dat er in een cultuurgebied geen verschillen zijn of dat de
onderliggende verschillen heel groot zijn.
Een land kan via school een cultuur maken -> socialisatie.
Cultuur van mensen is anders dan natuur, dit komt omdat we reflecteren.
De functie van cultuur kun je het beste bekijken vanuit een hele kleine samenleving.
Natuur is een van de belangrijkste factoren in cultuurverschillen, maar dit is alleen een link.
De cultuur past zich aan aan de omstandigheden.
De groene revolutie zorgt voor meer opbrengsten. Hierdoor ontstaan specialisatie en zo wordt een cultuur
vormgegeven -> rijstculturen.
College 2, Huwelijk, familie en verwantschap
Bloedverwanten -> consanguines -> verwant door geboorte -> consanguine band.
Aanverwanten -> affines ->verwant door huwelijk, aangetrouwden -> conjugale band.
Overal op de wereld wordt er anders gedacht over seksuele gemeenschap tussen verwanten.
Incest is vrijwel altijd een taboe in het kerngezin. En meestal is dit uitgebreid met ooms, tantes, neven en
nichten.
Het huwelijk:
- Regulering seksuele contacten.
- Legitimering geboorte van kinderen.
- Overdraging van rechten.
In het huwelijk hebben beide partners rechten en plichten.
Het huwelijk is meestal geen verbintenis uit liefde, maar is een verbintenis tussen groepen en een publieke
zaak.
Functies van het huwelijk:
- Voorziening immateriële behoeften, sociale ondersteuning.
- Socialisatie van kinderen.
- Regulering seksuele betrekkingen en voortzetting van de familielijn.
- Taakverdeling rondom voedselvoorziening en huishouden.
- Verbintenis tussen groepen: conflictpreventie en wederzijdse hulp.
Exogamie -> regels die individuen verbieden te trouwen met een lid van hun eigen sociale groep.
Endogamie -> regels die individuen verplichten te trouwen met een lid van de eigen sociale groep -> Dit
versterkt de sociale cohesie binnen de groep en beperkt het contact tussen de verschillende groepen. Het hout
de verschillen in stand.
Huwelijksregels:
Gemengde huwelijken:
- Geen inteelt.
- Aangaan en onderhouden van banden.
Huwelijken binnen een gezin komen sporadisch voor in koningshuizen -> halfgoden mogen niet met mensen
trouwen, en het houd de versnippering van het bezit door overerving tegen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yvieo. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
67232 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now