College aantekeningen psychotherapeutische stromingen - Universiteit van Amsterdam - premaster (forensische-) orthopedagogiek
16 views 1 purchase
Course
Psychotherapeutische stromingen (7082S321DY)
Institution
Universiteit Van Amsterdam (UvA)
Dit zijn college aantekeningen behorend bij het vak psychotherapeutische stromingen. Dit vak is een driepunts vak en wordt gegeven tijdens de premaster (forensische-) orthopedagogiek en bachelor pedagogische wetenschappen.
De colleges werden gegeven via ZOOM door verschillende (gast-) docenten.
,Hoorcollege 1 psychotherapeutische stromingen
Introductie cursus
Doel van de cusus: Tijdens deze cursus krijg je uitleg over verschillende psychotherapeutische
stromingen. De kennis die je tijdens deze cursus opdoet kun je als gedachtegoed meenemen als je
later aan het werk gaat. Ook zie je in heel veel van de geprotocolleerde interventies ideeën
terugkomen die je tijdens deze cursus geleerd hebt.
Voor elke stroming geld dat je hier al theorie over gehad hebt, maar het is wel een goed fundament
en interessant om te bedenken dat er aan elk van die theorieën een mensbeeld ten grondslag ligt.
Zo heeft Freud bijvoorbeeld nogal een negatief mensbeeld, welke wordt gedreven door de dood en
seksuele driften. Dit gebeurt echter onbewust. Rocher zegt daarentegen dat je de mens zichzelf moet
laten ontplooien waardoor hij vanzelf tot wasdom komt. Dit is weer een heel positief mensbeeld.
Het is goed om te beseffen dat er echt een verschillende filosofie ten grondslag ligt aan elke theorie
en zo heb je als je later gaat behandelen vanuit een bepaalde filosofie een bepaald mensbeeld. Dit
komt tot uiting in hoe jij therapie zal geven en het doel van deze cursus is dat je een beetje gaat zien
wat de rode lijn daartussen is tussen de filosofie de theorie en de therapie die daaruit voortvloeit.
Deze cursus bestaat uit twee hoorcolleges per week, 1 werkgroep per week en 5 optionele extra
opdrachten per week waarmee je bonuspunten kunt verdienen.
Gedragstherapie
Gedragstherapie is de meest onderzochte stroming.
Om de stof te verlevendigen is er een casus gebruikt tijdens het college: Joshua is een jongen op de
basisschool. Hij gaat echter eigenlijk bijna niet meer naar school. Zodra hij ‘s ochtends wakker wordt
begint hij te klagen over buikpijn. Hij gaat nog wel aan het ontbijt zitten, maar dan zegt hij tegen zijn
moeder: ‘Ik voel me niet lekker’. Zijn moeder heeft zelf enorm last gehad van haar nogal dominante
vader die haar enorm gepusht heeft om te presteren. Vervolgens heeft zij altijd gedacht dat zij dit
haar kind niet ging aandoen als hij zich niet lekker voelt of als hij niet wil. Hij is goed zoals hij is. Als
haar kind niet lekker is kan hij gewoon thuisblijven en dan kan hij daar gewoon ontspannen, het
belangrijkste is namelijk dat hij zich goed voelt. Joshua gaat echter nu steeds minder naar school.
Wanneer moeder zegt: ‘ja en nu ******** ga je toch naar school’ en hem vervolgens achterop de
fiets zet dan krijg Joshua echt buikpijn en gaat hij echt huilen. Hij heeft zelfs een keer overgegeven
vlak voor het schoolplein waarop moeder bevestigd ziet dat er echt iets met Joshua aan de hand is,
daarom neemt ze hem ook regelmatig mee naar de huisarts, echter komt er nooit iets uit deze
onderzoeken. De huisarts heeft Joshua daarom aangemeld bij de orthopedagoog voor onderzoek.
Tijdens het college wordt er gebruik gemaakt van een raamwerk: dus we beginnen met kijken naar
de theorie die gaat over hoe probleemgedrag of klachten ontstaan. Vervolgens wordt er gekeken
naar het mensbeeld achter deze theorie.
De behavioristen hebben geprobeerd het gedrag van mensen en dieren te verklaren.
Ze hadden een stimulus bijvoorbeeld een hendeltje waarop een rat moest drukken waarna hij eten
kreeg. Voor de rat was het eten een beloning, waardoor hij vaker op de hendel ging drukken. Ook
ons hele leven is 1 grote aaneenschakeling van stimuli en responsen en meer hoef je volgens de
gedragstherapeutische stroming ook niet te bestuderen om te begrijpen waarom iemand bepaald
gedrag vertoont.
1
, 3 grondleggers van het behaviorisme:
Watson > al het gedrag is aangeleerd. De baby (Albert) gaat huilen doordat het zien van de witte rat
gepaard ging met een hard geluid, waardoor er angst bij de baby ontstond. Vervolgens werd de baby
bang als hij enkel de witte rat zag of een ander wit dier.
Als er sprake is van een extreme reactie op een schijnbaar neutrale stimulus kun je dus denken: hé
welke leergeschiedenis zit hierachter? Een leergeschiedenis kan ook generaliseren. Dat zag je bij
Albert doordat hij niet alleen bang was voor witte ratten, maar ook voor witte konijnen.
Interessant is dat het niet altijd overal naar generaliseert. Sommige mensen met fobieën zijn in
bijvoorbeeld in bepaalde contexten erg bang, maar in een bepaalde voor hen veilige ruimtes
helemaal niet.
Vraag: Hoe zou je deze theorie kunnen toepassen om te verklaren wat er met Joshua aan de hand is?
Eigenlijk weten we dit niet op basis van de casus, aangezien deze niet volledig is, maar probeer eens
voor jezelf te bedenken wat er aan de hand zou kunnen zijn met Joshua. Waarom zegt hij dat hij
buikpijn heeft en wat voor leergeschiedenis zit daar achter?
Antwoord: de eerste vraag om te bedenken is: wanneer treedt die buikpijn op en wanneer zegt hij
dat hij dat heeft? Joshua krijgt buikpijn zodra hij beseft dat hij naar school moet. Er is dus sprake van
geconditioneerde angst. Je zou kunnen bedenken dat Joshua vervelende dingen op school heeft
meegemaakt (pesten, uitlachen, boze meester). Dat er zo een aantal negatieve ervaringen
opgehoopt zijn waardoor Joshua heel erg angstig is geworden voor school. Het is zelfs mogelijk dat
Joshua deze angst generaliseerd naar sportactiviteiten of feestjes of andere dingen waaraan
klasgenoten of onbekende kinderen deelnemen, omdat hij bijvoorbeeld bang is om uitgelachen te
worden. De angst hoeft niet altijd optreden. Als Joshua bijvoorbeeld met neefjes weg is tijdens een
familie uitje kan het zijn dat hij niet bang is omdat deze kinderen vertrouwt zijn en hij het uitje nooit
heeft geassocieerd met triggers die angst oproepen. In de praktijk is het vinden van een oorzaak voor
de irrationele angst vaak moeilijker.
Discriminatie van een stimulus = een bepaalde respons die vooraf wordt gegaan door een
aanleiding. Een kind wordt bijvoorbeeld bang van witte harige dierenzwarte , maar niet van zwarte
dieren.
Operante conditionering van Skinner
Skinner begon rond 1930 om te kijken hoe beloningen gedrag kon veranderen. Zo ontwikkelde
Skinner de Skinnerbox.
Vraag: Waarom gaat een rat likken of drukken op de hendel? Antwoord: De rat wordt ervoor
beloond met voer dus gaat drukken.
positieve beloning = Als je iets krijgt dat belonend werkt
negatieve beloning = je vindt het fijn. Negatief betekent dat het weggaat. Wat je bijvoorbeeld ziet
met die ratjes is dat ze een heel rot geluid horen en dat op het moment dat de rat drukt op zo'n
knopje het geluid steeds zachter wordt. Bij een negatieve boning wordt je dus beloond doordat iets
vervelends weggaat.
Positieve straf = voorbeeld: de raten die zijn redelijk vaak onder stroom gezet. Hierdoor hebben ze
afgeleerd op de hendel te drukken. Deze vorm van straf wordt niet vaak toegepast op kinderen.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller TGDSLD. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.19. You're not tied to anything after your purchase.