H1: Biomembranen
40 vragen met giscorrectie
Leerstof van de les niet boek!
Slide 5: epitheelcel (bevind zich bv aan de binnenwand van de darm)
Onderverdeling van een dierlijke cel
Cytoplasma is alles binnen de plasmembraan, behalve de
nucleus. Hier behoren dus bv ook lysosomen tot. Dus
cytoplasma omvat het cytosol en organellen.
Cytosol is het waterige gedeelte
van het cytoplasma buiten de
organellen. (Grijze vloeistof tussen
de organellen)
Lumen is het waterige gedeelte
binnen een organel.
1
, Structuur van biomembranen Atomic Force Microscopy
(AFM)
De fijne tip van de Cantilever gaat op nanoschaal over een
bepaald specimen bewegen. Naar gelang de hoogte en de
laagte van het te bestuderen sample gaat de naald mee
omhoog en omlaag bewegen. De hoogte van de naald wordt
bepaald door een laser licht dat hierop reflecteert. Deze
reflectie wordt verwerkt en zo kan de hoogte en de plaats van
de naald bepaald worden.
Dit wordt gebruikt om cellulaire structuren te bestuderen.
Resultaat voor een plasmamembraan
Een plasmamembraan is niet één mooie vlakte. We zien
bepaalde structuren die hoger uitsteken en in sommige
gevallen hierin ‘pieken’ die eruit steken.
‘Zee met eilandjes in’
Elektronenmicroscopie
Elektronenmicroscopie is een andere manier om een
sample te bestuderen. Dit is een techniek waarmee je
elektronen door een bepaald specimen stuurt,
afhankelijk van de doorlaadbaarheid van het
specimen voor elektronen bereiken sommige
elektronen de detector.
Preparaat bestudeerd door EM
In veel gevallen gaat men het preparaat kleuren met
zware metalen die zich op bepaalde plekken in het
specimen binden en die op deze plekken de elektronen
gaan tegenhouden. Zoals ze hier met Osmium (zwaar
metaal) een rode bloedcel gekleurd hebben. Het
binnenste gedeelte van het membraan waar een zwaar
metaal zoals osmium niet raakt, kleurt licht. De polaire
hoofdjes binden wel met osmium en kleuren donker.
Op basis van dit soort beelden kunnen we al een
2
idee krijgen over de dimensies van
biomembranen. We spreken hier over nanometer
(nm) = 10-9m, of ook wel A = 10-10m
,Biomembranen: fosfolipiden dubbellaag
Een biologisch membraan is opgebouwd als een
dubbel laag van moleculen die men amfipatisch
noemt. Dit wil zeggen, ze hebben twee delen die
een verschillende polariteit, een verschillende
oplosbaarheid in water hebben. Een hydrofiel,
goed oplosbaar in water, hoofdje. Een hydrofobe,
niet goed oplosbaar in water, staart. Hiermee kun
je een fosfolipiden dubbel laag maken die
waarneembaar is onder EM.
Amfipatische moleculen in waterige oplossing
Deze amfipatische moleculen kunnen verschillende
structuren vormen, maar elke structuur die deze
moleculen zullen vormen zal erop gericht zijn dat het
hydrofobe gedeelte bij elkaar blijft en dat het hydrofiele
gedeelte bij elkaar blijft en dat deze geen contact met
elkaar maken.
De hoofdjes zullen altijd in contact staan met de waterige
oplossing want deze zijn hydrofiel, waterlievend. Elk
contact met de staartjes en water is energetisch ongunstig
en wordt vermeden.
Variabiliteit van biomembranen
Rond bepaalde structuren van zenuwen, zoals
axonen gaat de fosfolipiden dubbel laag
verschillende keren winkelen rondom een andere
3 cel. Dit noemt men bij axonen de myeline schede.
, Exoplasmatische en cytosolische zijde
Mitochondriën zijn organellen met een dubbel
membraan. Voor het benoemen van het membraan
kijken we eerst naar het buitenste membraan, dit is de
cytosolische zijde. De vloeistof die zich bevindt tussen de
twee membranen is dus een exoplasmatische vloeistof.
De membranen die in contact staan met de vloeistof
tussen de twee membranen in zijn dus de
exoplasmatische zijde.
Elk biomembraan in een cel heeft twee zijden die men specifiek kan
benoemen als exoplasmatisch of cytosolische zijde.
Membranen die zich rondom een organel bevinden; de zijde naar het cytosol
noemen we cytosolische zijde en de zijde die in contact staat met het lumen
van het organel noemen we de exoplasmatische zijde.
Dit is belangrijk voor transport van vesikels en eiwitten. Want een
eiwit blijft niet altijd in hetzelfde membraan, het kan bijvoorbeeld
gaan van een plasmamembraan naar een lysosoom. Hetzelfde met
membranen zelf. Ze kunnen met elkaar versmelten en van elkaar
losgekoppeld worden, maar de cytosolische zijde blijft cytosolisch en
de exoplasmatische zijde blijft exoplasmatisch.
Dit kunnen we bijvoorbeeld illustreren door
het proces van endo- en exosytose.
We hebben hier een eiwit met een
cytosolische zijde, een transmembranair
gedeelte en een exoplasmatische zijde.
Wanneer dat met een membraan versmelt
blijft het exoplasmatische gedeelte
4 exoplasmatisch. Het gedeelte van het eiwit
dat in het cytosol zit, blijft in het cytosol.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lunatruyen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.26. You're not tied to anything after your purchase.