100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hoorcollegeaantekeningen van het vak 'Perspectieven op het recht', jaar 1 Rechtsgeleerdheid, Universiteit Utrecht $3.18
Add to cart

Class notes

Hoorcollegeaantekeningen van het vak 'Perspectieven op het recht', jaar 1 Rechtsgeleerdheid, Universiteit Utrecht

 37 views  5 purchases
  • Course
  • Institution

Dit document bevat de aantekeningen van alle hoorcolleges van het vak 'Perspectieven op het recht' wat wordt gegeven in jaar 1 van de studie Rechtsgeleerdheid aan de Universiteit Utrecht.

Preview 3 out of 17  pages

  • June 17, 2021
  • 17
  • 2020/2021
  • Class notes
  • Unknown
  • All classes
avatar-seller
Hoorcollege week 1

1. Rechtspleging in breder perspectief
Rechtspleging: gevallen waarin de rechter een oordeel velt.

Er zijn twee manieren om te kijken naar rechtspleging:
1. Juridische invalshoek: hoe wordt het geldende recht toegepast?
2. Contextuele invalshoek: hoe functioneert het recht? Werkt dit wel in de praktijk? Wat zijn
de effecten van het recht? Moet de rechter wel oordelen over deze zaak? Is het oordeel van
de rechter rechtvaardig?

In deze cursus staat de contextuele invalshoek centraal, dus een bredere context, waar je bij de
rechtenstudie over het algemeen de juridische invalshoek gebruikt.

2. Rechtsvragen vs. vragen over recht
Rechtsvragen zijn vragen die je beantwoordt op basis van het geldende recht. Vragen over het recht
kunnen niet beantwoord worden op basis van het geldende recht. Vragen over het recht kunnen
onderverdeeld worden in vier vragen/uitspraken:

Descriptief (hoe is het?)
- Empirisch: hangen samen met een systematische/wetenschappelijke bestudering van de
empirische werkelijkheid die gerelateerd is aan het recht (analyse) . Hoe is de werkelijkheid?
Bijvoorbeeld: de cijfers over het aantal zaken dat voor de strafrechter komt.
- Conceptueel: de analyse van de inhoud van begrippen in abstracto (in het algemeen),
bijvoorbeeld de betekenis van het begrip ‘onrechtmatige daad’.

Normatief (hoe zou het moeten zijn?):
- Interpretatief: vaststellen hoe het recht in een concreet geval (in concreto) moet worden
toegepast. Bijvoorbeeld: is het college van B&W een bestuursorgaan? Kunnen gelijk gesteld
worden met rechtsvragen.
- Normatief: hoe zou de werkelijkheid eruit moeten zien? Bijvoorbeeld: wat is de plaats van de
rechter in de trias politica? Is het rechtvaardig? Het gaat om de wenselijke uitkomst.

Het verschil tussen conceptuele en interpretatieve vragen is dat een conceptuele vraag/uitspraak
een analyse is van de inhoud van begrippen in abstracto (algemeen) waar het bij een interpretatieve
vraag/uitspraak gaat over het vaststellen hoe het recht in een concreet geval moet worden toegepast
(in concreto).

De vragen over het recht kunnen empirische vragen zijn, conceptuele vragen of normatieve vragen.

Heuristiek: het vinden van een oordeel  empirische of descriptieve vragen.

Legitimatie: rechtvaardigen van het oordeel  normatieve vragen.

3. Vranken over casusgerichtheid
In de praktijk regeert de juridische invalshoek. In de studie, rechtspraktijk, wetgeving en
rechtsvinding is er veel casuïstiek en ben je vooral bezig met handboeken met als doel om de
systematiek van de rechtsgebieden toe te passen in concrete gevallen (casusgerichtheid). Hierdoor
lijkt het alsof andere kwesties juristen niet meer opvallen, omdat ze zó casusgericht zijn.

,Twee voorbeelden hierbij:
1. Johanna: ouders en een openbare school stonden tegenover elkaar omdat Johanna een
ongeluk heeft gehad op school met thee. De ouders vinden dat Johanna niet goed is begeleid
en dat de schade toe te rekenen is aan het handelen van de school. Het ging om vergoeding
van de schade aan derden, want de ouders van Johanna hebben schade geleden (verliezen
vakantiedagen en vermogensschade want ze mislopen inkomen). De Hoge Raad oordeelde
dat de ouders een schadevergoeding moeten krijgen voor de vermogensschade. Hierbij
begint de Hoge Raad meteen met het uitleggen van de wetssystematiek. Probleem hierbij is
dat na die uitleg en argumentatie nog steeds niet duidelijk is waarom de ouders recht
hebben op schadevergoeding. De redenen van de Hoge Raad zijn dus niet geheel duidelijk en
het lijkt een rechtspolitieke keuze. Vranken stelt dat het niet een wenselijke uitkomst was als
de ouders geen schadevergoeding konden krijgen.

De hoge raad kwam met een drievoudige abstractie want in eerste instantie zijn het niet de
ouders die de schade hebben geleden. Redenering hierbij is dat degene die aansprakelijk is
voor letselschade, de gewonde in staat moet stellen zich van de noodzakelijke verpleging te
voorzien. In het geval als dit moet je abstraheren van het concrete geval waarbij je een aantal
dingen buiten beschouwing moet laten:
- alle ouders moeten voor hun kind zorgen
- de ouders kunnen tegenover hun dochter geen aanspraak maken op vergoeding van hun
kosten
- de ouders hebben hun kind verzorgd in hun vrije tijd.

Deze redenering verhult dat uit het oogpunt van wenselijkheid de Hoge Raad wilde dat de
schade van de ouders vergoed zou worden.

2. Mevrouw Krüter: hier ging het om een zaak tussen een scheepswerf en de partner van een
oud-werknemer. Die oud-werknemer heeft met asbest gewerkt en later bleek dat hij
hierdoor kanker heeft ontwikkeld. De scheepswerf heeft de aansprakelijkheid geaccepteerd.
De zaak ging over de partner van de oud-werknemer, mevrouw Krüter. Zij had
verzorgingskosten waarvoor ze vergoeding wilde hebben. De Hoge Raad oordeelde dat zij
geen recht heeft op schadevergoeding, maar ook hier wordt de argumentatie niet geheel
duidelijk. Ook hier lijkt het alsof ze zich hebben gebaseerd op de effecten van de uitspraak.
Want als de Hoge Raad mee zou gaan, zou er een vloedgolf van claims ontstaan en dat moest
voorkomen worden.

Dit lijkt in tegenstelling tot het Johanna-arrest, waar de kosten voor de verzorging van een
ander wel in aanmerking kwamen voor schadevergoeding.

De achterliggende overwegingen worden nauwelijks gesignaleerd maar die zijn er wel. Normatieve
en empirische kwesties worden hier dus verhuld, terwijl ze wel degelijk aanwezig zijn (verhullend
argumenteren). Vranken laat zien dat dit ook anders kan en gaf voorbeelden waarin hij de
daadwerkelijke argumentatie weergeeft. De ingewikkeldheid van de redenering (juridische
ingewikkeldheid) laat zien dat er waarschijnlijk een andere reden was die doorslaggevend was voor
het oordeel.

Vranken zelf noemt vier redenen die moeten verklaren waarom juristen verhullend argumenten en
zo casusgericht zijn:
1. Regelkarakter van het recht: gericht op herhaalbaarheid in gelijke gevallen waardoor
oplossingen van casus en problemen zich lenen voor veralgemening. Regelkarakter van het
recht houdt in dat het recht bestaat uit een geheel van regels. Dit is een verschijnsel van

, verhullend argumenteren omdat de rechtsregels kunnen verhullen wat de doorslaggevende
regel was voor een oordeel.
2. Vergaande codificatie van het burgerlijk recht: juristen worden opgeleid in de structuur van
het wetboek waardoor ze beginnen te redeneren a.d.h.v. rechtspraak en literatuur.
3. Historische oriëntatie: de jurist kijkt naar de bedoeling van de wetgever wat een reden kan
zijn om verhullend te argumenteren want je neemt niet alleen de tekst van de wet als
uitgangspunt maar de gehele geschiedenis van die tekst waardoor het heel ingewikkeld kan
worden en de daadwerkelijke reden dus verhuld kan worden.
4. Nieuwe oplossingen worden makkelijker in het systeem gepast: de eis van herhaalbaarheid
en veralgemening.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lies2642. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.18. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

58716 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$3.18  5x  sold
  • (0)
Add to cart
Added