100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Moraalfilosofie $7.55   Add to cart

Summary

Samenvatting Moraalfilosofie

 32 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting Moraalfilosofie

Preview 4 out of 36  pages

  • June 19, 2021
  • 36
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
1ste bachelor criminologie: Moraalfilosofie Prof. Dr. Jan Verplaetse



Hoofdstuk 1: Klassieke rechtvaardigingstoets
 Inleiding
Moraalfilosofie ( ethiek )  goede daad/mens
Rechtsfilosofie  goede wetten
Politieke filosofie  goede samenleving
Deze zoeken beredeneerde oplossingen met rationele argumentatie voor
een normatief probleem
= gaat over de vraag of een bepaalde handeling, regel, toestand
toegelaten (mogen), verplicht (moeten) of verboden (niet mogen) moet
worden
- Gerelateerde normatieve problemen
= sociale rol van de persoon + natuurlijke determinanten van de
situatie/persoon
- Ongerelateerde normatieve problemen:
= algemeen, betrekking op alle mensen




 Onberedeneerde oplossingen
1. Geloof / de wil van God
Individueel is het oké maar mist overtuigingskracht voor anderen.
Dilemma van Euthyphro ( Plato )
~ Euthyphro wil zijn vader aan te klagen voor moord op een slaaf
~ Socratische methode: “Waarom doe je dat?”
~ Redenen zijn onbekend: God is willekeurig


2. Emoties / instincten
Spelen een belangrijke rol maar haken af als betrouwbare bron
omdat anderen je emoties niet kunnen waarnemen.


3. Feitelijke toestand
Feiten en normen mogen niet door elkaar gehaald worden.
Feitelijke toestand Normatief oordeel
--verklaren, begrijpen, voorspellen rechtvaardigen,
aanvaarden, verwerpen
 Door elkaar gehaald: naturalistische drogreden ( = naturalistic
fallacy )


1

,  Je moet je standpunt baseren op logische argumenten en
wetenschappelijke feiten.
Vb. incest
Rationele argumenten Irrationele argumenten
- Er is wederzijdse toestemming - Het voelt vies aan
- Beiden zijn meerderjarig - Het is een taboe
- Er is ook genetisch risico bij
anderen



 Jeremy Bentham – utilitarisme
Verzette zich tegen irrationele morele emoties als leidraad van
normatief handelen

“ The greatest happiness of the greatest number ”
 handeling is pas wenselijk als zij het meest bijdraagt tot het geluk
van alle individuele burgers, geluk optellen


1. Hedonisme:
= genot, geluk stimuleren en het negatieve vermijden (NUT)
~ Nutsbalans is becijferbaar maar moeilijk ( veel factoren )
Vervangbaarheidsargument = wanneer een gedood dier wordt vervangen
door een levend dier en het totale geluk niet vermindert is het moreel
aanvaardbaar. Voorwaarden:
- dier heeft geen leed of besef bij doding
- vervanging brengt geen leed aan bij de betrokkenen (rouw)
- nieuwe dier krijgt hetzelfde pijnloze bestaan


2. Consequentialisme:
= kijkt alleen naar de gevolgen/resultaat en niet naar de
achterliggende betekenis
~ Botst met onze diepe intuïties: tramdilemma
a) iemand om het leven brengen met een hendel
b) iemand om het leven brengen door een duw te geven

 Voor een consequentialist is er geen verschil maar we kunnen onze
morele gevoelens niet stoppen
Vb. liever farma bedrijf dan moeder Theresa


3. Nominalisme

2

, = alleen individuele nutsbalansen optellen en geen gemiddeldes
~ Moral monstrosity ( = legitimeert handelingen die botsen met onze
morele intuïties ) vb. groepsverkrachting, foltering


 Immanuel Kant – deontologisme
> Verwerpt het consequentialisme van Bentham


Goed mens toetsen aan Kant’s categorisch imperatief:
- ‘Handel steeds in overeenstemming met die regel waarvan je kunt
willen dat het een universele wet wordt’ (het goede ligt in de morele plicht
die iemand voelt)
- ‘Je moet handelen volgens een regel waarvan je mag aannemen dat
elk mens met een rationele wil die aanvaardt en ernaar leeft’


1. Intentiemoraal
= het goede schuilt in de wil/intentie, niet in de gevolgen


Opzettelijk misdrijf Ongeluk
vb. doden met vergif vb. doden met poeder
Mislukte poging Geen ongeluk
vb. niet-doden met vergif vb. niet-doden met poeder
Intenties Gevolgen
~ de gevolgen zijn zeer belangrijk


2. Intrinsiek goed/slecht
= keuzevrijheid ( vrije wil ) als veronderstelling

Niets kan intrinsiek goed is slecht zijn als je niet de vrijheid hebt
om ervoor de kiezen vb. homoseksualiteit, pedofiel zijn en handelingen

~ zonder vrije wil is er geen moraal


3. Radicale plichtenmoraal
= deontologische ethiek, absolute en universele beginselen

Absoluut = kan nooit worden geschonden
Universeel = voor iedereen

- Kantiaanse filosofie
‘license to kill’ -> nooit een morele wet
Kan morel beginsel/rechten niet weigeren, ook niet als je dat wilt (is
van openbare orde)



3

, “Geen enkel rationeel willend individu kan dit willen, indien wel dan
bouwt hij zijn beslissing op onredelijke gronden, begaat hij een
drogreden of mist hij vrije wil”
vb. dwergwerpen, vrijwillige slavernij

~ Universeel? Absoluut? Goede valt niet samen met wat mensen
beschouwen als goed
 John Rawls – volgeling van Kant


 Theory of Justice: mensen worden naar een nieuwe planeet gestuurd
Veil of ignorance (onwetendheidssluier)

Men vermijdt liever pech dan het geluk te optimaliseren

 Difference principle: liever beschermende rechten dan
optimaliserende vrijheden
vb. overheid mag geen publieke middelen besteden aan treinen vol comfort, …
zolang minder fortuinlijke kinderen baat hebben bij meer middelen


 Men komt nooit tot een algemene consensus
vb. Fluit van Amarty Sen

An ( talent ) - utilitarist
Bob ( arm ) - egalitarist
Carla ( maker ) - libertalist


Hoofdstuk 2: Waardigheid


 Inleiding
Belang van waardigheid:
- in verschillende preambules, wetten
- subjectieve interpretatie en persoonlijke invulling


Volgens Macklin: men kan zich beter baseren op meer heldere
beginselen (respect, …) Pinker: waardigheid is stom
 Fout, maar er is een kernbetekenis nodig van waardigheid


 4 betekenisvelden volgens McCrudden


1. verbod op onmenselijke behandeling

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentecrimi. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.55. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.55
  • (0)
  Add to cart