Aantekeningen voor het vak Geschiedenis van het Privaatrecht dat wordt gegeven voor studenten in het 2e en 3e jaar van Notarieel Recht, en in de derde van Rechtsgeleerdheid als keuzevak.
Aantekeningen Hoorcolleges Geschiedenis van het Privaatrecht
Hoorcollege 1
Let op bij eigendomsoverdracht, goed kijken naar de vereisten en regeling van derdenbescherming
bij verkrijging door bob bij Frans, Duits en Engels recht.
Veel codificaties van Europese wetboeken gaan terug op ‘Iuris Civilis’ van keizer Justianius. Het ‘Iuris
Civilis’ is de kern van het Europese recht want het Romeinse recht heeft doorgewerkt.
Centraal in de cursus staan:
I Welke doorwerking van het Romeinse recht is er geweest?
II Hoe komt het dat er verschillen zijn in de verschillende Europese rechtsstelsel?
Duidings- en meningsverschillen in de verschillende landen.
Rechtsvergelijkend onderwijs met als uitgangspunt het Romeinse recht worden het Franse
rechtsstelsel, Duitse rechtsstelsel en het Engelse rechtsstelsel (de common law) vergeleken.
Twee rechtssystemen
Het Engelse recht is niet onder het juk van het Romeinse recht ontstaan. Er is dus sprake van twee
systemen:
- Het continentale stelsel: Frans en Duits
- De common law: Anglo-Amerikaans (Engels)
Verspreiding van Romeins recht
Op de universiteit in Bologne werd het Romeins recht onderwezen. Zo kwam er een herbeleving van
het Romeinse recht. De universiteit heeft voor een verspreiding van het Romeinse recht gezorgd. In
de praktijk gold niet het Romeinse recht maar het Germaanse gewoonterecht. Dit gewoonterecht
werd aangevuld door Romeins recht. Voor Justianius werd het vanzelfsprekende niet vastgelegd,
sprake van weinig wettenleer. Bij Justianus’ codificatie een wetboek centraal. Toen verviel het
wetboek met Romeins recht en kwam het Germaanse gewoonterecht op. Tegenwoordig heeft het
wetboek weer een monopolie.
Toendertijd alleen positief recht voor niet vanzelfsprekende dingen. Wat rede voorschrijft is het
gemene recht dat niet vastgelegd hoefde te worden. Het Germaanse gewoonterecht was dus geen
wettenrecht. Het redelijke recht was het Romeinse recht en gewoonterecht werd vastgelegd en
aangevuld door gemene recht (ius commune = Romeins recht).
In Engeland geen geleerd recht aan universiteit, geen herbeleving van het Romeins recht en dus
ontstaan van recht dat niet onder het juk van Romeins recht ontstond.
Codificaties
Bij de nieuwe staten zoals wij die nu kennen werd het recht gecodificeerd. Deze codificaties werd in
nationale taal geschreven. Er ontstond een nationale juridische cultuur, een nationaal
privaatrechtelijke eenheid. Nationale grondslag. Juridische wetenschap op nationaal niveau in plaats
van internationaal niveau. In de codificaties werden gewoonterechten afgeschaft of uitsluitend
benoemd. Concurrenten werden uitgeschakeld (leenrecht). Codificaties daarom het hoogtepunt van
het Romeinse recht.
,Oorsprong materiële privaatrecht
Het materiële privaatrecht vind zijn oorsprong in het procesrecht. Het gehele materiële privaatrecht
kan namelijk aan de had van de Romeins rechtelijke ‘revindicatie’ worden uitgelegd. Het klassiek
Romeinse recht was een actiënrecht. De eiser moest de actie op de juiste wijze formuleren. Dit
actiënrecht geldt nog steeds in de common law en ons moderne strafrecht (nl. bij foute eis wordt
verdachte vrijgesproken). Er waren in het actiënrecht twee soorten rechtsvorderingen:
I In rem (tegen een zaak), indien men een recht op de zaak meent te hebben
II In personam (tegen een persoon)
Het onderscheid in goederen- en verbintenissenrecht is hier uit voortgevloeid.
In deze cursus alleen het goederenrecht. In de hoorcolleges 2,5 week over onderscheid bezit en
eigendom en 2,5 week over eigendomsoverdracht. In de werkgroepen beperkte zekerheidsrechten.
Zakelijk rechten
De zakelijke rechten in Romeins recht: rei vindicatio (eigendom), actio confessoria (vruchtgebruik,
erfdienstbaarheid), actio vectigalis (erfpacht), actio serviana (pand & hypotheek).
Sprake van beperkte rechten omdat ze minder zijn dan het eigendom. Ze rusten op andermans zaak
(iura in re aliena).
Vier kenmerken van een ius in re / zakelijke rechten
I Zaaksgevolg
Oftewel absolute werking of derdenwerking.
Ondanks bestaan van het beperkte recht blijft de eigenaar beschikkingsbevoegd. Kredietgever houdt
zijn hypotheek op het huis. C wordt uitwinbaar voor schuld B.
C niet aansprakelijk maar aangesproken omdat C eigenaar is van de zaak waar hypotheek op rust. C
op grond van het verbintenissenrecht zijn schade terughalen bij B.
Verschil met Engels recht?
Grundschuld
In Duitse recht is er een andere mogelijkheid die is ontstaan uit het gewoonterecht. Grundschuld,
niet op het huis maar op de grond/schuld? rust het beperkte recht. De schuld volgt het eigendom, C
wordt eigenaar en dus aansprakelijk. De Grundschuld is overdraagbaar.
II Overdraagbaarheid
Accessoire zakelijke rechten(zoals hypotheek) zijn niet zelfstandig overdraagbaar. Hypotheek is
onlosmakelijk verbonden aan de vordering. Vorderingsrechten zijn niet overdraagbaar.
, Persoonlijke rechten zijn onoverdraagbaar. Probleem dat wordt opgelost met schuldeisersvervanging
door middel van novatie wordt opgelost. Overdracht van de vordering heet cessie. Cessie ten titel
van inbetalinggeving, daarvoor is toestemming nodig van B. Dit om te voorkomen dat B tegen zijn zin
aan een andere schuldeiser wordt gebonden.
III Rangorde in tijd
Er is een rangorde in tijd tussen zakelijke rechten binnen dezelfde soort. Tussen concurrente
schuldeisers geen rangorde in tijd.
IV Gesloten systeem
Er is sprake van een beperkt aantal zakelijke rechten, een numerus clausus, art. 3:84 lid 3 BW.
Blauboer-Berlips arrest; een optierecht is niet afdwingbaar, een optierecht is namelijk niet in te
passen in het goederenrechtelijke systeem.
Romeinserechtelijke eigendomsbegrip
In het Engelse recht totaal anders.
Eigendom is het goederenrechtelijke moederrecht.
1. Algemeen van aard.
Geen verschil tussen eigendomsrecht tussen verschillende soorten goederen,
eigendomsrecht van 200 hec. grond of theepot is hetzelfde. Universeel. Men heeft precies
dezelfde acties ter beschikking. Geen onderscheid al naar gelang van de aard van het goed.
In common law eigendomsrecht voor roerende goederen en eigendomsrecht voor
onroerende zaken.
2. Absoluut.
Nooit afhankelijk van anderen rechten. Altijd in absolutie zin beschikkingsbevoegd,
behoudens uitzonderingen in de wet.
3. Nooit gerelateerd aan tijd.
Art. 3:85 BW. Geen eigendom voor bepaalde tijd. In common law is het juist wezenlijk dat
eigendom is gebonden aan tijd. In NL niet mogelijk omdat er dan twee eigenaren zijn die
beschikkingsbevoegd zijn (eigenaar onder opschortende en eigenaar onder ontbindende
voorwaarde).
4. Eigendom ≠ Bezit
Eigendom is het recht op de zaak. Bezit is het hebben van de zaak.
De revindicatie dekt tegenwoordig het gehele Burgerlijke Wetboek. Dit eigendomsbegrip had vroeger
een concurrent: het leenrechtelijke eigendomsbegrip.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller esther412. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.