100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Kosten en Kostprijs - Basisboek Bedrijfseconomie $8.67   Add to cart

Summary

Samenvatting Kosten en Kostprijs - Basisboek Bedrijfseconomie

 29 views  4 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

In deze samenvatting komen hoofdstuk 11 t/m 14 aan bod. Dit zijn alle hoofdstukken die je voor het vak Kosten & Kostprijs moet kennen.

Preview 2 out of 15  pages

  • No
  • Hoofdstuk 11 t/m 14
  • June 18, 2021
  • 15
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 11: Kostenstructuur
§1. Vaste en variabele kosten
Vaste kosten/constante kosten: kosten die onafhankelijk zijn van de productieomvang (ook
wel capaciteitskosten genoemd). De constante kosten per eenheid dalen als de
productieomvang toeneemt  vaste kosten per maand bijvoorbeeld
Variabele kosten: kosten die afhankelijk zijn van de productieomvang  kosten per
machine-uur bijvoorbeeld. Er zijn 4 soorten variabele kosten (zie blz. 254 voor grafieken):
- Proportioneel variabele kosten  kosten die recht evenredig variëren met de
productieomvang. De variabele kosten per eenheid blijven gelijk.
- Degressief variabele kosten  kosten die in verhouding tot de productieomvang
minder sterk toenemen. Hoe hoger de productieomvang, hoe kleiner de variabele
kosten. De variabele kosten per eenheid dalen dus.
- Progressief variabele kosten  kosten die in verhouding tot de productieomvang
sterker toenemen. Hoe hoger de productieomvang, hoe groter de variabele kosten.
De variabele kosten per eenheid stijgen dus.
- Trapsgewijs variabele kosten  kosten die in een beperkt productie-interval vast
staan en boven dat interval stijgen naar een nieuw niveau. Bij een productie tussen
de 0 en 4000 zijn de kosten bijvoorbeeld 1500 euro.
Afschrijvingskosten zijn jaarlijkse kosten door waardevermindering, deze kunnen vast zijn
maar ook variabel.
Relevant productie-interval: de mogelijke productieomvang voor de komende periode, die
bepaald wordt door de op korte termijn geldende capaciteitsgrenzen.
Kostenfunctie  Totale kosten = Totale constante kosten + Totale variabele kosten
Gemengde kosten: kosten die gedeeltelijk vast en gedeeltelijk variabel zijn. Bijvoorbeeld
energiekosten.
Hoog-laagmethode: methode die de proportioneel variabele kosten afleidt uit de hoogte van
de kosten bij de laagste en bij de hoogste productieomvang in een bepaalde periode.


§2. Break-evenanalyse
Break-evenpunt = de afzet of omzet waarbij de totale opbrengst gelijk is aan de totale
kosten, waardoor de onderneming geen verlies maar ook geen winst maakt.
Break-evenanalyse = het onderzoek naar de relatie tussen omzet, totale kosten en winst met
de productieomvang/afzet en het bepalen van het break-evenpunt.
Dekkingsbijdrage = omzet – variabele kosten  dit bedrag is beschikbaar ter dekking van de
vaste kosten. Bij de break-evenafzet is de totale dekkingsbijdrage precies groot genoeg om
de totale vaste kosten te dekken. % = dekkingsbijdrage/verkoopprijs x 100%
Dekkingsbijdrage  bij elke euro omzet maak je €…… winst.

, Totale opbrengst  TO = P x q = verkoopprijs x afzet
Totale kosten  TK = TCK + (GVK x q) = totale constante kosten + afzet x variabele kosten
per eenheid
Voor de break-evenafzet geldt:
Totale opbrengst = totale kosten
Vaste kosten
afzet =
verkoopprijs−variabele kosten per eenheid
Aflossing is geen kosten!! Omzetprovisie zijn variabele kosten!!
Deze drie uitgangspunten dienen voldaan te worden voor het uitvoeren van een break-
evenanalyse:
1. Lineariteit van kosten en opbrengsten  er is sprake van een vaste verkoopprijs en
proportioneel variabele kosten
2. Eén soort product
3. Productie = afzet  er zijn dus geen voorraden

Veiligheidsmarge = het percentage waarmee de afzet (of omzet) maximaal mag afnemen om
niet onder het break-evenniveau te komen.
Huidigeafzet −Break evenafzet
Veiligheidsmarge=
Huidige afzet


§3. De hefboomwerking van de kostenstructuur
Profit-volumechart = grafiek die het verband laat zien tussen de hoogte van de afzet
(bedrijfsdrukte) en de hoogte van de winst in een periode.
De winstlijn begint bij een verlies ter grootte van de vaste kosten  want bij geen afzet zijn
er geen variabele kosten, maar wel vaste kosten.
De helling van de winstlijn wordt bepaald door de dekkingsbijdrage per eenheid. Door de
automatisering neemt het aandeel van de variabele kosten in de totale kosten af en het
aandeel van de vaste kosten toe. Hierdoor wordt de dekkingsgraad per eenheid groter en de
winstlijn steiler  hoe steiler de winstlijn, hoe groter de invloed van een afzetverandering
op de winst en hoe risicovoller de onderneming.
Hefboomwerking van de kostenstructuur = de mate waarin de winst varieert als gevolg van
veranderingen in de afzet. Hoe hoger het aandeel van de vaste kosten in de totale kosten,
hoe sterker de hefboomwerking en hoe steiler de winstlijn.
Bij overschakeling op een andere techniek is er een oude en nieuwe winstlijn. Het punt waar
deze lijnen elkaar kruisen is het indifferentiepunt  de productieomvang/afzet waarbij de
kosten (en winst) van beide productietechnieken gelijk zijn en het niet uitmaakt welke
productietechniek gebruikt wordt.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elsbethrondaan. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.67. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77858 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.67  4x  sold
  • (0)
  Add to cart