Markering geel of dik gedrukt zijn belangrijke begrippen, worden afbeeldingen gebruikt, er wordt vaak aangegeven wat wel of niet belangrijk is voor op de toets die wij kregen. Het zou kunnen dat sommige dingen dus niet toepasselijk zijn voor een andere opleiding, maar die heb ik er dan wel instaan....
H43 TRANSPORTSYSTEMEN VOOR
DIEREN
§1 WAT VOOR VERSCHILLENDE
TRANPSPORT(CIRCULATIE)SYSTEMENZIJN ER?
Circulatiesystemen zorgen voor een uitwisseling tussen uitwisselingsoppervlakte en alle
cellen. Hierdoor zijn alle cellen voorzien van wat zij nodig hebben, denk hierbij
bijvoorbeeld aan de zuurstof de cellen nodig hebben.
Het zorgt er dus voor dat de waterige omgeving van lichaamscellen (extracellulaire
vloeistof), functioneel verbonden is met de organen die zorgen voor de gaswisseling, om
de voedingsstoffen op te nemen en afvalstoffen uit te scheiden.
Het circulatiesysteem bestaat uit een pomp die het systeem aandrijft, het
transportvloeistof en de vaten die een onderling stelsel vormen. In deze vaten stroomt de
transportvloeistof en kan het zo allerlei stoffen naar plekken vervoeren. De bloedsomloop
is bij de meesten organismen aanwezig als het circulatiesysteem.
Bepaalde organismen zijn erg eenvoudig gebouwd, waardoor zij zonder het gebruik van
een bloedsomloop alsnog alle cellen in contact laten staan met de omgeving. Deze
eenvoudige gebouwde dieren maken gebruik van een gelei die hun cellen alsnog
voorzien, dit beweegt door een bepaalde holte.
De bloedsomloop bestaat uit een hart als pomp,
bloedvaten als de vaten en plasma als de
transportvloeistof. Er is onderscheid tussen een
open en gesloten bloedsomlopen. Bij een open
circulatiesysteem heet de transportvloeistof
hemolymfe, wat hetzelfde is als de
extracellulaire vloeistof. Het gaat namelijk door
het hele lichaam heen en kan vervolgens via
wat vaten weer bij het hart terecht komen. Bij
het samentrekken van het hart gaat het hemolymfe via de sinussen de vaten uit en langs
de lichaamscellen waardoor hij ze van zuurstof etc. voorziet en vervolgens wordt het
hemolymfe weer opgenomen wanneer het hart ontspant (dan zuigt het de vloeistof als
het waren weer op). Deze manier van circulatie is veel energiezuiniger doordat er een
lagere druk nodig is voor het laten rondstromen. Het komt vaak bij wat kleinere dieren
die niet heel complex zijn, gezien deze makkelijk te zijn voorzien van plasma door weinig
inspanning. Zij maken o.a. gebruik van een gastrale holte.
Een gesloten circulatiesysteem wordt het transportvloeistof bloed genoemd en is het niet
hetzelfde als extracellulaire vloeistof. Bloed bevindt zich namelijk in de bloedvaten. Met
een gesloten circulatiesysteem kun je
veel grotere, complexere dieren
onderhouden. Het is namelijk
mogelijk om een hogere druk te laten
uitvoeren door het hart. Het hart
pompt namelijk het bloed door de
vaten heen waarbij het daarin blijft
en waarbij het met een soort stoot
door het lichaam wordt geduwd.
, Er zijn 3 belangrijke soorten bloedvaten in het lichaam, deze vervoeren allemaal bloed
waarbij het bloed in 1 richting stroomt.
- De slagaders, deze vervoeren het bloed van het hart af. Over het algemeen bevat deze
meestal zuurstofrijk bloed, maar er zijn ook uitzonderingen. De longslagader vervoert
namelijk zuurstofarm bloed naar de longen toe. In slagaders is de bloeddruk vaak hoog,
omdat deze het bloed ver moeten vervoeren naar de organen toe. Slagaders zijn ook veel
steviger en dikker, omdat ze ook tegendruk moeten kunnen geven waardoor het bloed
als een soort golf door de slagader verder beweegt. Ze vertakken uiteindelijk uit in
haarvaten. Er bestaan ook kleine slagaders.
- De aders, deze vervoeren het bloed naar het hart toe. Over het algemeen vervoert deze
meestal zuurstofarm bloed, met uitzondering voor de longader die zuurstofrijk bloed naar
het hart vervoert. Aders zijn vaak weer verbonden aan haarvaten waarbij alle kleine
vertakte haarvaten weer 1 bloedvat is geworden (de ader), deze vervoert het bloed weer
terug naar het hart, weg van het orgaan. Aders bevatten klepjes, om terugstroming tegen
te gaan. Dit is o.a. vanwege het feit dat aders vaak omhooglopen (terug naar het hart). Al
zouden deze kleppen er niet zijn, zou het bloed met de zwaartekracht weer terug naar
beneden bewegen. Er bestaan ook kleine aders.
-De haarvaten, dit zijn hele dunne vaten die stoffen kunnen uitwisselen met de cellen in
de omgeving. Haarvaten liggen meestal in een grote hoeveelheid ingebed (een netwerk
van haarvaten) door weefsels en liggen vlak langs alle cellen in het lichaam. In een
bloedvat stroomt het bloed heel traag, omdat het de tijd nodig heeft om de stoffen te
kunnen uitwisselen, dit kan doordat er zoveel bloedvaten bij elkaar liggen. Hierdoor
neemt de bloeddruk namelijk heel erg af, want het wordt verdeeld over veel vaten. Er
bestaan ook kleine haarvaten.
De circulatiesystemen kunnen uit 2 tot 4
hartafdelingen bestaan. Bij een
enkelvoudig circulatiesysteem wordt het
bloed maar 1 keer door het hart
gepompt, deze bevat maar 1 kamer en 1
boezem. Dit komt voor bij bijvoorbeeld
vissen. Bij de boezem komt het bloed
dan binnen en via de kamer wordt het
bloed weer verder gepompt. De kamers
bestaan namelijk vaak uit een dikke spierwand die het bloed verder door de vaten kan
pompen. Amfibieën en zoogdieren/vogels gebruiken beide een dubbele circulatiesysteem.
Die van amfibieën bestaat alleen uit 1 kamer en 2 boezems, het hart pompt dus niet altijd
volledig zuurstofrijk of volledig zuurstofarm bloed door het lichaam gezien het hart niet is
ingedeeld in 2 kamers. Ook gebruikt een amfibie 2 voornamelijke manieren om zuurstof
op te nemen; de longen en de huid. Hierbij kan hij als hij bijvoorbeeld onderwater zit de
manier om te ademen via de longen uitschakelen en via de huid genoeg zuurstof
opnemen. Ook profiteert hij dan van het feit dat hij ectotherm is en dus niet heel veel
energie verbruikt bij het warmhouden van zijn lichaam.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller semvanwieringen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.60. You're not tied to anything after your purchase.