Hoofdstuk 0: inleiding en evolutie van organisatie en management
Organisatie=elke vorm van menselijke samenwerking voor een gemeenschappelijk doel
3 kenmerken:
Gaat om mensen die
Samenwerken voor het bereiken van
Een bepaald doel
Bedrijf= een organisatie die goederen of diensten produceert
Onderneming= een bedrijf dat als doel heeft het maken van winst
Management= het bestuur van een organisatie
Organisatie en management= de leer van het bestuur van elke vorm van menselijke
samenwerking voor een gemeenschappelijk doel
Organisatiekunde= een interdisciplinaire wetenschap die zich bezighoudt met het
bestuderen van het gedrag van organisaties alsmede de factoren die dit gedrag bepalen en
de wijze waarop organisaties het meest doeltreffend bestuurd kunnen worden
2 aspecten van het vakgebied:
1. Een descriptief aspect= een beschrijving van het gedrag van organisaties, met de
motieven en gevolgen
2. Een prescriptief aspect= een advies over te volgen handelwijze en organisatie-
inrichtingen
Interdisciplinariteit= organisatiekunde bevat veel elementen die afkomstig zijn uit andere
wetenschappen. Je gebruikt dan de elementen voor een nieuwe benadering
Multidisciplinair= als je alle bijdragen uit elk vakgebied verzamelt die er nodig is voor
onderzoek
Besturing= pogingen tot gerichte beïnvloeding
Doeltreffend of effectiviteit= mate waarin de besturing slaagt
Evolutie organisatiekunde:
In nederland
- Na wereldoorlog 2 werd het afstuurrichting, genaamd bedrijfsorganisatie
- ’60 ’70 organisatiekunde ontstaan zoals het nu is. Dit omdat er meer behoefte was
naar een persoon met een ‘totaalvisie’. Die wist dan iets over alle onderdelen
Oorzaken groei van multinationale bedrijven:
- Nationale overheden hadden vroeger meeste macht, nu niet meer
- Technologische ontwikkelingen. Verkorten afstand, praten op afstand
- Beter knowhow over verschillende markten en afnemersgroepen
- Snel inspelen op mondiale ontwikkelingen door beschikbaar maken van financiële
middelen voor investeringen enz.
Multinationaal= wanneer een onderneming internationaal werkt
Denkrichtingen:
Periode voor industriële revolutie (400 v Chr.-1900 na Chr.)
Niccolo Machiavelli: behoud van macht en uitbreiden ervan. Gebaseerd op
eigenbelang en gewetenloos gebruik maken van situaties
Mercantilisme: bezit aan geld en goud was enige welvaartsbron
, Adam Smith: productieve arbeid is bron van welvaart en dat door arbeidsverdeling
de productiviteit van arbeid sterk kan worden verhoogd
->meer aandacht voor efficiency
18e eeuw -> uitvinden van stoommachines -> massafabricage
Geen verdeling verantwoordelijkheid, slecht arbeidsomstandigheden, geen planning
Frederick Taylor en het scientific management (1900)
Bood een systematische, samenhangende bedrijfskundige benadering voor de wijze
waarop de productie georganiseerd zou moeten worden
Hoofdpunten:
o Een wetenschappelijke analyse van werkzaamheden en het uitvoeren van
bewegingsstudies. Resultaten hiervan leiden tot standaardisatie en
normalisatie van het productieproces en de hierin te gebruiken machines en
materialen
o Vergaande taakverdeling en training van arbeiders waarbij elke handeling en
beweging precies is voorgeschreven. Hierdoor krijgt arbeider veel routine met
als gevolg weer hogere productienormen
o Hechte en vriendschappelijke samenwerking tussen leiding en arbeiders
o Bedrijfsleiders verantwoordelijk voor analyseren en zoeken naar
werkmethoden en het scheppen van productievoorwaarden
o Juiste man op juiste plaats door zorgvuldige selectie]
o Invoeren prestatiebeloning met als doel lagere productiekosten
Achtbazenstelsel:
o Tijd en kosten
o Werkinstructies
o Bewerkingen en hun volgorde
o Werkvoorbereiding en uitgifte
o Onderhoud
o Kwaliteitscontrole
o Technische leiding
o Personeelsbeheer
Gevolg ideeen:
-mens als verlengstuk machine, monotone arbeid, beperking vrijheid, verdwijnen van
plezier.
-bestuur en beheer van productieafdelingen over hele industriële wereld verbeterde
Henri Fayol en de Genereal Management theorie ( 1900)
Betreft gehele organisatie
6 onafhankelijke managementgebieden:
1. Technisch
2. Commercieel
3. Financieel
4. Zelfbeschermend
5. Boekhouding
6. Besturing, zorgt voor onderlinge samenhang
Taken besturing:
a. Plannen of vooruitzien, opstellen van actieplan voor toekomst
b. Organiseren, opbouw van organisatie met mensen en middelen
c. Bevel voeren, zorgen dat mensen blijven werken
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller koenisbritt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.63. You're not tied to anything after your purchase.