,Opdracht 1: Interventiepiramide
1. Leg in eigen woorden uit wat er bedoeld wordt met ‘responsieve regulering’, gebruik hiervoor
het artikel van Van de Bunt e.a. (2007) en verwijs daar ook naar. Let op: dit is een kernbegrip
binnen het vak Interventiestrategie, dus beschrijf de verschillende aspecten van de theorie in
ongeveer 350-500 woorden. Geef eventueel je eigen voorbeelden.
Het begrip ‘repsonsive regulation’ betekend in het Nederlands responsieve regulatie. Responsieve
regulatie betekend de wijze waarop wordt gereageerd op regelovertredingen. De wijze waarop
gereageerd wordt moet volgens deze theorie afgestemd zijn op de houding en de beweegredenen
van de regelovertreder (Van de Bunt e.a., 2007, p. 2). Deze theorie is bedacht door de Australische
criminoloog John Braithwaite.
De interventiepiramide vloeit voort uit de principes van deze theorie. In feite bestaat de
interventiepiramide uit interventies die opgeschaald kunnen worden van ‘lichte’ naar ‘zware’
interventies. Dit wordt in het artikel van Van de Bunt e.a. (2007, p. 3) escalatie van interventies
genoemd. In het artikel wordt duidelijk gemaakt dat er niet alleen gestraft moet worden in de
interventiepiramides, maar dat ook belonen erg effectief kan zijn, en soms zelfs effectiever dan
straffen.
Een belangrijk onderdeel omschrijven Van de Bunt e.a. (2007, pp. 5-6) als volgt: een belangrijk
principe van responsieve regulatie is de mogelijkheid tot opschaling en maatwerk. Met maatwerk
bedoelen de schrijvers eerst praten en informeren en als dat onvoldoende effect heeft pas straffen.
Een bekende uitspraak die hier bij aansluit is zacht waar het kan en hard waar het moet.
Voor handhavers is het handig dat ze ‘zware’ interventies kunnen toepassen als de situatie daar om
vraagt en dat weten de organisaties vaak. Hierdoor kunnen de handhavers dreigen met de sancties
wat de organisaties wellicht af kan schrikken. Een principe dat hier op aansluit is de tit-for-that-
strategie. Van de Bunt e.a. (2007, p. 4) geven aan dat de organisaties weten wat mogelijke sancties
zijn en dat de sancties worden bepaald door de regelovertredingen van de organisaties. In feite
bepalen de organisaties dus zelf welke interventies genomen zullen worden tegen hen.
Toch zijn er niet alleen positieve kanten aan responsieve regulatie. In theorie is dit een heel sterke
methode van handhaving, maar in praktijk zijn er wel wat kanttekeningen te plaatsen volgens Van de
Bunt e.a. (2007, pp. 9-12). Drie problemen die in de praktijk spelen bij responsieve regulatie zijn: (1)
beperkte kennis van handhavers/toezichthouders, (2) gebrekkige escalatie van sancties en (3) de
eigen agenda van handhavers/toezichthouders.
Na het lezen van het artikel van Van de Bunt e.a. (2007) zou je kunnen denken dat wij de theorie van
responsieve regulatie moeten laten vallen, maar dat is dan toch niet de juiste conclusie volgens mij.
Ik denk namelijk dat we in Nederland vast moeten blijven houden aan de principes uit deze theorie,
omdat deze principes aansluiten op mijn ideale vorm van handhaving. Toch zou er in de toekomt
meer onderzoek gedaan moeten worden in deze theorie, zodat de problemen omtrent responsieve
regulatie aangepakt kunnen worden.
3
, 2. Leg uit wat er met de volgende uitspraak bedoeld wordt en geef je eigen voorbeeld:
“Regulatory agencies will be able to speak more softly when they are carrying big sticks”
(Ayres & Braithwaite 1992, blz.19 geciteerd door Van de Bunt e.a. 2007, blz.389)
Als de organisaties weten dat handhavers zware interventies tegen hen in kan zetten wanneer
overtredingen gemaakt worden zullen de organisaties afgeschrikt worden. Hierdoor kunnen de
handhavers de organisaties eerst door middel van overleg en overreding proberen te overtuigen in
de richting van regelnaleving. Doordat de handhavers een stok achter de deur hebben met de zware
interventies is de kans volgens deze theorie groot dat de organisaties zullen gehoorzamen.
De handhavers kunnen door de escalatie van sancties een tit-for-that-strategie volgen, waarin de
overtredende organisatie dus als het ware zelf bepaald wat de straf wordt omdat de straffen van
tevoren al vast staan. Uiteindelijk is deze uitspraak alleen kloppend als de organisaties echt
afgeschrikt worden.
Een voorbeeld van deze uitspraak in de praktijk is het natrappen van een speler met voetbal. Iedere
voetballer weet dat de scheidsrechter bij natrappen rood moet geven. Omdat dit ondertussen
algemeen bekend is, doet bijna niemand dit. De rode kaart is een zware interventie en eigenlijk de
ultimum remedium gezien vanuit de interventiepiramide.
3. a) Beschrijf de drie redenen waarom de toepassing van de handhavingspiramide/
interventiepiramide volgens Van de Bunt e.a. (2007) problematisch blijkt te zijn in de praktijk.
(1) Kennis van de toezichthouders
Volgens de schrijvers van dit artikel is het nodig dat de handhavers voldoende kennis hebben van de
individuele organisaties. Alleen met voldoende kennis van de organisaties kan escalatie van sancties
worden uitgevoerd. Wanneer de handhavers weinig kennis over de individuele organisaties kan de
interventiepiramide niet gehanteerd worden. Vaak vinden de controles ook maar één keer plaats,
waardoor niet gekeken wordt of de organisaties zich verbeterd hebben (Van de Bunt e.a., 2007, p. 9).
(2) Escalatie van sancties
Om escalatie van sancties te laten werken is het een vereiste dat bestuurlijke- en strafrechtelijke
handhaving goed samenwerken. In praktijk is deze samenwerking en afstemming onvoldoende.
Hierdoor zijn de sancties vaak niet passend of dubbelop. De bestuurlijke- en strafrechtelijke trajecten
worden door Van de Bunt e.a. (2007, p. 10) zelfs gescheiden werelden genoemd.
(3) Eigen agenda van handhavers
In de van de interventiepiramide wordt ervan uitgegaan dat toezichthouders er op gericht zijn om
bedrijven de regels na te laten leven. In theorie is dit kloppend, maar in de praktijk blijkt dit volgens
Van der Bunt e.a. (2007, pp. 11-12) lang niet altijd op te gaan. In eerste plaats zijn handhavers gericht
op aanpakken van daders en in de tweede plaats de organisaties de regels laten naleven. De
prioriteit ligt dus op de verkeerde doelen en daardoor is er van responsieve regulatie weinig sprake.
b) Geef je eigen praktijkvoorbeeld bij elke reden.
(1) Kennis van de toezichthouders
Wanneer een toezichthouder bij een organisatie belastingontduiking aantreft worden gelijk
vergaande sancties genomen, omdat het niet mogelijk is voldoende kennis op te doen van de
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller IntegraleVeiligheidskunde123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.87. You're not tied to anything after your purchase.