Summary
Samenvatting reader inkomstenbelasting
- Course
- Institution
Samenvatting voorgeschreven Kluwer navigator tentamenstof + reader inkomstenbelasting
[Show more]
Seller
Follow
Kiniev
Content preview
Reader inkomstenbelastingDe Wet Inkomstenbelasting kent drie boxen waarin verschillende inkomenssoorten worden
belast.
Voordelen kunnen worden behaald met:
(Persoonsgebonden) aftrekposten
Vrijstellingen
Heffingskortingen.
Op 1 januari 2001 is de huidige Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna Wet IB 2001) van
kracht geworden.
Aan de hand van deze wet wordt het jaarlijkse inkomen van natuurlijke personen belast.
In de Wet IB 2001 is het boxenstelsel geïntroduceerd. Dat wil zeggen dat verschillende
inkomsten in aparte boxen worden belast.
Voor de heffing van de inkomstenbelasting wordt, per kalenderjaar, de per box
verschuldigde belasting samengevoegd in één aanslag inkomstenbelasting.
De Wet IB 2001 onderscheidt drie boxen, met daarin bijbehorende soorten belastbare
inkomens die verschillend worden belast. Elk soort inkomen is ondergebracht in een aparte
box met een eigen tarief1:
Box 1: inkomen uit werk en woning (progressief belast, oplopend van 37,10% tot 49,5%)
Box 2: inkomen uit aanmerkelijkbelangaandelen (belast tegen een vast tarief van 26,9%)
Box 3: inkomen uit sparen en beleggen (belast tegen een vast tarief van 31%)
2.1 Box 1
In box 1 worden inkomsten uit werk en woning belast2.
Het inkomen uit werk en woning bestaat met name uit het gezamenlijke bedrag van:
Winst uit onderneming
Loon uit tegenwoordige en vroegere dienstbetrekking
Resultaat uit overige werkzaamheden
Periodieke uitkeringen en verstrekkingen
Inkomsten uit de eigen woning.
Box 1 kent een progressief belastingtarief: Dat wil zeggen dat de belastingdruk groter wordt
naarmate het totaalinkomen in box 1 hoger is. De opbouw van het tarief van box 1 voor
2021 ziet er als volgt uit:
Schijf Belastbaar inkomen Tarief3
1 t/m € 68.507 37,10%
2 meer dan € 68.507 49,5%
1
Artikel 2.3 Wet IB
2
Artikel 3.1 Wet IB
3
Artikel 2.10 Wet IB
,De voor de schijven 1 en 2 opgenomen tarieven zijn samengesteld uit een belastingtarief en
een tarief voor de premieheffing volksverzekeringen. Dit noemen we ook wel het
gecombineerde heffingstarief van box 1.
Naast de inkomstenbelasting en premieheffing is een inkomensafhankelijke bijdrage voor de
Zorgverzekeringswet verschuldigd. Hierop zal in dit stuk niet nader worden ingegaan.
2.2 Box 2
Aandeelhouders van een rechtspersoon (met name een BV of NV) zijn vanaf een privébezit
van 5% van de aandelen ‘aanmerkelijkbelanghouder’.
Voordelen uit dergelijke aandelen worden apart in box 2 in de belastingheffing betrokken 4.
Voordelen uit deze aanmerkelijkbelangaandelen worden belast tegen een tarief van 26,9% 5.
Belast wordt het regulier te ontvangen dividend, alsmede de winst bij verkoop van de
aandelen.
2.3 Box 3
Bezittingen en schulden van een natuurlijk persoon vallen in box 3 6,
Voor zover het positieve saldo ervan meer bedraagt dan € 50.000 7.
Er gelden een aantal uitzonderingen waardoor uiteindelijk alleen inkomsten uit sparen en
beleggen in box 3 worden belast.
De in deze box te belasten inkomsten worden in twee stappen fictief berekend en
vervolgens tegen 31% belast8.
In hoofdstuk 5 van deze reader wordt nader op box 3 ingegaan.
2.4 Heffingssystematiek
Inkomsten kunnen maar in één box worden belast, zodat er geen sprake kan zijn van
dubbele belastingheffing.
De inkomsten kunnen worden verlaagd met:
Aftrekbare kosten
Verliezen uit voorgaande jaren of
Persoonlijke aftrekposten.
Als laatste wordt de uiteindelijk berekende belasting verminderd met de heffingskorting.
De verschillende stappen worden hierna verder toegelicht.
Het inkomen in een box wordt belast na aftrek van eventuele daarmee verband houdende
aftrekposten en verrekenbare verliezen.
4
Artikel 4.1 e.v. Wet IB
5
Artikel 2.12 Wet IB
6
Artikel 5.1 e.v. Wet IB
7
Artikel 5.5 Wet IB
8
Artikel 2.13 Wet IB
, Hoofdregel is dat dit per box wordt berekend. Kosten en verliezen die gerelateerd zijn aan de
in de desbetreffende box opgenomen inkomsten, kunnen daarom alleen in de
desbetreffende box tot aftrek leiden.
Denk bijvoorbeeld aan de ondernemer die kosten maakt om winst te behalen, of de
hypotheekrente die in verband met een eigen woning verschuldigd is. Net als de inkomsten
worden in deze gevallen ook de kosten in box 1 opgevoerd.
Als het inkomen in een box negatief is, kan dat niet worden verrekend met een positief
inkomen in een andere box. Wel is binnen box 1 en 2 verrekening mogelijk met een positief
inkomen uit dezelfde box van vorige of komende jaren. In box 3 is dat niet mogelijk.
Daarnaast is het mogelijk dat er aftrekbare kosten zijn die niet inkomen- en dus niet box-
gerelateerd zijn. Dergelijke uitgaven horen dan niet in een afzonderlijke box thuis, maar
kunnen in bepaalde gevallen toch tot een lager belastbaar inkomen leiden. Ze vormen dan
zogenaamde persoonsgebonden aftrekposten.
Deze persoonsgebonden aftrekposten zijn9:
Betaalde alimentatie en andere onderhoudsverplichtingen
Uitgaven voor specifieke zorgkosten
Weekenduitgaven voor gehandicapten
Kosten van studie of scholing
Aftrekbare giften.
Deze persoonsgebonden aftrekposten verminderen het inkomen in box 1.
Is het box 1 inkomen ontoereikend, dan komt het meerdere in aftrek bij box 3 en pas daarna
bij box 210.
De persoonsgebonden aftrekposten kunnen dus niet tot een negatief bedrag in een box
leiden.
Heeft de belastingplichtige een fiscaal partner, dan mag worden gekozen wie de aftrekpost
in zijn/haar box 1 inkomen opvoert.
Elke verdeling tussen beide is dan toegestaan, mits uiteindelijk niet meer dan de
daadwerkelijke uitgaven worden afgetrokken.
Na toepassing van de persoonsgebonden aftrekposten wordt per box afzonderlijk de
belasting berekend.
Vervolgens worden de berekende belastingen van box 1, 2 en 3 samengeteld.
Dit is nog niet de uiteindelijk verschuldigde belasting.
De uiteindelijk verschuldigde belasting wordt vastgesteld na toepassing van het systeem van
heffingskortingen11. Het totaal van de individueel toe te passen heffingskortingen vormt een
korting op de totaal berekende belasting van box 1, 2 en 3.
9
Artikel 6.1 e.v. Wet IB
10
Artikel 6.2 Wet IB
11
Artikel 8.2 e.v. Wet IB
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Kiniev. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
53920 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now