Aardrijkskunde
Zuid-Amerika H2 en H3
Hoofdstuk 2
2.1: Migranten in een nieuw continent
Zuid-Amerika heeft plekken met een hele hoge bevolkingsdichtheid en een lage
bevolkingsdichtheid. De verschillen hiertussen zijn groot. De spreiding en groei van de
bevolking komt door geboorteoverschotten en migratie. De migratie is in tijdperken op te
delen:
- Prekoloniale tijd
Vermoedelijk vanuit Azië, vanaf Noord-Amerika steeds meer naar zuiden getrokken.
Op zoek naar voedselbronnen en mogelijkheden voor landbouw. Boeren legden
terrassen aan.
- Koloniale tijd
1492 ontdekking Amerika. Spanje kreeg groot deel Zuid-Amerika, Portugal kreeg
Brazilië. Veel oogst van rietsuiker in Brazilië, slaven werden ingezet. Inheemse
bevolking nam af door ziektes vanuit Europa. Ook leefden er groepen nomaden met
zwerflandbouw, shifting cultivation.
- Postkoloniale tijd
1830: Alle Zuid-Amerikaanse landen onafhankelijk. Goedkoper en sneller vervoer
steeds makkelijker. De immigratie werd gestimuleerd. Veel mensen gingen naar
Brazilië, om de koffieteelt.
- Moderne tijd
Na 1945 meer politieke onrust en onderdrukking. Veel mensen gingen naar Europa
en de V.S. Er is nu meer migratie tussen de landen onderling in Zuid-Amerika en niet
van buitenaf.
- Binnenlandse migratie na 1960
Bevolking verspreid zich naar het binnenland. Dit heeft te maken met de
bevolkingsdruk in de grote agglomeraties (werkloosheid, criminaliteit etc.). Veel
mensen gaan naar kleinere steden.
Ook natuurlijke bevolkingsgroei heeft bijgedragen aan de bevolkingsgroei. Rond 1900 lagen
de geboorte- en sterftecijfers nog erg hoog en dat daalt steeds meer. Zuid-Amerika zit nu in
fase 4 van het demografisch transitie model. Ook de demografische druk neemt steeds meer
toe. Ook de levensverwachting in het gebied wordt steeds hoger.
Door toenemende anticonceptie werd gezinsplanning mogelijk. Arme vrouwen/meiden
hebben vaak geen anticonceptie en raken alsnog op jonge leeftijd zwanger.
2.2: Armoede en welvaart
Qua welvaart en welzijn neemt Zuid-Amerika een middenpositie in de wereld in. Er zijn heel
veel mensen die niet of nauwelijks kunnen rondkomen. Er werken nog veel mensen in de
landbouw, maar toch is er een proces van deagrarisatie bezig, dit is een proces waarbij het
, belang van de landbouw in de werkgelegenheid en als bijdrage van het bbp afneemt. Dit
komt door mechanisatie.
De toenemende welvaart en de verstedelijking gaan samen met industrialisatie en
tertiairisering. Hoe armer een land, hoe meer mensen in de informele sector. Dit wordt niet
officieel meegerekend.
De Zuid-Amerikaanse landen hebben een duale economie: een economie met een modern
ontwikkeld deel en een traditioneel achtergebleven deel. Dit is ook terug te zien in de
ongelijke verdeling van de inkomens. De Gini-Index ligt hoog. De lorenzcurve maakte hier
dus een grote boog.
Landbouw:
- De tropische gebieden in Zuid-Amerika leveren allerlei noten en vruchten. Cassave
en bonen zijn belangrijke foodscrops (voedselgewassen). Cashcrops zijn gewassen
die verbouwd worden met de bedoeling ze te verhandelen en daarna te verwerken
tot producten.
- In de gematigde zone verbouwen ze handelsgewassen zoals mais en sojabonen. Ook
is de extensieve vleesveeteelt hier belangrijk.
Soorten landbouwbedrijven:
- Grote, gemechaniseerde landbouwbedrijven. Kapitaalintensief en gericht op 1
gewas. Ze nemen alle stappen bij de verwerking van de gewassen op hun rekening
en zijn erg vernieuwend. Ook grote, moderne veehouderijbedrijven horen hierbij.
- Middelgrote landbouwbedrijven. Gericht op akkerbouw en veeteelt.
- Kleine bedrijven. Zwerflandbouw door arme boeren.
Het grondbezit is heel ongelijk verdeeld (grondbezitverhoudingen). Dit is een gevolg van de
koloniale tijd. De bedrijven die grote stukken grond in bezit hebben noem je latifundia.
Grond is een belangrijk statussymbool. Minifundios zijn kleine bedrijfjes die gericht zijn op
de zelfvoorzienende veeteelt. Door deze ongelijke verdeling werd de ontwikkeling van de
landbouw belemmert. Door de modernisering werd de ongelijkheid eigenlijk nog schever.
Om deze ongelijke verdeling te verminderen kwamen er hervormingsbewegingen in actie.
Het effect hiervan was klein. De mijnbouw zorgt wel voor veel opbrengsten in Zuid-Amerika.
Het levert alleen niet veel arbeid op, omdat deze bedrijven in handen zijn van buitenlandse
bedrijven.
Pas na de crisis van de jaren dertig kwam de industriële ontwikkeling in Zuid-Amerika op
gang. De open economie werd vervangen door importsubstitutie om minder kwetsbaar te
zijn voor prijsschommelingen op de wereldmarkt. Er zijn veel overheidsbedrijven en er is
veel corruptie.
2.3: Wie trekt er aan de touwtjes?
13e eeuw:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LarissaWoortman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.81. You're not tied to anything after your purchase.