Anatomie en Fysiologie samenvatting hoofdstuk 5 en 6
12 views 0 purchase
Course
Anatomie
Level
VMBO
Book
Anatomie en fysiologie voor het MBO
In dit document is door middel van tabellen, plaatjes en tekst hoofdstuk 5 en 6 samengevat van het boek anatomie en fysiologie. Ik zit in mijn eerste jaar van apothekersassistente en heb daarom deze samenvatting geschreven.
5.1
Ademhalingsstelsel (tractus respiratorius) is nodig om gassen uit te wisselen tussen de
longen en de buitenlucht. De rechterlong bestaat uit drie kwabben, en de linkerlong uit twee
kwabben, omdat het hart de rest van de ruimte inneemt.
Het ademhalingsstelsel kan verdeeld worden in de onderste en
bovenste luchtwegen. De stembanden zijn de grens tussen boven
en onder. Bovenste luchtwegen:
● Neusholte
● Mondholte
● Keelholte (farynx)
● Strottenhoofd (larynx)
Onderste luchtwegen:
● Luchtpijp (trachea)
● Luchtwegvertakkingen
○ Linker en rechter hoofdaftakking (hoofdbronchi).
De plek waar de luchtpijp overgaat in de hoofdbronchi heet bifurcatie. Deze
bevindt zich in de borstkas, maar buiten de longen.
○ De kleinere aftakkingen (bronchi en bronchioli)
● Longblaasjes (alveoli)
Zie afbeelding 5.1
De pleuraholte is gevuld met een beetje vocht. Tussen de longvliezen zit geen lucht, er is
vacuüm. Hierdoor kunnen de pleurabladen (de longvlies en borstvlies) wel langs elkaar
glijden, maar niet van elkaar afgetrokken worden. Als er lucht komt in de pleuraholte, en de
longen dus beschadigd zijn, ontstaat er een klaplong.
Het middenrif (diafragma) is een spier die de borstkas van de buikholte scheidt. Het
middelste deel van het middenrif ligt horizontaal. Aan de buitenzijde loopt het middenrif
steeds steiler naar beneden richting de buik. De longen lopen niet zo diep mee met het
middenrif. Hierdoor komt het borstvlies tegen zichzelf aan te liggen in een plooi: de sinus
pleura. Longhilus = de plaats waar de hoofdbronchi, bloedvaten, lymfevaten en zenuwen de
longen binnen komen. Op die plek gaat het longvlies over in het
borstvlies.
5.2 De onderste luchtwegen
Het eerste deel van de onderste luchtwegen bestaat uit één holle buis: de
luchtpijp (trachea). Het einde van de vertakkingen komt uit op een
longblaasje (alveolus). Een volwassen mens heeft een miljoen
longblaasjes.
De luchtpijp ligt voor de slokdarm. De luchtpijp bevat 15 tot 20
hoefijzervormige ringen van kraakbeen. Deze zorgen voor versteviging.
De achterzijde van de luchtpijp bevat geen kraakbeen maar elastisch
bindweefsel en glad spierweefsel. Hierdoor ontstaat meer bewegingsvrijheid voor de
slokdarm.
Zie afbeelding 5.3
De splitsing van de luchtpijp zit net boven het hart, achter de lichaamsslagader (aorta) en
andere grote bloedvaten. De plek waar een hoofdbronchus de long binnentreedt wordt de
longhilus genoemd. De binnenkant van de luchtpijp en de hoofdbronchi wordt bedekt met
slijmvlies met trilhaartjes, cellen die slijm produceren en kliertjes die vocht afscheiden. Door
het wegvangen van stof, vuil en ziekteverwekkers voorkomt deze laag verontreiniging van de
luchtwegen.
, De rechter en linker hoofdbronchus zijn niet symmetrisch:
● De linker loopt meer horizontaal en staat hierdoor in een scherpere hoek met de
luchtpijp
● De rechter loopt relatief schuin naar beneden en staat hierdoor in een minder
scherpe hoek met de luchtpijp
Door dit verschil komt voedsel eerder in de rechterlong dan in de linker.
In de longen splitsen de hoofdbronchi zich op in
kleinere vertakkingen: één voor elke longkwab/
lob. De vertakkingen naar elke longkwab worden
daarom lobulaire bronchi of secundaire bronchi
genoemd. Het aantal lobulaire bronchi verschilt
per long. De rechter hoofdbronchus splitst zich in
drie lobulaire bronchi en de linker in twee. De
lobulaire bronchi vertakken zich verder in
segmentale bronchi, die ook wel tertiaire bronchi
worden genoemd. Deze vertakken zich ook weer
en monden uit in de bronchioli. Hoe kleiner de
vertakkingen, hoe minder kraakbeen ze bevatten
en hoe meer spierweefsel.
De kleinste vertakkingen (terminale bronchioli) monden uit in longtrechtertjes die tientallen
ballonachtige zakjes omvatten: longblaasjes. Deze hebben een zeer dunne wand. Rondom de
longblaasjes ligt een dicht netwerk van heel dunne bloedvaatjes: alveolaire haarvaatjes
(capillairen). Ook deze hebben een erg dunne wand. Hierdoor kunnen gassen als zuurstof en
koolstofdioxide gemakkelijk worden uitgewisseld tussen de ingeademde lucht en het bloed.
Dit vind plaats in de terminale bronchioli en de longblaasjes.
Het grootste deel van de borstholte wordt gevuld door longen. De longtoppen (apex
pulmonalis) bevinden zich achter de sleutelbenen (claviculae). De onderkant van de longen
(longbasis) rust op het middenrif. De voor en achterzijde van de longen liggen tegen de
binnenzijde van de borstkaswand. In het midden van de borstholte ligt het mediastinum, dit
is een ruimte waarin zich onder andere het hart, bloedvaten en de slokdarm bevinden. De
longen loggen tegen het mediastinum aan.
5.3 De bovenste luchtwegen
De bovenste luchtwegen verbinden de buitenwereld met de onderste luchtwegen. Ze zorgen
voor optimalisatie van de ingeademde lucht door:
● Opwarming
● Bevochtiging
● Zuivering (afweer tegen stof en vuil)
Het optimaliseren van de ingeademde lucht is vooral
belangrijk voor de onderste luchtwegen. Deze worden
zo beschermt tegen afkoeling en uitdroging. Andere
functies van de bovenste luchtwegen:
● Slikken
● Vormen van de stem
De bovenste luchtwegen bevatten speciaal weefsel met
trilhaartjes, slijmbekercellen (cellen die slijm
aanmaken) en afweercellen.
De neusholte is een diepe met lucht gevulde ruimte.
De neusholte ligt boven het harde gehemelte en loopt
door tot achter de oogkassen. De bovenwanden en
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romyvanwaes. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.32. You're not tied to anything after your purchase.