Architectuur van het wonen deel
1: SEM 2 samenvatting:
Wat is wonen?:
Van een huis een thuis maken, een veilige plek,…
Een huis kan opgedeeld worden in 3 delen:
1. Het fysieke huis materiële cultuur
2. Het gebruik v/h huis handelingen en rituelen
3. De mentale thuis betekenisgeving
Een ruimte kan gebruikt worden als een instrument panopticum = een ronde koker vol
met cellen in de gevangenis bewaker in het midden kan een blik hebben op 100’en
gevangenen.
Een huis vertelt wie je bent: over de levenswijze, identiteit, wat vind je belangrijk,…
Visies bij opbouw na oorlog:
1. Katholieken privé initiatief via subsidies eigen huis bouwen, landelijk,
eengezinswoningen (wet de Taeye 1948)
2. Socialisten nationaal georganiseerd, stedelijk, hoogbouw, sociale woningen (wet
Brunfaut 1949)
Impliciet woonbeleid = onrechtstreeks beleid overheid bouwt weinig maar geeft
subsidies. (nu belastingvermindering ipv subsidies)
Zuilen:
Er waren 3 zuilen: katholiek, socialisten en liberalen. eigen tijdschriften in groepen
(architectuur kwam hier te spraken.)
De keuken:
Wat is de keuken?:
Een plaats voor te eten, koken, kern van de woning, plaats voor vrienden te ontvangen,…
Typologische evolutie v/d keuken
1. In een 19de eeuws burgerhuis keuken was half onder de grond bedienden
kookte en sliepen daar. Eten werd boven geserveerd vaak met een dienstlift
(ontbijt werd genuttigd in de keuken stoof zorgt sochtends als voor warmte).
= bediendenkeuken bij hogere” klasse
Modernisering vanaf 20ste eeuw eerst bij hogere klasse personeel was nog moeilijk te
vinden + duur.
,Catharine Beecher kleine keukens, je kan overal aan (Amerika)
Grete Schutte – Lihotzky Frankfürter küche Amerika + Europa = compact + sober en
minimalistisch = PIONIER VAN DE RATIONELE KEUKEN. (1 jaar voor CUBEX) = CIAM II
Op CIAM III in Brussel Louis – Herman de Koninck = Cubex kitchen
Frankfurt keuken + rationele huishoudkunde. Het waren dure kasten maar je kon de
keuken samenstellen.
2. Bij de welgestelde vonden we in de jaren ’20 – ’30 de
rationele/laboratorium/werkkeuken ze hadden een gootsteen en een vuur
ipv een kachel.
3. Bij de lagere lagen van de bevolking een stoof (warmte en voeding) + de tafel
stond centraal + zetelbank = leef/woonkeuken
vanaf de jaren ’50 – ’60 had iedereen een rationele keuken of werkkeuken. heel
functioneel: aansluitend blad, alles op 1 lijn, vaak primaire kleuren (Mondriaan).
De keuken moest ook net blijven dus kinderen uit de keuken in realiteit vaak anders.
4. Vanaf de jaren ’70 – ’80 werd de keuken steeds groter en belangrijker. Er
kwamen keukeneilanden en grotere keukens. Willy van der Meeren (katholiek)
was een voorstander. Eten mag vanaf nu voor iedereen in de keuken want ze zijn
groot en er zijn al goede dampkappen = eetkeuken
Vanaf ’68 kwamen er vaatwassers en veel andere technische snufjes
Verschil tussen katholieken en socialisten:
S: willen kleine keukens vrouwen te emanciperen en buitenhuis te laten werken
K: het gezin centraal, alle comfort in de keuken om vrouwen meer tijd te geven voor het
familie leven.
Rationele keuken:
Arbeidsbesparing, alles bij de hand, standaardisering, categorisering.
Woonkeuken:
Contact met andere gezinsleden, multi-tasken, ruimte voor meerdere leden, alles veel
dichter.
Eerst was de keuken helemaal uitgerust, alle comfort en snufjes. Vanop dat moment gingen
we de keuken verschuiven naar de tuin.
De frontage van de woning:
Plaats waar de bezoekers komen
,De eethoek:
1.1 twee tafels
1.2 problematiek beste kamer
In veel huizen zijn 2 tafels. 1 tafel is voor dagelijks gebruik en de andere is voor met bezoek,
bij gelegenheden, …
Vroeger hadden mensen een ‘beste kamer’. Deze kamer werd nooit gebruikt, enkel bij
speciale gelegenheden Niet iedereen was hier fan van dus de beste kamer werd vaak
vervangen door een ontvangstkamer.
De beste kamer was ook de plaats om een lijk op te baren. De beste kamer lag aan de
straatkant gesloten luiken = sterftegeval.
Ook werd de beste kamer in bepaalde gevallen naar achteren verplaats en dit werd da, ee,
kamer met meerdere functies.
Beste kamer gasten plechtig ontvangen en doden opbaren
tv komt uit living ontstaat (jaren 60).
De meubelopstelling werd vroeger als beperkend en hiërarchisch ervaren. Rond een tafel
iedereen kan bediend worden. Vanaf nu ging men de meubels minder centraal plaatsen.
Ipv een beste kamer kwamen er nieuwe ruimtes. De zithoek en de eethoek werden
opengetrokken, het waren 2 ruimte met daartussen een opening.
De zithoek:
1. Intrede van tv
2. Intrede van telefoon
3. Intrede van centrale verwarming
4. Rivaliteit tussen de haard & de tv
1. Intrede van tv:
Er was een dubbelzinnige houding tegenover de tv, mensen werden er blij van maar hadden
ook schrik. Het was educatief, mensen kregen informatie, en het was entertainment. Maar
er was ook schrik en bezorgdheid, het zou slecht zijn voor ogen en zenuwen en mensen
zouden verslaafd geraken en bijvoorbeeld school verwaarlozen. (vrouw werd bewaker vn tv)
kijken mag maar met mate!
waar moest de tv komen te staan? (niet te zichtbaar, anders teveel aandacht voor)
Overdag was het een lelijke bolle glas en ’s avonds het centrum van het gebeuren op
wielen ‘s avonds dichter en overdag weg.
Een andere optie was in de doorgeefkast, ook hier stond die dan op wielen overdag kon
de vrouw kijken in de keuken tijdens het werken en ’s avonds ko. Iedereen meekijken in de
woonkamer. (kwam niet vaak voor advies van boerinnenbond)
, Architecturale aanbevelingen over plaatsing:
Op ooghoogte, ver genoeg van kijker.
Niet tegenover een venster (i.v.m. lichtweerkaatsing).
Looplijnen en kijklijnen mogen niet kruisen.
Bij voorkeur in nis/kast die overdag afsluitbaar is en een rek waar ook andere
audiovisuele zaken een onderkomen krijgen. bv inbouwkasten, een luik,…
Architecturale aanbevelingen over locatie:
Bij voorkeur apart zoals beste kamer.
Eventueel in living maar dan asymmetrisch.
Zeker niet in slaapkamer, badkamer, … = verstoring van rust.
Zeldzaam in keuken in doorgeefkast.
De living is niet bedacht op werk, op concentratie maar op ontspanning. in de living komt
men thuis om in de zetel te ploffen en om tv te kijken. Living = ontspanning en gang = plaats
voor gesprekken. Voor mensen die thuis werken is de living een plaats die niet enkel dient
voor ontspanning.
Afgezonderd werken is asociaal de gezelligheid wordt dus doorgetrokken naar het werken
in een kantoor = kantoorlandschap ontstaat. Men kan zich hier niet concentreren een
eigen bureau blijkt beter te zijn.
De living is het grootst op het grondplan en heeft meerdere functies. Andere ruimte zijn
kleiner en hebben maar 1 specifieke functie.
De bio politieke bemoeienissen van architecten en makelaars:
Alle woningen worden gemaakt op basis van een standaardgezin met kinderen. Er is op
voorhand al bepaald op het grondplan hoeveel kinderen er moeten zijn maar niet iedereen
wilt kinderen of een gezin.
2. Intrede van telefoon:
Eerst = instrumenteel gebruik bellen naar dokter, advocaat,…
Later = sociaal – emotioneel gebruik bellen naar familie,…
Locatie: in de hal:
Privé
Onverwarmd kort gesprek want was duur
Aansluiting voor stopcontact
3. Intrede van de centrale verwarming:
Stoven gaan weg en alle ruimtes worden vanaf nu verwarmd samenzijn van het gezin
daalt. niet meer samen rond de kachel voor warmte.
De schouw is nutteloos wegwerken bijvoorbeeld in een inbouwkast.
Toch zijn er veel mensen die terug een haard willen voor de gezelligheid en de charme van
het vuur en de warmte. Zo ontstaat er een rivaliteit tussen de haard en de tv.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jonavandormael. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.29. You're not tied to anything after your purchase.