Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting literatuur taak 1 $4.50
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting literatuur taak 1

 0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Samenvatting van alle literatuur blok Stemmingsstoornissen Taak 1.

Aperçu 3 sur 27  pages

  • 9 novembre 2014
  • 27
  • 2014/2015
  • Resume
avatar-seller
Samenvatting literatuur taak 1
Boer, den J. A., Ormel, J., Praag van, H. M., Westenberg, H. G. M., &
D’haenen, H. (1999). Handboek stemmingstoornissen. Maarssen:
Elsevier/De Tijdstroom. (SL WM 171)

Hoofdstuk 7 Depressie, angst en agressie
2. Comorbiditeit

- Bij dysthymie bij 22% van de gevallen ook een gegeneraliseerde angststoornis
vastgesteld.
- Bij depressieve stoornis bij 14% ook een paniekstoornis vastgesteld.
- Bij 18% van de patiënten met paniekstoornis en bij 17% van de patiënten met een
gegeneraliseerde angststoornis wordt een comorbide depressie gediagnosticeerd.
- Comorbide paniekstoornis komt voor bij 36,8% van de bipolaire depressies, bij 31,4%
van de unipolaire depressies en 13% van de dysthyme depressies.
- Gegeneraliseerde angststoornis komt voor bij 65,2% van de patiënten met
dysthymie, bij 31,6% van de patiënten met bipolaire depressies en 37,1% van de
patiënten met unipolaire depressies.
- Uit onderzoek van Dobson en Cheung(1990) bleek dat in 42-100% van de gevallen
met depressies een angststoornis bestaat of is voorgekomen, en bij 17-65% van de
gevallen met een angststoornis een depressie.
 Relatie tussen depressie en angst is niet duidelijk er bestaan 2 mogelijkheden:
1. Angststoornis wordt veroorzaakt door stemmingsstoornis of omgekeerd
2. Beide stoornissen komen voort uit een zelfde diathese (=vatbaarheidsfactor). Dat wil
zeggen dat angst en depressie 2 verschillende fenotype uitingen zijn van hetzelfde
onderliggende genotype.
 tegenargument: als dit zo zou zijn zouden familieleden van patiënten met depressie
een verhoogde kans hebben op angststoornissen en andersom en hier is geen
overtuigend bewijs van gevonden.

Hoofdstuk 3 epidemiologische aspecten van stemmingsstoornissen

5.8 Comorbiditeit depressie en dysthymie

- Bij 18% v/d angststoornissen ook een depressie aanwezig, life time prevalence 20%
- Bij vrouwen comorbiditeit angststoornis en depressie 2x zo groot als bij mannen
- Depressie komt nog al eens voor in combinatie met chronische somatische aandoeningen.
Neemt toe met niveau van gezondheidszorg met prevalentiecijfers rond de 3-5% voor de
bevolking, 5-10% in de populatie die op eerstelijns spreekuur komt, tot 6-14% bij
ziekenhuispatiënten.

6.8 Comorbiditeit manische en bipolaire affectieve stoornissen

- Bij het verdwijnen van de manie komen depressie, angststoornis, sociale fobie en agorafobie
vaak voor
- Comorbiditeit zou vaker bij vrouwen voorkomen

, - Paniekstoornis zou vaak voorkomen samen met lichtere bipolaire aandoeningen
(cyclothymie en bipolair II)
- Er zou een sterk verband zijn met alcoholmisbruik dat zou verminderen naar verloop van tijd;
maar het beloop hangt samen met de volgorde: als alcoholmisbruik vóór bipolariteit
optreedt is het beloop goedaardiger dan andersom
- Er is ook comorbiditeit met drugsgebruik
- In combinatie met angststoornis is er een verhoogd risico op alcoholmisbruik
- Er is gesuggereerd dat DSM IIIR persoonlijkheidsstoornissen vaak samenhangen met
bipolariteit, maar dir kan door diagnosebias komen
- Er is een clustering van bipolariteit met eetstoornissen

Hoofdstuk 3: epidemiologische aspecten van stemmingsstoornissen
Depressie en dysthyme stoornis (blz 57)
Incidentie en prevalentie:

In de bevolking
Tabel 3.2 blz 58

% Eenmaands prevalentie Incidentie Eenjaars prevalentie

Affectieve stoornissen 5.2 4.3 9.5
bipolair 0.6 0.5 1.2
unipolaire depressie 1.8 3.2 5.0
dysthymie 3.3 2.1 5.4


De tabel laat zien dat unipolaire depressie een meer episodisch karakter heeft dan dysthymie en de
bipolaire stoornis. Als de puntprevalentie/incidentieratio laag is, onderstreept dit het episodische
karakter van een stoornis. Het omgekeerde (puntprevalentie is gelijk aan of hoger dan de incidentie)
duidt op de relatieve chroniciteit van een stoornis.

De incidentie van mannen (recidiverende) depressie varieerde aanzienlijk met sekse en leeftijd. Bij
mannen nam de waarschijnlijkheid van het ontstaan van een depressie monotoon af met de leeftijd.
Bij vrouwen was er een toename met de leeftijd, met een piek tussen het veertigste en vijftigste
levensjaar en daarna een afname.

Depressie
De puntprevalentie van de depressie in de bevolking variëren van 4.8 – 7.4% volgens ICD-studies en
van 2.2 – 2.7% volgens DSM-studies.
De jaarprevalentie bedraagt 3.0% in ECA-studies en 5.8% in NEMESIS studie en 10.3% in NCS-studies..
De lifetime-prevalentie varieert tussen de 4.6 en 12.6%.

Dysthymie
De lifetime-prevalentie varieert van 3.3 tot 7.0%. Dysthymie gaat vaak samen met een depressie in
engere zin (dubbele depressie)  42% van de mensen met een dysthyme stoornis heeft ook een
lifetime-geschiedenis van depressie.

In de eerstelijn
Maandprevalentie van depressie onder de spreekuurpopulatie van huisartsen is ongeveer 2 keer zo
hoog als die in de bevolking  13.5% volgens ICD en 11.1% volgens DSM. Ofwel 10 per 100

, spreekuurconsulten. Ook de jaar- en lifetime-prevalenties zijn aanzienlijk hoger.
50 tot 77% van de depressies in spreekuurpopulaties worden door de huisarts herkend.

In de GGZ
Een kwart van de herkende depressies van 16 tot 65 jaar wordt doorverwezen naar de GGZ. Dus dan
verwachten we op het vierde niveau (totale GGZ) een jaarprevalentie van 8-10 per 1000 personen
van 16-65.




Het filtermodel voor unipolaire depressie
Niveau Filter Prevalentie
Gemeenschap Ziektegedrag ↓ 58-90
Eerste lijn (totaal) Herkenning ↓ 50-75
Eerste lijn (herkend) Verwijzing ↓ 40-50
GGZ-instellingen (totaal) Opname ↓ 6.4
Opgenomen 1.5


Kenmerken
 Geslacht
o Unipolaire depressie komt meer voor bij vrouwen dan bij mannen (2:1).
o Dysthymie meer bij vrouwen dan bij mannen (2 tot 3 keer zo vaak).
o Verklaring:
 Een artefact, doordat vrouwen wellicht op een andere wijze symptomen
rapporteren dan mannen.
 Bij mannen andere kunnen stoornissen, zoals antisociaal gedrag of
alcohol/drugsmisbruik de depressie maskeren.
 Biologische kwetsbaarheid, afhankelijkheid en aangeleerde hulpeloosheid,
stress en psychologische gevolgen van sociale achterstelling,
 Premenstruele klachten en het gebruik van contraceptiva hebben een klein
effect op de prevalentie
 Postnatale periode hangt samen met een toegenomen risico op depressieve
klachten.
 Hoge prevalentie bij vrouwen lijkt grotendeels het gevolg van een hogere
incidentie van een eerste episode bij vrouwen.
 Burgerlijke staat: vaker alleenstaanden en gescheiden mensen
 meer gescheiden mannen dan gescheiden vrouwen
 SES: bij afnemende opleiding en inkomen een toenemende prevalentie. Hoogste prevalentie
bij werklozen, arbeidsongeschikten en huisvrouwen zonder een betaalde baan. Niet ontdekt
wat oorzaak of gevolg is.

Manische en bipolaire affectieve stoornissen (blz 68)
Incidentie en prevalentie
Alleen de zeer grote studies met steekproeven van meer dan 10.000 leveren redelijk betrouwbare
schattingen op bij de niet-geïnstitutionaliseerde populatie. Toch blijft hypomanie moeilijk met
zekerheid vast te stellen in de bevolkingspopulatie, omdat lijders hun (hypo)manie vaak niet als
abnormaal ervaren, waardoor minder ernstige gevallen moeilijk te onderscheiden zijn van normale
vrolijkheid.
lifetime-prevalentie:

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur StudentGW. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour $4.50. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73018 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 15 ans

Commencez à vendre!

Récemment vu par vous


$4.50
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté