100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting examenstof economie - alle eindtermen uitgewerkt $5.90
Add to cart

Summary

Samenvatting examenstof economie - alle eindtermen uitgewerkt

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Level

In dit document zijn alle eindtermen uitgewerkt voor het VWO economie examen. Dit document bevat dus samenvattend alle economie examenstof. Er missen 6 eindtermen: deze waren erg logisch en was niet veel aan uit te leggen.

Last document update: 3 year ago

Preview 4 out of 32  pages

  • June 19, 2021
  • June 19, 2021
  • 32
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
Domein D Markt

D1: Vraag en aanbod
1.1 Betalingsbereidheid als de maximale prijs die de vrager bereid
is te betalen voor 1 eenheid van een goed.
De betalingsbereidheid voor een product is de maximale prijs die een consument wil betalen per
producteenheid bij een gegeven aantal eenheden van het product 1. Ook wel uitgelegd als: het
bedrag dat iemand maximaal bereid is om uit te geven aan een bepaald product. De
betalingsbereidheid is per individu verschillend: iedereen heeft andere behoeften en prioriteiten.
Ook het inkomen heeft invloed op de betalingsbereidheid: hoe hoger iemand zijn inkomen is; als je
veel geld hebt, kun je makkelijker meer betalen.

1.2 De individuele vraaglijn die het verband weergeeft tussen de
gevraagde hoeveelheid van 1 vrager bij uiteenlopende prijzen
De individuele vraaglijn is het verband tussen de prijs van een
product en de vraag naar een product door 1 consument. 2 De
individuele vraaglijn heeft een dalend verloop: hoe lager de
prijs van een goed, hoe meer goederen een consument
vraagt3. De individuele vraaglijn is voor iedereen anders, omdat
consument 1 andere behoeften en prioriteiten heeft dan
consument 2. Links is een fictieve individuele vraaglijn te zien. 4
In deze tabel is af te lezen dat de gevraagde hoeveelheid 3 is
bij een prijs van 5 euro. Bij een prijs van 1 euro, is de
individuele vraag gestegen naar 15. Je ziet dus: hoe lager de
prijs, hoe hoger de vraag.




1.3 Het verband tussen de individuele vraaglijn en de collectieve
vraaglijn




1
Economielokaal - betalingsbereidheid
2
Cumulus - individuele vraaglijn
3
Economielokaal - vraaglijn tekenen
4
fhamers.nl

, De individuele vraaglijn is de vraaglijn van 1
consument. De collectieve vraaglijn is de
vraaglijn van alle consumenten samen: de
lijn die bij verschillende prijzen aangeeft
hoeveel eenheden een groep consumenten
van het product wil kopen. Ook de
collectieve vraaglijn heeft een dalend
verloop omdat er meer goederen gevraagd
5
worden tegen een lagere prijs. Om de collectieve vraaglijn te berekenen, tel je de individuele vraag
lijnen horizontaal bij elkaar op. Dit is ook te zien op de afbeelding. Bij prijzen die hoger zijn dan €80,-
geldt alleen de vraaglijn van Ilse, omdat Sanne dan geen vrager is.

1.4a Het verband tussen de betalingsbereidheid van alle vragers en
het verloop van de collectieve vraaglijn
Wanneer de betalingsbereidheid van een consument voor een product hoog is, zal de consument
veel geld voor het product over hebben. Als dit voor alle consumenten geldt voor hetzelfde product,
zal de collectieve vraaglijn naar rechts verschuiven: de consument is bereid om meer producten voor
een hogere prijs te kopen.6

1.4b Verschuiving van de collectieve vraaglijn als gevolg van
verandering van het inkomen, de behoeften, prijzen van andere
goederen en het aantal vragers
Een verschuiving van de collectieve vraaglijn kan verschillende oorzaken hebben. Hieronder
uitgewerkt:

● Als het inkomen van de consumenten stijgt, zal men meer geld voor een product willen
betalen. De vraaglijn zal dus naar rechts verschuiven. Als het inkomen van de consumenten
daalt, zal men juist minder over hebben voor een product. Nu zal de vraaglijn naar links
verschuiven.
● De verandering van de behoeften van een consument kan de vraaglijn ook verschuiven. Als
er veel mensen op 1 januari op dieet gaan, zal hij minder behoefte hebben aan ongezonde
producten zoals roze koeken. De collectieve vraaglijn zal dan naar links verschuiven. De
consument zal juist wel meer behoefte hebben aan fruit: zijn vraaglijn voor fruit zal naar
rechts verschuiven.
● Als de prijzen van andere goederen die als alternatief voor het product (substituten)
veranderen zal dit ook invloed hebben op de vraaglijn. Stel een consument is gewend een
fles cola te kopen voor €1,50. Als dan de cola van een ander, net zo goed merk in prijs daalt
van €1,75 naar €1,00, is het waarschijnlijk dat de consument voortaan voor de variant van
€1,00 zal gaan.
● Als het aantal vragers wordt er dus meer van een goed gevraagd dan eerst, waardoor de
vraaglijn naar rechts verschuift. Als het aantal vragers afneemt verschuift de vraaglijn dus
naar links.




5
Economielokaal - tekenen van een marktmodel
6
Economielokaal - betalingsbereidheid

2

,1.5 Prijselasticiteit (alleen segmentelasticiteit) als een maat voor de
relatieve verandering van de gevraagde hoeveelheid als gevolg van
een relatieve prijsverandering
De prijselasticiteit van de vraag geeft aan hoeveel de gevraagde hoeveelheid verandert als de prijs
van een product verandert. Als de prijselasticiteit van de vraag -2 is, betekent dat voor iedere
procent dat de prijs stijgt, de gevraagde hoeveelheid 2 procent daalt. De vraag naar een product is
elastisch als de gevraagde hoeveelheid relatief meer verandert dan de prijsverandering. Bij een
elastische vraag zal de prijselasticiteit dus kleiner dan -1 zijn, de gevraagde hoeveelheid zal sterk
dalen bij een prijsstijging van 1 procent. 7

1.6 Het onderscheid tussen een prijselastische en een
prijsinelastische vraag
Dit onderscheid is al kort aan bod gekomen bij het volgende punt. Hieronder de verschillen wat
verder uitgewerkt:




● Bij een prijselasticiteit kleiner dan -1 is de vraag relatief elastisch. Bij een prijsstijging van
meer dan 1 procent zal de vraag meer dan 1 procent dalen. De vraag reageert dus heel sterk
op de prijs.
● Bij een prijselasticiteit tussen -1 en 0 is de vraag relatief inelastisch. Als de prijs met meer dan
1 procent stijgt daalt de vraag met minder dan 1 procent. Als een bedrijf in dit geval zijn
prijzen verhoogt, zal het een aantal klanten kwijtraken, maar de omzet blijft stijgen.
● Bij een prijselasticiteit van 0 is de vraag volkomen inelastisch. Als de prijs stijgt, verandert de
vraag niet. Dit is voor de producent gunstig, want zo kan hij zijn prijzen laten stijgen zonder
klanten kwijt te raken. Dit is het geval voor noodzakelijke goederen waarvoor geen
substituten zijn. Het schoolvoorbeeld voor een volkomen inelastisch product is zout.

1.7 Inkomenselasticiteit (alleen segmentelasticiteit) als een maar
voor de relatieve verandering van de gevraagde hoeveelheid als
gevolg van een relatieve inkomensverandering

Inkomenselasticiteit is een segmentelasticiteit. Dit omdat de hoogte van het inkomen effect heeft op
de vraag. Als er sprake is van een positief verband stijgt de vraag naar een product als het inkomen
stijgt. Als er sprake is van een negatief verband daalt de vraag naar het product als het inkomen
stijgt.8




7
Economielokaal - prijselasticiteit van de vraag
8
Economiewijs - inkomenselasticiteit is segmentelasticiteit

3

, 1.8 Het onderscheid tussen inferieure, normale en luxegoederen, in
relatie met de waarde van de inkomenselasticiteit



In de formule van inkomenselasticiteit staat Q voor het aantal goederen dat gevraagd wordt en Y
staat voor het inkomen.

Inferieure goederen worden sterk beïnvloed door de hoogte van het inkomen. Een inferieur goed is
een goed waarvan de consument minder gaat kopen als zijn inkomen stijgt en meer gaat kopen als
zijn inkomen daalt. Als de inkomenselasticiteit < 0 is, is een goed inferieur.

Bij normale goederen stijgt de vraag als ook het inkomen stijgt. Er zijn twee soorten normale
goederen: luxegoederen en noodzakelijke goederen. We spreken van een luxegoed als de
inkomenselasticiteit >1 is. Als het inkomen stijgt, stijgt de vraag mee. Een noodzakelijk goed heeft
een prijselasticiteit tussen de 0 en 1. Als het inkomen stijgt ga je een heel klein beetje meer van het
goed vragen.

1.9 Substitueerbaarheid en complementariteit van goederen, in
relatie tot de vraag naar een (ander) goed; kruislingse elasticiteit
Kruislingse elasticiteit is de mate waarin de vraag naar een product reageert op de prijsverandering
van een ander product. In formule:



Complementaire goederen zijn goederen die elkaar aanvullen. Hierdoor hebben zij een negatief
verband. Een voorbeeld van een goederen met een complementair verband zijn koffie en koffiemelk.
Als de prijs van koffie omhooggaat, daalt de vraag naar koffiemelk.
Substitueerbare goederen zijn goederen die je in plaats van elkaar kunt gebruiken. Zij hebben een
positief verband. Een voorbeeld van substitueerbare goederen zijn treinkaartjes en benzine. Als de
prijs van treinkaartjes omhooggaat, gaat de vraag naar benzine ook omhoog. 9

1.10 De individuele aanbodlijn die het verband weergeeft tussen de
aangeboden hoeveelheid van 1 aanbieder bij uiteenlopende prijzen
De aanbodlijn laat het verband zien tussen de prijs en de hoeveelheid
aangeboden goederen door 1 producent. De aanbodlijn is een rechte lijn
met een stijgend verloop omdat bij een hogere prijs producenten bereid
zijn om meer aan te bieden. 10 Dit is ook te zien in de grafiek: bij een prijs
van 10 euro worden er ongeveer 125 goederen aangeboden en bij een
prijs van 20 zijn dat er bijna 400. De aanbieders hebben in de meeste
gevallen geen invloed op de prijs: een exogene prijs. Bij een exogene
prijs berekenen aanbieders een productiehoeveelheid die bij een
gegeven prijs hun winst zo groot mogelijk maakt.




9
Economielokaal - kruislingse elasticiteit
10
Economielokaal - aanbodlijn tekenen

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jasmijntwigt. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

49497 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.90
  • (0)
Add to cart
Added