100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting YRM $3.74
Add to cart

Summary

Samenvatting YRM

 304 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van 22 pagina's voor het vak YRM aan de WUR

Preview 3 out of 22  pages

  • November 10, 2014
  • 22
  • 2012/2013
  • Summary
avatar-seller
YRM Hoofdstuk 4 samenvatting
Theorieën en hypothesen
Theorie = samenhangend geheel van uitspraken waarmee wordt geprobeerd verschijnselen te
beschrijven, te verklaren of te voorspellen.
- Deductief-nomologisch model; een model waarbinnen specifieke uitspraken kunnen worden
afgeleid uit algemene uitspraken.
o De uitspraken binnen de theorie zijn zeer precies geformuleerd; alle termen goed
gedefinieerd en geen vage/onduidelijke termen
o De uitspraken kunnen worden geordend naar algemeenheid; sommige uitspraken(de
kern) zijn zeer algemeen, andere uitspraken (de hypothesen) zijn meer concreet
o Logisch verband tussen de verschillende uitspraken binnen een theorie assumpties
o Alle specifieke uitspraken uit het model moeten aan de empirie kunnen worden
getoetst
- Syllogisme; logische redenering waarin uit twee uitspraken een derde uitspraak – de
conclusie- afgeleid wordt
o Uitspraak 1: meest algemeen. De algemene uitspraak.
o Uitspraak 2: gemiddeld. Assumptie/beginvoorwaarde. Ook impliciete assumpties
dienen expliciet gemaakt te worden voor verklaringen van eventuele misstappen in
het onderzoek.
o Uitspraak 3: meest specifiek. De conclusie. De hypothese.
- Niet alle theorieën zijn deterministisch; geldend voor iedereen. De theorieën zijn eerder
probabilistisch (wanneer iemand aan factor X voldoet, is de kans groter dat factor Y optreed)

Bouwstenen van uitspraken van de sociale wetenschappen:
1. Eenheden = de objecten waarover iets wordt gezegd.
Bv: individuen, groepen, organisaties etc
2. Variabelen = eigenschappen die aan de eenheden worden toegeschreven. Een variabele
moet twee of meer waarden aan kunnen nemen: één waarde is een constante.
Bv: geboortecijfer van landen
3. Waarden = de categorieën of scores die op de variabelen kunnen worden onderscheiden.
Belangrijk is dat verschillende onderzoekers bij dezelfde variabele verschillende waarden
kunnen hanteren.
Bv: geslacht  man of vrouw
Samen vormen eenheden, variabelen en waarden een datamatrix. Dit is een tabel waarin de rijen
worden gevormd door de verschillende eenheden, de kolommen worden gevormd door de
verschillende variabelen. Iedere cel van de datamatrix kan de waarde van de betreffende eenheid op
de betreffende variabele worden ingevuld. Voordelen:
- Datamatrix is compact; gegevens snel te vinden
- Makkelijk analyse op uit te voeren

,Meetniveau: het soort waarden dat we op een variabele kunnen onderscheiden. 4 soorten:
Kwalitatieve variabelen:
 Nominaal; deze variabele benoemt slechts de categorieën zonder ze te ordenen.
Hypothesen die van nominale variabelen gebruik maken, gaan vaak in op verschillen of
overeenkomsten tussen verschillende groepen.
 Ordinaal; verschillende categorieën zijn op waardevolle manier geordend. Over de afstand
tussen de verschillende categorieën kan niets worden gezegd.
Hypothesen die van ordinale variabelen gebruik maken, maken vaak gebruik van die
ordening.
Kwantitatieve variabelen:
 Interval; het verschil tussen de waarden op de variabele wél zinvol geïnterpreteerd. De
intervallen tussen de verschillende waarden zijn te vergelijken.
BV: temperatuur (lager dan 0 graden kan)
 Ratio; de intervallen tussen verschillende waarden zijn gelijk. Ratio variabelen hebben een
absoluut 0 punt. Waarden beginnen bij absoluut nulpunt.
BV: leeftijd (lager dan 0 kan niet)
Hypothese die gebruik maken van interval/ratio variabelen kijken niet naar verschillen tussen
groepen maar naar algemene verbanden tussen de kwantitatieve variabelen, waarbij
verbanden een bepaalde richting hebben.

Methodische spelregels; wat maakt wetenschap wetenschappelijk?
 Toetsbaarheid; wetenschappelijke uitspraken moeten toetsbaar zijn. De juistheid van een
uitspraak kan nagegaan worden door empirische gegevens verzameling.
o Verificationisme: het streven naar bevestiging van uitspraken
o Falsificationisme: het streven naar weerlegging van uitspraken. Aan de hand van
falsificatie worden veel uitspraken getest. Dit is makkelijker en levert meer
bevestiging van de stelling op.
o Laat normatieve uitspraken, speculatieve uitspraken, definities en uitspraken met
een onscherpe tijds- en/of plaatsaanduiding buiten beschouwing. Ze zijn namelijk
niet toetsbaar.
o Hypothesen moeten ondubbelzinnig zijn; tijds-en plaatsaanduiding gegeven, geen
abstracte begrippen, vage en controversiële termen worden vermeden.
 Maximale informativiteit; mate van informativiteit van een uitspraak wordt bepaald door het
aantal waarnemingen of mogelijke testuitslagen dat de uitspraak weerlegt te tellen. Hangt
samen met de eis van testbaarheid!
o Falsificatiefactoren = het aantal mogelijke weerleggingen
o Domein en specifiteit spelen belangrijke rol. Hoe informatiever een uitspraak, hoe
beter de uitspraak voldoet aan de eis van testbaarheid.
o Zinvolheid van specificatie. Door teveel maximale informativiteit na te streven kan
een onderzoeker in de sociale wetenschappen op die manier uit het oog verliezen
waar het eigen om draait; de harde kern van de theorie.
 Explicitering; de omgang van onderzoekers met de toetsbaarheid in de praktijk.
o Onderzoek moet repliceerbaar zijn. Daarvoor expliticering van uitspraken
plaatsvinden. Herhaling van sociaal wetenschappelijk onderzoek is lastig omdat
sociale werkelijkheid voortdurend verandert.

, o Intersubjectiviteit = verschillende onderzoekers met verschillende opvattingen
corrigeren elkaar. Hierdoor ontstaat kennis zonder persoonlijke opvattingen
objectiviteit.

Inductie: proces waarbij een algemene uitspraak ondersteund wordt door specifieke uitspraken.
inductieprobleem = onmogelijkheid om aan de hand van specifieke uitspraken te concluderen dat
een algemene uitspraak waar is.
Onderdeterminatie: falsificatie biedt zekerheid over de onwaarheid van een theorie, maar niet waar
in de theorie die onwaarheid zich bevindt. Het probleem van onder bepaaldheid.

Wetenschappelijke kennis is altijd voorlopige kennis. Uit later onderzoek kunnen resultaten worden
gevonden die de stellingen weerleggen.




YRM Hoofdstuk 5 samenvatting
Definiëren en operationaliseren
Wetenschappelijke definities
Wetenschappelijke uitspraken moeten worden vertaald naar observeerbare gebeurtenissen om ze
onderzoekbaar te maken.
- Definities: definiëren is het zo nauwkeurig mogelijk vastleggen van de betekenis van een
begrip door middel van een omschrijving. Waarom definities noodzakelijk?
o Ondubbelzinnigheden voorkomen
o Definitie moet passen bij wat de onderzoeker wil bestuderen. Welke definitie de
beste is hangt af van wat de onderzoeker precies wil onderzoeken

Zes criteria voor begripsdefiniëring
1. Nieuwe begrippen nodig voor de omschrijving van het te definiëren begrip worden zelf
indien nodig apart gedefinieerd
2. Geen staartbijters; het begrip zelf (of synoniemen daarvan) mag niet in zijn definitie
voorkomen
3. De omschrijving moet compleet zijn, door alles in te sluiten wat eronder moet worden
verstaan
4. De omschrijving moet impliciet of expliciet uitsluiten wat er niet onder moet worden
verstaan
5. De omschrijving mag niet afwijken van gangbare omschrijvingen (maatschappelijke en
wetenschappelijke definities hebben voorrang op creatieve onderzoekers). Dit maakt het
allemaal alleen maar ingewikkeld.
6. Normen en waarden zijn taboe. Begrippen of de uitleg hiervan moeten waarden vrij zijn en
objectief. Dus geen normatief karakter.

Verschillende vormen definities
 Definities van kenmerken: wat
Abstracte begrippen definiëren
 Definities van onderzoekseenheden: wie

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller janse310. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53022 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.74  4x  sold
  • (0)
Add to cart
Added