100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Oefententamen strafrecht + antwoorden $3.23
Add to cart

Exam (elaborations)

Oefententamen strafrecht + antwoorden

2 reviews
 1523 views  8 purchases
  • Course
  • Institution

Tentamen van 11 pagina's voor het vak Inleiding strafrecht aan de HHS

Preview 3 out of 11  pages

  • November 11, 2014
  • 11
  • 2013/2014
  • Exam (elaborations)
  • Unknown

2  reviews

review-writer-avatar

By: jessenootje2 • 1 year ago

review-writer-avatar

By: yasamansaei • 3 year ago

avatar-seller
1. Een uit Marokko afkomstige man wordt in Rotterdam
aangehouden omdat hij 25 gram cocaïne (een substantie die
voorkomt op lijst I van de Opiumwet) in zijn bezit heeft. Hij
wordt vervolgd voor het aanwezig hebben van deze drugs
(art. 2 onder C Opiumwet). Ter terechtzitting voert de
verdachte aan dat hij dacht dat het in bezit hebben van
minder dan 30 gram drugs in Nederland niet strafbaar was.
Op de zitting komt vast te staan dat hij deze informatie
kreeg van een oom die werkt bij de politie in Marokko. De
verdachte stelt dat hij daarom in redelijkheid niet heeft
kunnen weten dat het bezit van 25 gram cocaïne strafbaar
was en dat hij daarom niet gestraft mag worden.


Op welke strafuitsluitingsgrond heeft het verweer kennelijk
betrekking? (3) Bespreek de slagingskans van het verweer.
(7)


Beroep op afwezigheid van alle schuld (2) wegens rechtsdwaling (1)


In het arrest Motorpapieren (2) heeft de HR overwogen dat de
motorrijder had mogen vertrouwen op de mededelingen van de
opperwachtmeester bij de rijkspolitie en dat daarom een succesvol
beroep kon worden gedaan op AVAS.
Dat is in casu niet het geval; op informatie van een oom bij de
Nederlandse politie had de man af mogen gaan. Zoveel vertrouwen
in een agent van de Marokkaanse politie is echter niet
gerechtvaardigd. Nergens blijkt uit dat de Marokkaanse agent een
goede kennis van het Nederlandse (straf)recht heeft. Het verweer
heeft geen kans van slagen. (5)


2. Wim zou graag een Porsche bezitten. Omdat hij zo’n auto
nimmer kan betalen overweegt hij er een te stelen. Omdat
hij echter zelf niet zo handig is, vraagt hij aan zijn oude
studievriend Marc of deze, tegen een beloning van 5000
euro, de diefstal uit wil voeren. Marc kan het geld goed
gebruiken en hapt toe. Wim geeft Marc een plattegrond van
een Porschebedrijf en leert hem hoe hij het alarmsysteem
van de auto kan omzeilen en deze kan starten zonder

, contactsleutel. Verder spreken zij de diefstal heel precies
door en rijden tevens de door Marc te volgen vluchtroute. De
diefstal door Marc verloopt succesvol maar uiteindelijk komt
de zaak toch aan het licht en beide mannen worden
aangehouden. Zij leggen een volledige bekentenis af.


Voor welke deelnemingsvorm(en) kan Wim hier met kans op
succes vervolgd worden? (10)


Uitlokking (1): Wim beweegt Marc met succes tot het begaan van
een strafbaar feit door het uitlokkingsmiddel gift (€5000). Het
vereiste van (dubbel) opzet levert geen problemen op. Marc is zelf
niet straffeloos; daarom geen doen plegen.


Wetsartikel = (1)
Motivering (uitlokkingsmiddel, opzet, strafbaarheid Marc)= (2)
Conclusie uitlokking = (1)


Medeplegen: Wim heeft het plan bedacht, de plattegrond geleverd
en technische aanwijzingen gegeven; ze hebben samen
‘proefgereden’. Er is daarom sprake van een nauwe en volledige
samenwerking tussen de beide mannen (arrest Wormerveerse
brandstichting. De afwezigheid van Wim bij de werkelijke diefstal
staat niet in de weg aan medeplegen, aldus het
Containerdiefstalarrest (en het Moord-op-afstand-arrest). Aan de eis
van dubbel opzet is voldaan (opzet op het medeplegen en opzet op
het delict zelf).


Nauwe en volledige samenwerking = (1)
Arrest Wormerveerse brandstichting = (1)
Arrest Moord op afstand = (1)
Toetsing criteria aan casus = (2)
Conclusie medeplegen = (1)


3. Tijdens een studentendemonstratie in Den Haag komt het
tot hevige rellen. Op het Plein wordt de politie bekogeld met
alles wat los en vast zit. De politie verricht een groot aantal
aanhoudingen. Op een gegeven moment slingert de student

, Jan-Willem een metalen terrasstoel in de richting van de
politie. De stoel landt op het hoofd van de aangehouden
student Wouter die net naar een arrestantenbusje wordt
gevoerd. Een lelijke hoofdwond is het gevolg. Jan-Willem
wordt aangehouden voor het toebrengen van zwaar
lichamelijk letsel (art. 302 Sr). Voor dit feit wordt hij
vervolgd. Ter terechtzitting zegt hij: “Ik moet worden
vrijgesproken. Ik heb Wouter niet expres verwond. Mijn doel
was om de politie te raken. Ik heb natuurlijk nooit het opzet
gehad om mijn medestudent Wouter letsel toe te brengen.
Het was een ongeluk.”


Heeft het verweer van Jan-Willem kans van slagen? (10)


Zware mishandeling is strafbaar gesteld in art. 302 Sr.
Opzet moet bewezen worden, aangezien opzet een bestanddeel
is. (1)
Ondergrens hierbij is het voorwaardelijk opzet : criterium: het
welbewust aanvaarden van de aanmerkelijke kans dat iemand letsel
bekomt (willen) en de bewustheid van de aanmerkelijke kans
(weten). (1)
Het meest directe opzet van Jan-Willem is gericht op mishandeling
van de agent. Hij kon echter waarnemen dat de agent niet alleen
liep, maar in het bijzijn van ten minste één andere persoon, Wouter.
Het was druk op het Plein. Door de stoel in de richting van de agent
te gooien heeft Jan-Willem dan ook willens en wetens de
aanmerkelijke kans aanvaard dat hij een ander dan de agent zou
raken. Voor het bewijs van opzet is voldoende dat voorwaardelijk
opzet bewezen kan worden. Het verweer van Jan-Willem heeft geen
kans van slagen. Arrest: Aanmerkelijke kans.


Waarom wetens? Het is een gegeven van algemene bekendheid dat
het gooien van een stoel in de richting van iemand op een druk plein
gevaar voor zwaar lichamelijk letsel oplevert. Tenzij er aanwijzingen
van het tegendeel bestaan mogen we aannemen dat Jan-Willem zich
van dit gevaar bewust is geweest.


Aanmerkelijke-kans-arrest of ander voorwaardelijk-opzet-arrest= (2)
Criterium voor voorwaardelijk opzet = (3)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LailaH. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

57413 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.23  8x  sold
  • (2)
Add to cart
Added