De samenvatting bevat alle stof die getoetst zal worden op het tentamen Publiekrecht in OP4 van Jaar 2 van de opleiding Vastgoed & Makelaardij. LET OP: Het is belangrijk dat je stickertjes plakt in je wettenbundel bij ALLE artikelen die in de samenvatting benoemd staan!!! (Dit is een kut klus, maar...
Kennisclip 1 (Week 3) – Bestuursrecht & 3 Big B’s
Bestuursrecht:
In het bestuursrecht staan besluiten van de overheid (ofwel openbaar bestuur) centraal.
De overheid moet de samenleving zodanig besturen dat burgers en organisaties op een fatsoenlijke
manier met en naast elkaar kunnen leven, wonen, werken en recreëren.
De overheid moet rekening houden met het algemeen belang!
Algemeen belang: Het belang van iedereen.
Kort samengevat kan dit ook worden omschreven als ‘Het juridisch functioneren van het openbaar
bestuur en zijn relatie tot de burger’.
Het bestuursrecht bevat regels (ofwel rechtsnormen) met betrekking tot:
- Organisatie van het openbaar bestuur
- Regels die bepalen welke bevoegdheden bestuursorganen hebben
- Regels voor wat het openbaarbestuur wel of niet mag doen
- Regels voor burgers en regels voor handhaving
- Regels die de juridische bescherming van burgers mogelijk maken
Het fundament van bestuursrecht:
De volgende 2 beginselen vormen het fundament van het bestuursrecht:
- Legaliteitsbeginsel: Wetmatigheid van bestuur
het legaliteitsbeginsel bepaalt dat elk handelen van de overheid een basis moet hebben in de
wet. De overheid mag dus nooit zomaar wat doen, er moet ALTIJD een grondslag staan in de
wet. Als de overheid dus bijvoorbeeld belasting wil heffen, dan moet er in de wet staan dat
de overheid belasting mag heffen.
- Specialiteitsbeginsel: Artikel 3:4 AWB
Het specialiteitsbeginsel houdt in dat de overheid zich moet beperken tot de belangen die
volgens een wet moeten worden behartigt. De belastingdienst moet dus belasting heffen en
mag zich niet met andere zaken zoals huisvesting bemoeien.
De 3 big B’s:
1. Bestuursorgaan Is er sprake van een bestuursorgaan?
2. Besluit Heeft het bestuursorgaan een besluit genomen?
3. Belanghebbende Ben je een belanghebbende?
Als het antwoord op AL de bovenstaande vragen ‘ja’ is, heb je toegang tot het bestuursprocesrecht
en mag je in bezwaar gaan.
,Bestuursorgaan (artikel 1:1 lid 1 awb):
“Orgaan van een rechtspersoon krachtens publiekrecht ingesteld” (a-orgaan)
Er moet dus in een wet staan dat er zo’n bestuursorgaan zal zijn. In de wet staat bijvoorbeeld dat er
een burgemeester moet zijn. Een burgemeester is dus een a-orgaan.
of
“Een persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed” (b-orgaan)
Het gaat erom dat de rechtspersoon met openbaar gezag is bekleed. Als je bijvoorbeeld je auto naar
een garage brengt voor een APK-keuring, mag deze garage bepalen of je deze APK-goedkeuring krijgt
of niet. Bij het verrichten van zo’n APK-keuring is zo’n garage dus een b-orgaan. Ze vervullen namelijk
op dat moment een overheidstaak.
Besluit (Artikel 1:3 lid 1 awb):
Een besluit is een schrijftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke
rechtshandeling.
Dit zijn ook direct de voorwaarden waar een besluit aan moet voldoen:
1. Het moet een beslissing zijn
2. De beslissing moet schriftelijk zijn
3. De beslissing moet afkomstig zijn van een bestuursorgaan
4. De beslissing moet een rechtshandeling inhouden die publiekrechtelijk van aard is.
Besluit dat niet van algemene strekking is: Beschikking
Belanghebbende (artikel 1:2 lid 1 BW):
Een belanghebbende is iemand die in opsraak kan komen tegen een besluoit van een rechtsorgaan.
In de rechtspraak zijn er 5 criteria ontwikkeld om te kunnen beoorelen of er sprake is van een
belanghebbende. Deze 5 criteria staan ook wel bekend als de OPERA-criteria:”
O Objectief bepaalbaar belang (Het belang moet feitelijk zijn, het kan dus niet gaan om smaak of
gevoel)
P Persoonlijk belang (Je moet je voldoende kunnen onderscheiden van willekeurige anderen)
E Eigen belang (Je mag niet opkomen voor het belang van je buren)
R Rechtstreeks belang (Er moet voldoende causaal verband zijn tussen de gevolgen van het besluit
en het geraakte belang, je moet rechtsstreeks geraakt worden door het besluit)
A Actueel belang (Het moet gaan om iets wat in het nu speelt. Je mag niet in bezwaar gaan tegen
een toekomstige onzekere situatie)
Erop toezien dat burgers zich aan de wet houden en optreden als zij dit niet doen.
Het bestuursrecht bevat eigen instrumenten om te handhaven.
Twee belangrijke begrippen:
Overtreding (Artikel 5:1 lid 1 AWB)
- Een overtreding is een gedraging die in strijd is met een bepaalde bij of krachtens enige
wettelijk voorschrift.
Overtreder (Artikel 5:1 lid 2 AWB)
- Degene die een overtreding pleegt of medepleegt.
Preventieve handhaving = voorkomen van overtredingen:
- Burgers moeten op de hoogte zijn van hun rechten en plichten (Afd. 3.6 AWB)
- Stimuleren van goed gedrag (Bijvoorbeeld door subsidies)
Repressieve handhaving = corrigeren van overtredingen:
- Bestuurlijke sanctie (artikel 5:2 awb):
* Herstel sanctie Gericht op het ongedaan maken van overtredingen (Als iemand iets
bouwt zonder toestemming, kan het college die persoon verplichten het weer af te breken)
* Bestraffende sanctie Als het bestuursorgaan de overtreder een boete oplegt
- Legaliteitsbeginsel (artikel 5:4 awb):
* Het opleggen van een bestuurlijke sanctie mag ALLEEN als dit volgens de wet mag.
Handhaving kan niet zonder toezicht:
- Afdeling 5.2 awb (toezicht)
* Toezicht vindt plaats door personen die op grond van bepalingen in bijzondere wetten als
toezichthouder zijn aangewezen.
- Artikel 5:11 awb: toezichthouder
- Begint meestal preventief
- Kan uitmonden in een sanctie (repressief)
- Wat mag/moet een toezichthouder doen? (Artikel 5:12-5:19 awb)
Is een bestuursorgaan verplicht om handhavend op te treden?
- Aanvankelijk niet, maar jurisprudentie is langzaam gewijzigd
- Nu: Een bestuursorgaan is in het beginsel verplicht om gebruik te maken van zijn
bevoegdheid, TENZIJ het in bijzondere omstandigheden niet redelijk zal zijn. Dit wordt het
beginsel tot handhaving genoemd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bramhendriksp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.